Alarmen (1000)
S.10
S.11
S.12
Setpoints (3000)
S.13
S.14
S.15
S.16
CLIMATIC™50 - Gebruikershandleiding – Rooftop-serie
Als er een alarm is opgetreden op de unit, dan is de 'Alarm'-toets rood
gekleurd.
Als er een probleem is het een filter, dan licht de 'Prg'-toets geel op.
Om de alarmhistorie op te vragen, brengt u de cursor met de toets of
de regel '1 Alarm' en bevestigt u met
'Alarm'-toets, ongeacht waar in het menu u was.
De historie kan de laatste 32 alarmen van de unit onthouden.
Elk alarm wordt bewaard met de datum en tijd waarop het is opgetreden.
Een actief alarm wordt aangeduid met het symbool '∗'.
Een bevestigd alarm wordt aangegeven met '='.
Elk alarm heeft een code van 3 cijfers (zie FOUTCODES)
Door op de toets 'Alarm' te drukken worden alle alarmen gereset (voorzover
mogelijk).
De aantal actieve alarmen wordt weer 0, in het menu is geen actief alarm te
zien, en de 'Alarm'-toets licht niet meer op
Door de 'Alarm'-toets meer dan 10 seconden lang ingedrukt te houden,
wordt de alarmhistorie van de 32 alarmen gewist.
Om de naam van het alarm op te roepen, plaatst u de cursor op de
betreffende regel m.b.v. de toets of , waarna u met
Met de 'Esc'-toets kunt u terugkeren naar de eerdere menuniveaus.
Zo kunt u setpoints en andere instellingen wijzigen:
Kies de regel SETPOINTS in het hoofdmenu, en ga via submenu's naar de
gewenste instelling, bijv. 3120.
Breng de cursor op de gewenste regel, bijv. regel 2. Bevestig met de toets
.
Scherm S.14 wordt gebruikt om een instelling te wijzigen, bijv. de minuten,
code 3122.
Rechts in het scherm ziet u het maximum, het minimum en de
voorgedefinieerde standaardwaarde.
Met de toets
of
stelt u de gewenste waarde in en u bevestigt die met
Met de 'Esc'-toets kunt u terugkeren naar de eerdere menuniveaus.
Door eenmaal op 'Esc' te drukken zonder bevestiging met de 'Enter'-toets
kunt u de wijziging annuleren.
Als de dag van de week op de eerste regel staat, kunt u deze parameter
voor elke dag van de week op een andere waarde zetten.
Om de waarden voor andere dagen op te halen en eventueel te wijzigen,
drukt u op de 'Prg'-toets.
Het indrukken van de 'Prg'-toets bevestigt de wijziging net zoals de toets .
Als de tijdsperiode (de zone) op de eerste regel te zien is, kunt u de
betreffende parameter ook op een andere waarde zetten voor andere
perioden (Z.A, Z.B, Z.C, Uno en GBS).
Om de waarden voor andere perioden te veranderen, drukt u op de 'Prg'-
toets.
Het indrukken van de 'Prg'-toets bevestigt de wijziging net zoals de toets .
, of u drukt rechtstreeks op de
bevestigt.
CL50-ROOFTOPS-IOM-1107-D
op
.
55
55