4
Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●
Voer stap 2 in "Het formaat van beelden
wijzigen" ( = 106) uit.
●
Druk op de knop [
in "Het formaat van beelden wijzigen" uit
( = 106).
Trimmen
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
beeldbestand op te slaan.
1
Open het instellingenscherm.
●
Druk op de knop [ ], selecteer [ ] in het
menu en druk op de knop [ ] ( = 31).
2
De aspect ratio van het bijsnijdkader
vergroten, verplaatsen en aanpassen.
●
Knijp uw vingers samen of spreid deze
om het formaat van het kader te wijzigen
( = 98) op het scherm.
●
Als u het kader wilt verplaatsen, versleept u
het of drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ].
●
Als u de stand van het kader wilt wijzigen,
draait u de regelaar [
selecteren en drukt u op de knop [ ].
●
Als u de aspect ratio van het kader wilt
wijzigen, draait u de regelaar [
[
] te selecteren. Als u wilt schakelen
tussen aspect ratio's ([
en [
]), drukt u meerdere keren op de
knop [ ].
] en voer stap 3
Foto's
Films
] om [
] te
] om
], [
], [
]
3
Controleer het bijgesneden beeld.
●
Draai de regelaar [
selecteren
●
Als u wilt schakelen tussen het
bijgesneden beeld en het bijsnijdkader,
drukt u meerdere keren op de knop [ ].
4
Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●
Draai de regelaar [
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
●
Voer de stappen 2 - 3 in "Het formaat van
beelden wijzigen" ( = 106) uit.
●
Beelden die zijn vastgelegd met een resolutie-instelling van [
kunnen niet worden bewerkt.
●
RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
●
Bijgesneden beelden kunnen niet opnieuw worden bijgesneden.
●
Het formaat van bijgesneden beelden kan niet worden aangepast
en de Creatieve filters zijn erop van toepassing.
●
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-
bijgesneden beelden.
●
Wanneer u een voorbeeld van het bijgesneden beeld bekijkt in
stap 3, kunt u het formaat van het bijsnijdkader en de aspect ratio
aanpassen en het bijsnijdkader verplaatsen.
●
De bewerkingen in stap 2 zijn ook mogelijk door op de
knop [
] te drukken, het tabblad [
2] > [Trimmen]
te selecteren, op de knop [
] te drukken en een beeld te
selecteren. Vervolgens druk u opnieuw op de knop [
●
De bewerkingen kunnen ook worden uitgevoerd door op [
[
], [
] en [
] te tikken boven in het scherm in stap 2.
Vóór gebruik
] om de [
] te
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
] om [ ] te
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
]
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
].
],
107