7
Repareren, slepen, sjorren
en takelen
B
D
Afbeelding 7-7
Afbeelding 7-8
Afbeelding 7-9
7-6
A
A
2
1
C
C
2
1
D
(13) Eventueel spieën verwijderen.
(14) Parkeerrem (4-14/2) lossen.
GEVAAR
- De machine met draaiende motor stapvoets
(2 km/u) wegslepen.
- De sleepafstand mag maximaal 1 km bedragen.
- Bij een langere wegsleepweg moet de defecte
machine worden opgeladen (voor sjorpunten
zie 7-5/pijlen en 7-6/2).
AANWIJZING
Voor de maximaal toegestane lastopname van
de sjor- en aanslagpunten zie bladzijde 7-4.
7.2
Optakelen
De op te takelen machine moet als volgt worden voorbe-
reid:
(1) Rijschakelaar (4-13/3) in „0"-stand zetten.
(2) Telescoop geheel inschuiven (4-13/5).
(3) Transmissietrap „Alpha max." (4-13/1) inschakelen.
(4) Parkeerrem (4-14/2) aantrekken.
(5) Telescooparm zover omhoog brengen resp. neerlaten,
tot het laagste punt van de telescooparm resp. de bak zich
tenminste 30 cm boven de weg bevindt (5-4).
(6) Tuimelschakelaar uitschakeling bedieningsdruk
(4-12/2) „boven" bedienen.
(7) Zwenkmechanisme door inleggen van de blokkeer-
spie in de zwenkblokkering blokkeren (1-3/pijl).
(8) Portieren afsluiten.
(9) Buitenspiegels inklappen.
ATTENTIE
Bij het optakelen moet vooral op de volgende
zaken worden gelet, afbeelding 7-7:
- Het opnamepunt (A
bak resp. A
2
het draagmiddel (B) moet exact verticaal boven
het zwaartepunt (C
liggen, zodat zich het lastopnamemiddel
horizontaal boven de middenas in de lengte-
richting van de machine bevindt.
- De aanslagmiddelen (D) moeten loodrecht van
de opnamepunten van de machine (7-8/pijlen
en 7-9/pijlen) naar boven worden geleid.
GEVAAR
Het afzonderlijke aanslagmiddel moet voor een
toegestaan draagvermogen van minstens 3,0 t
zijn goedgekeurd.
- machine zonder standaard-
1
- machine met standaardbak) van
resp. C
) van de machine
1
2
ST900