HOE DE INSTELLING VAN HET APPARAAT TE
GEBRUIKEN
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Schakel het bedieningspaneel in en kies het hoofd-
menu (zie stap 1 en 2 op pagina 17). Druk dan
op de versnellingen toets aan de onderkant van het
scherm om het hoofdmenu van de instellingen te
kiezen.
Aandacht: u kunt ook op de middelste toets op
het bedieningspaneel drukken om toegang tot het
hoofdmenu te krijgen.
2. Kies de instellingen van het apparaat.
Raak de Equipment Settings (instellingen van het
apparaat) toets in het hoofdmenu van de instellin-
gen aan.
Aandacht: het kan nodig zijn om over het scherm te
scrollen om alle menu opties te bekijken.
3. Schakel de auto opnieuw inloggen functie in of
uit.
Schakel deze functie in om, bij het inschakelen van
de stroom, het bedieningspaneel automatisch op
uw iFit account in te laten loggen. Aandacht: deze
functie wordt alleen voor privé eigenaars van de
trainingsfiets aangeraden.
Raak eerst de Auto Relogin (auto opnieuw inlog-
gen) toets aan om de auto opnieuw inloggen
functie in of uit te schakelen. Raak vervolgens de
Enable (instellen) checkbox of de Disable (uitscha-
kelen) checkbox aan. Raak dan op het scherm de
terug-toets aan.
4. Schakel het automatisch updaten van het
bedieningspaneel in of uit.
Raak eerst de Auto Update toets aan om het
automatisch updaten van het bedieningspaneel
in of uit te schakelen. Raak vervolgens de Enable
(instellen) checkbox of de Disable (uitschakelen)
checkbox aan. Raak dan op het scherm de terug-
toets aan.
Aandacht: zie stap 14 om een tijd te kie-
zen voor het automatisch updaten van het
bedieningspaneel.
5. Schakel internetbrowser in of uit.
Raak eerst de Browser toets aan om de internet
browser in of uit te schakelen. Raak vervolgens
de Enable checkbox of de Disable checkbox aan.
Raak dan op het scherm de terug-toets aan.
6. Kies een tijd voor de timeout.
Het bedieningspaneel heeft een timeout functie.
Het bedieningspaneel zal u aansporen om de wor-
kout te hervatten of te beëindigen als de toetsen
niet aangeraakt worden of als er niet op gedrukt
wordt en de pedalen gedurende een bepaalde tijd
niet bewegen.
Raak de Cadence Timeout toets aan om de tijd
te kiezen die het bedieningspaneel zal wachten
voordat u aangespoord wordt om de workout te
hervatten of te beëindigen; en kies de gewenste
tijd. Raak dan op het scherm de terug-toets aan.
7. Kies de versnellingopties.
De versnelling van de trainingsfiets kan
ingesteld worden om een verscheidenheid
aan versnellingopties voor racefietsen na te
bootsen.
Raak eest de Kies de Voorste Versnellingen
(choose front gears) toets aan om een optie te
kiezen voor de voorste versnelling. Kies vervol-
gens de gewenste optie voor de voorste versnelling
van de trainingsfiets. Raak dan op het scherm de
terug-toets aan.
Raak eest de Choose Rear Gears (kies de achter-
ste versnellingen) toets aan om een optie voor de
achterste versnelling te kiezen. Kies vervolgens
de gewenste optie voor de achterste versnelling
van de trainingsfiets. Raak dan op het scherm de
terug-toets aan.
BELANGRIJK: raadpleeg een boek over wiel-
rennen of een andere bron voor gedetailleerde
informatie over versnellingopties.
8. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel kent een display demo
instelling, die ontwikkeld is voor als de loopband in
een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo-in-
stelling aangezet wordt zal het scherm een demo
presentatie laten zien.
Raak eerst de Demo Instelling (demo mode) toets
aan om de display demo instelling aan of uit te
zetten. Raak vervolgens de On (aan) checkbox of
de Off (uit) checkbox aan. Raak dan op het scherm
de terug-toets aan.
22