Kleuren aanpassen (Beeldstijl)
Selecteer een Beeldstijl met kleurinstellingen die goed de stemmingen
of onderwerpen uitdrukt. Er zijn zeven Beeldstijlen beschikbaar en elke
beeldstijl kan verder worden aangepast.
●
Druk op de knop [ ] en kies [
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
( = 31).
De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan
de omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen
Auto
en opnamen van zonsondergangen zien de
kleuren er levendig uit, met name voor blauwe
luchten, bomen en struiken en zonsondergangen.
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder uit.
Standaard
Voor de meeste opnamen geschikt.
Voor egale huidtinten. Het beeld heeft zachtere
kleuren. Geschikt voor portretten in close-up. Als
Portret
u de huidtinten wilt bewerken, past u [Kleurtoon]
( = 70) aan.
Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer
Landschap
scherpe en heldere opnamen. Gebruik deze
instelling voor indrukwekkende landschappen.
Om later op een computer te retoucheren.
Neutraal
Natuurlijke kleurtonen en een ingetogen uitstraling.
Om later op een computer te retoucheren.
Reproduceert de werkelijke kleuren van
onderwerpen natuurgetrouw, zoals gemeten in
Natuurlijk
omgevingslicht met een kleurtemperatuur van
5200K. Levendige kleuren worden onderdrukt
om ingetogen opnamen te produceren.
Monochroom
Voor zwart-witbeelden.
Gebruiker
Foto's
Films
] in het
Voeg een nieuwe stijl toe op basis van vooraf
ingestelde opties zoals [Portret] of [Landschap]
of op basis van een Beeldstijlbestand. Pas dit
vervolgens zoals gewenst aan ( = 69).
●
De standaardinstellingen [Auto] worden gebruikt voor [
[
] en [
] totdat u een Beeldstijl toevoegt.
U kunt deze instelling ook configureren door MENU ( = 32) >
●
tabblad [
4] > [Beeldstijl] te openen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
],
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
69