1.5.2
Speciale werkzaamheden in het kader van
het gebruik van de machine en verhelpen van
storingen tijdens het werk; afvoer van afvalstoffen
1.5.2.1 Handel volgens de in de gebruikshandleidingen
(machine en motor) beschreven voorschriften met
betrekking tot instel-, onderhouds- en inspectie-
werkzaamheden en -intervallen. Houd u tevens aan de
voorschriften voor de vervanging van onderdelen of
uitrustingsstukken. Deze werkzaamheden mogen
uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
1.5.2.2 Let erop, dat bij alle werkzaamheden met be-
trekking tot het functioneren, ombouwen of de instelling
van de machine en bij alle handelingen betreffende de
veiligheid zoals inspectie, onderhoud en reparaties, het
in- en uitschakelen volgens de gebruikshandleidingen
(machine en motor) plaatsvindt en dat de onderhouds-
voorschriften in acht worden genomen!
1.5.2.3 Schakel voor alle onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor uit!
1.5.2.4 Zorg ervoor, dat bij alle onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden de stabiliteit van de machine of het
aanbouwapparaat gewaarborgd is.
1.5.2.5 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd, als het aanbouwapparaat op de
grond staat of wordt ondersteund of wanneer er
maatregelen zijn getroffen, die voorkomen dat de machine
gaat bewegen.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden onder de
telescooparm moet
- de telescooparm mechanisch worden gesteund,
bv. shovelarmsteun (SA) plaatsen (1-1/pijl).
- de hendel voor werk- en extra hydrauliek worden beveiligd
(tuimelschakelaar 1-2/pijl „boven" bedienen).
- het zwenksysteem worden geblokkeerd. Hiertoe
blokkeerspie uit houder nemen, in zwenkblokkering
(1-3/pijl) plaatsen en met opsluitpen beveiligen.
1.5.2.6 Indien nodig, de ruimte, waarbinnen het
onderhoud plaatsvindt, goed afschermen!
1.5.2.7 Als de machine voor reparatie of onderhoud
compleet is uitgeschakeld, moet men voorkomen, dat de
machine onverwachts gestart kan worden:
- De sleutel uit het contactslot nemen en
- aan de accuhoofdschakelaar een waarschuwingsplaatje
aanbrengen.
Dit geldt vooral bij werkzaamheden aan delen van de
elektrische installatie.
1.5.2.8 Afzonderlijke onderdelen en grotere modules
moeten bij vervanging zorgvuldig aan de hefwerktuigen
worden bevestigd en beveiligd, zodat hierdoor geen
gevaar kan ontstaan. Alleen geschikte en in technisch
goede staat verkerende hefwerktuigen en hefmateriaal
met voldoende draagkracht gebruiken. Niet onder
zwevende lasten komen of werken!
1.5.2.9 Geef alleen ervaren personeel opdracht, om
ladingen te bevestigen! Ladingen moeten zodanig bevestigd
zijn, dat ze niet kunnen verschuiven of vallen.
1.5.2.10 De machine met aangehangen last alleen ver-
plaatsen, als de ondergrond zoveel mogelijk egaal is.
ST900
Veiligheidsvoorschriften
Afbeelding 1-1
Afbeelding 1-2
Afbeelding 1-3
1
1-7