17.4 Voorbeelden
Aansluiting van een extern reinigingsmiddeldoseersysteem
1
Slangpomp met tijdrelais en niet-instelbare pompcapaciteit
Aansluiten op klem 'WASH'.
Stel het tijdrelais op het doseersysteem in.
2
Slangpomp met instelbare pompcapaciteit
Aansluiten op klem 'DETERGENT'.
Doorverbindingsstrip programmeren (
Stel de pompcapaciteit (ml/min) van het doseersysteem in.
3
Voor slangpompen met niet-instelbare pompcapaciteit (zoals ESP 166, ESP 166C, SP 166Z)
Aansluiten op klem 'DETERGENT'.
Doorverbindingsstrip programmeren (
Stel de pompcapaciteit op het display in (
Stel de beide potentiometers in op maximum.
Stel de doseerhoeveelheid op de machine in.
Aansluiten van een extern naglansmiddeldoseersysteem
1
Slangpomp met instelbare pompcapaciteit
Aansluiten op klem 'RINSE'.
Doorverbindingsstrip programmeren (
Stel de pompcapaciteit (ml/min) van het doseersysteem in.
2
Voor slangpompen met niet-instelbare pompcapaciteit (zoals ESP 166, ESP 166C, SP 166Z)
Aansluiten op klem 'RINSE'.
Doorverbindingsstrip programmeren (
Stel de pompcapaciteit (ml/min) in op het display (
Stel de potentiometer in op maximum.
Stel de doseerhoeveelheid op de machine in.
1 7.3): Parallel met het magneetventiel
1 7.3): Tijdgestuurd
1 7.3).
1 7.3): Parallel met de naspoelpomp
1 7.3): Tijdgestuurd
1 7.3).
Externe doseersystemen
43