5.5
Besturing omschakelen
ATTENTIE
Het omschakelen van de besturing (5-18/pijl)
mag alleen plaatsvinden bij stilstaande machine.
De rijrichtingschakelaar (4-13/3) moet in de „0"-
stand staan.
De volgende stuursoorten kunnen worden gekozen:
- Linkerstand
- Besturing op alle wielen
- Middenstand
- Achterasbesturing
- Rechterstand - Hondengang
AANWIJZING
Hondengang
maakt werken dicht bij de rand mogelijk.
5.5.1
Alle omschakelmogelijkheden in een overzicht
1.) Omschakelen van »besturing op alle wielen « in »achterasbesturing«:
1.1) Omschakelhendel voor de besturingssoort in stand » achterasbesturing« schakelen.
AANWIJZING:
De » achterasbesturing « is pas actief, als de wielen van de vooras in de rechtuitstand staan.
2.) Omschakelen van »achterasbesturing« in »besturing op alle wielen«:
2.1) Omschakelhendel voor de besturingssoort in stand » besturing op alle wielen « schakelen.
AANWIJZING:
De » besturing op alle wielen « is pas actief, als de wielen van de achteras hun rechtuitstand hebben bereikt.
3.) Omschakelen van » achterasbesturing « in » hondengang «:
3.1) Wielen van de achteras tot de aanslag in de gewenste richting sturen.
3.2) Omschakelhendel voor de besturingssoort in stand » hondengang « schakelen.
AANWIJZING:
-
Het controlelampje »besturing op alle wielen« brandt continu.
-
» Hondengang « (» besturing op alle wielen « met versprongen assen) is actief.
4.) Omschakelen van » hondengang « in » achterasbesturing «:
4.1) Omschakelhendel voor de besturingssoort in stand » achterasbesturing « schakelen.
AANWIJZING:
Het controlelampje » besturing op alle wielen « gaat branden en het controlelampje » achterasbesturing « knippert.
4.2) Besturing tot de rechtuitstand van de vooraswielen bedienen.
AANWIJZING:
-
Zodra de wielen van de vooras zich in de rechtuitstand bevinden dooft het controlelampje » besturing
op alle wielen «.
-
Het controlelampje »achterasbesturing« brandt continu.
-
» Achterasbesturing « is actief.
5.) Omschakelen van » besturing op alle wielen « in » hondengang «:
AANWIJZING:
Direct omschakelen van » besturing op alle wielen « in » hondengang « mag niet, maar moet plaatsvinden via
de tussenstap » achterasbesturing «:
5.1) Beschrijving van punt 1.) uitvoeren en in acht nemen
5.2) Beschrijving van punt 3.) uitvoeren en in acht nemen
ST900
Afbeelding 5-18
Bediening
( )
5-11
5