10 Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
10.1 Eindaanslagen in de zwenkaandrijving
LET OP
De interne eindaanslagen begrenzen de hoekverdraaiing. Ze beschermen de afsluiter
bij weigering van het wegschakelmechanisme tijdens motorbedrijf en dienen als
begrenzing tijdens de handmatige bediening met het handwiel. Zij mogen niet voor het
uitschakelen op basis van draaimoment in de eindstanden tijdens de normale werking
worden gebruikt.
Het instellen van de eindaanslagen wordt normaliter door de fabrikant van de afsluiter
uitgevoerd vóór montage van de afsluiter in de leiding.
Niet-afgeschermde, draaiende onderdelen (kleppen/kranen) op de
afsluiter!
Kneuzingen en schade door afsluiter resp. aandrijving.
à Eindaanslagen mogen uitsluitend door ter zake kundig vakpersoneel worden
ingesteld.
à Instelbouten [2] en [4] nooit compleet verwijderen omdat er anders vet kan
uittreden.
à Maat T
in acht nemen.
min.
De af fabriek ingestelde hoekverdraaiing is op het typeplaatje aangegeven:
Afbeelding 23: Voorbeeld typeplaatje hoekverdraaiing
De volgorde van instellen is afhankelijk van het type afsluiter:
•
Aanbeveling bij vlinderkleppen: als eerste de eindaanslag DICHT instellen.
•
Aanbeveling bij kogelkranen: als eerste de eindaanslag OPEN instellen.
Afbeelding 24: Eindaanslag
[1]
[3]
[1]
Afsluitstop eindaanslag OPEN
[3]
Afsluitstop eindaanslag DICHT
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
[2]
T T min.
[1]
[2]
Instelbout eindaanslag OPEN
[4]
Instelbout eindaanslag DICHT
[4]
[3]
29