Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
●
De camera kan geen opnamen maken tenzij de onderwerpen zijn scherpgesteld.
Wacht terwijl u de ontspanknop half indrukt tot het kader groen wordt en geef de
camera de tijd om scherp te stellen voordat u probeert een opname te maken.
Druk in de afspeelmodus ( = 91) de ontspanknop half in ( = 29).
●
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht ( = 30).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
●
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
-
Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en
kan een horizontale band verschijnen.
[ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en
opnemen is niet mogelijk ( = 38).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt ( = 38).
Opnamen maken met beeldstabilisatie ( = 79)
●
●
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] ( = 76).
Verhoog de ISO-snelheid ( = 65).
●
●
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden. Schakel in dit geval ook beeldstabilisatie uit ( = 79).
De opnamen zijn niet scherp.
●
Opnamen maken met automatisch scherpstellen (AF).
●
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de
knop daarna volledig in om een opname te maken ( = 29).
●
Scherpstellen is niet mogelijk als u dichter bij het onderwerp staat dan de
minimale scherpstelafstand van de lens. Controleer de lens voor de minimale
scherpstelafstand. De minimale scherpstelafstand van de lens wordt gemeten
vanaf de markering [
] (scherpstelvlak) boven op de camera tot het
onderwerp.
Stel [AF-hulplicht (LED)] in op [0: Inschakelen] ( = 89).
●
●
Controleer of u alle functies hebt uitgeschakeld die u niet wilt gebruiken, zoals
handmatig scherpstellen.
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling ( = 72).
●
Opnamen zijn wazig.
●
Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van
beelden optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera stil
tijdens de opname.
AF-kaders zijn oranje en onderwerpen blijven onscherp wanneer ik de
ontspanknop half indruk,
●
Probeer de delen met hoog contrast van onderwerpen te centreren voordat u de
ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken. Deze handelingen kunnen helpen bij het scherpstellen van de camera.
Dit wordt aangegeven met een groen AF-kader.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] ( = 76).
●
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie ( = 63).
●
●
Pas de helderheid aan met behulp van Auto optimalisatie helderheid ( = 66).
Gebruik AE-vergrendeling of deelmeting ( = 63, = 64).
●
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie ( = 63).
●
●
Gebruik AE-vergrendeling of deelmeting ( = 63, = 64).
●
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst ( = 38).
Maak de opname binnen het bereik van de flits ( = 190).
●
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen ( = 77, = 86).
Verhoog de ISO-snelheid ( = 65).
●
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Maak de opname binnen het bereik van de flits ( = 190).
●
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen ( = 77, = 86).
Er verschijnen witte stipjes op flitsopnames.
●
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
Verlaag de ISO-snelheid ( = 65).
●
●
Hoge ISO-snelheden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige
beelden ( = 52).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] ( = 36).
Index
] ( = 36).
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
162