4
Beschrijving
Afbeelding 4-9
4-8
4.2.18
Uitrusting
4.2.18.1 Cabine
Royale ROPS-panoramacomfortcabine met twee afsluit-
bare zijportieren voor een volwaardige in- en uitstapmoge-
lijkheid aan beide zijden. De grote portieren kunnen 180°
worden geopend en binnen de machinecontour op twee
plaatsen worden vastgezet (spleet of 180°). Getinte ruiten,
parallel lopende voorruitwisser voor maximale wisveld-
grootte, achterruitwisser, ruitensproeier voor en achter,
volledig verwarmde achterruit, twee grote inklapbare
buitenspiegels met arrêtering, getint dakvenster, dubbel
verstelbare stuurkolom en ergonomische verstelling van de
multifunctionele hendel (joystick), zonwering, verwarmings-
en ventilatiesysteem met buitenfilter en interieurlucht-
circulatie, kledinghaakje en talrijke opbergvakken.
4.2.18.2 Bestuurdersstoel
Meervoudig verstelbare bestuurdersstoel [stoelverstelling
in lengterichting, zitvlakverstelling in lengterichting,
verstelling van zitvlakhelling, rugleuning en armsteun(en)]
met gewichtsafhankelijke, mechanische vering en veilig-
heidsgordel.
4.3
Verwisselen van een wiel
(1) Machine op stevige ondergrond zetten.
(2) Rijschakelaar (4-13/3) in „0"-stand zetten.
(3) Parkeerrem (4-14/2) aantrekken.
(4) Bij verwisseling aan de vooras:
Shovelarm omhoogbrengen en mechanisch ondersteunen
[bv. door plaatsen van de shovelarmsteun (speciale
uitvoering) (1-1/pijl)] en shovelarm tot op de shovelarmsteun
laten zakken.
(4) Bij verwisseling aan de achteras:
Aanbouwapparaat op de grond leggen.
(5) Contactsleutel (4-12/5) naar links in „0"-stand draaien.
(6) De hendel voor werk- en extra hydrauliek
(4-12/1) beveiligen (4-12/2).
(7) Machine bij een wiel van de as in beide rijrichtingen
tegen onbedoeld wegrijden beveiligen. Het wiel, dat niet
verwisseld moet worden, dient te worden beveiligd.
(8) Wielmoeren van het te verwisselen wiel zover los-
draaien tot het verdere losdraaien zonder al te grote
krachtsinspanning mogelijk is.
(9) Geschikte krik (minimale draagkracht 2,0 t) van de
zijkant onder de asbrug in de buurt van de asbevestiging
centrisch en wegglijveilig plaatsen (4-9) en de voor-/
achteras aan de zijkant opkrikken, tot het wiel geen
bodemcontact meer heeft.
GEVAAR
- Krik door geschikt onderlegmateriaal tegen
indringen in de bodem beveiligen.
- Opletten, dat de krik correct zit.
ST900