4
Laat de printer verbinding maken
met het netwerk.
●
Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de printer de SSID (netwerknaam)
die op de camera wordt weergegeven om
de verbinding tot stand te brengen.
5
Selecteer de printer.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
printernaam te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ].
6
Selecteer een beeld om af te drukken.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
●
Druk op de knop [ ], kies [ ] en druk
nogmaals op de knop [ ].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Print]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Zie "Beelden afdrukken" ( = 154) voor
●
gedetailleerde instructies voor afdrukken.
●
Druk op de knop[ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [
] te selecteren, druk op de
knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ] om
[OK] te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ ] om de verbinding te
verbreken.
●
Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een
geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-
Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
][
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken.
Configureer vervolgens de instelling.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU ( = 32) > tabblad [ 4] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Doelhistorie] > [Uit].
Raadpleeg "Een ander toegangspunt gebruiken" ( = 118)
●
wanneer u een ander toegangspunt gebruikt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] te drukken om
Basishandelingen
] te drukken.
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
127