Verplaats het frame indien nodig ( = 72). Om composities
●
te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek
zonder het kader te verplaatsen, richt u de camera eerst zo dat
u het onderwerp in het AF-kader ziet. Vervolgens houdt u de
ontspanknop half ingedrukt. Houd de ontspanknop half ingedrukt
terwijl u een nieuwe compositie maakt en druk vervolgens de
ontspanknop volledig in (Scherpstelvergrendeling).
●
Voer de stappen 2 - 4 in "Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen" ( = 75) uit om het AF-kader te vergroten. Onthoud
dat Touch Shutter op dit moment niet beschikbaar is.
+Tracking
●
Als u de camera op het onderwerp richt, wordt er een wit kader
weergegeven rond het gezicht van de persoon die door de camera als
hoofdonderwerp is gekozen. U kunt de onderwerpen ook zelf kiezen
( = 72).
●
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
●
Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
●
Als u de ontspanknop half indrukt wanneer er geen gezichten worden
gedetecteerd, worden er groene kaders weergegeven rondom andere
onderdelen in het scherpgestelde gebied.
●
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
-
Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-
Onderwerpen die donker of licht zijn
-
Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
●
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
●
Een oranje AF-kader wordt weergegeven met [
camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
●
Scherpstellen is niet mogelijk op gezichten die aan de rand van
het scherm zijn gedetecteerd (deze worden met grijze kaders
aangegeven), zelfs wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Het maximale aantal kaders hangt af van de aspect ratio ( = 45).
●
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen
(Touch AF)
U kunt een opname maken nadat de camera heeft scherpgesteld op het
onderwerp, gezicht of de locatie zoals weergegeven op het scherm.
] als de
1
Kies een onderwerp, gezicht of
locatie waarop u wilt scherpstellen.
●
Tik op het onderwerp of de persoon op
het scherm.
●
Wanneer de AF-methode is ingesteld
op [
], wordt een AF-kader
weergegeven op de plaats waar u het
scherm aanraakt.
●
Wanneer de AF-methode is ingesteld op
[
], wordt [
] weergegeven zodra
er een gezicht wordt gedetecteerd. De
scherpstelling blijft behouden, zelfs als
het onderwerp beweegt. Tik op [
Touch AF te annuleren.
2
Maak de opname.
●
Druk de ontspanknop half in. Nadat de
camera heeft scherpgesteld, wordt [
groen weergegeven.
●
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
●
Als de camera een opname maakt als u het scherm aanraakt,
kunt u op [
] tikken om dit te wijzigen naar [
MENU ( = 32) > tabblad [
1] > [Touch Shutter] > [Uitsch.]
selecteren.
●
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
] om
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
] in
Index
] of de optie
72