Advertenties
4.6
Transmissieschakeling
4.6.1
Langzame loper » 20 km/h «
Bij de langzame loper kan tussen de hydraulische rijtrappen
„I" (Alpha max.) en „II" gekozen worden (4-13/1).
Snelheidsbereik in
rijtrap „I" (Alpha max.)
Rijtrap „II"
Op het multifunctionele paneel (4-16) brandt bij beide
rijtrappen het controlelampje van transmissietrap „I"
(4-16/2) en bij ingeschakelde rijtrap „I" bovendien het
controlelampje „Alpha max" (4-16/3).
4.6.2
Snelloper » 40 km/h «
Bij de snelloper kan tussen de transmissietrappen „1" en
„2" en in beide transmissietrappen tussen de hydraulische
rijtrappen „I" (Alpha max.) en „II" gekozen worden (4-13/1).
Snelheidsbereik in
transmissietrap „1" rijtrap „I"
Transmissietrap „1" rijtrap „II"
Transmissietrap „2" rijtrap „I"
Transmissietrap „2" rijtrap „II"
Op het multifunctionele paneel (4-16) brandt bij inge-
schakelde transmissietrap „1" het controlelampje van
transmissietrap „I" (4-16/2) en bij ingeschakelde
transmissietrap „2" het controlelampje van transmissietrap
„2" (4-16/1). Bij ingeschakelde rijtrap „I" brandt bij beide
transmissietrappen bovendien het controlelampje „Alpha
max" (4-16/3).
Als er van transmissietrap gewisseld moet worden, moet de
rijschakelaar (4-13/3) in „0"-stand en de transmissie-
schakelaar (4-13/1) in stand „2" of „1" worden gebracht
(het ligt eraan in welke transmissietrap de trans-
missieschakelaar zich voor het omschakelen bevindt).
AANWIJZING
- Het schakelen van de transmissietrap gebeurt
ca. 5 seconden nadat de machine tot stilstand
is gekomen.
- Bij een herstart van de motor is de
transmissietrap ingeschakeld, die bij het
uitschakelen ingeschakeld was.
Als de hydraulische rijtrap moet worden gewisseld, moet
voor het bedienen van de transmissieschakelaar (4-13/1)
de rijrichtingschakelaar „vooruit- of achteruitstand" worden
geschakeld.
ST900
0 tot
5 km/h
0 tot 20 km/h
0 tot
5 km/h
0 tot 17 km/h
0 tot 11 km/h
0 tot 40 km/h
Beschrijving
4
4-17
Advertenties
