LENNOX een begrip hebben gemaakt. We bieden flexibele ontwerpoplossingen op basis van UW behoeften en besteden aandacht aan alle details, zonder compromissen. Gemaakt om jarenlang mee te gaan, eenvoudig te onderhouden en met Kwaliteit als uitgangspunt.
Het aanpassen van parameters mag alleen door een geschoolde en bevoegde technicus worden gedaan. Voordat een met de Climatic 50 geregelde unit gestart of herstart wordt, dient gecontroleerd te worden of the Climatic 50 geschikt is voor de unit en de daarbij gebruikte opties.
BEDRADING en AANSLUITINGEN BELANGRIJKE WAARSCHUWING Eventuele wijzigingen aan de bedrading van de CLIMATIC 50 moeten worden uitgevoerd door technici van Lennox of medewerkers met een elektrotechnisch diploma en de juiste machtigingen. Controleer bij wijzigingen aan de 24 V-voeding of een sensor 4-20 mA de polariteit alvorens u de voeding aansluit.
Pagina 6
- Kabellengte tot 500 m: LiYCY-P (0,34 mm²), 2 paren met gemeenschappelijke afscherming. De kabel mag niet langer zijn dan 500 meter. Voor een betere bescherming tegen elektromagnetische storingen beveelt Lennox het gebruik van LiYCY-P-kabel aan. AANSLUITING AAN DE VERDELER DT50...
Pagina 7
- Kabellengte tot 500 m: LiYCY-P (0,34 mm²), 2 paren met gemeenschappelijke afscherming. De kabel mag niet langer zijn dan 500 meter. Voor een betere bescherming tegen elektromagnetische storingen beveelt Lennox het gebruik van LiYCY-P-kabel aan. Waarschuwing: De voeding van de BM50 (24 volt wisselspanning) moet niet geaard worden.
Pagina 8
- Kabellengte tot 1000 m: LiYCY-P (0,34 mm²), 2 paren met gemeenschappelijke afscherming. De kabel mag niet langer zijn dan 1000 meter. Voor een betere bescherming tegen elektromagnetische storingen beveelt Lennox het gebruik van LiYCY-P-kabel aan. CLIMATIC™50 – IOM – Rooftops/Aircoolair...
Pagina 10
[NTC] Temperatuurvoeler `NTC' op de ribben van de batterijen [0-5 Drukomvormer `Ratiométrique' aan de circuits [4-20mA] Drukomvormer `4-20 mA ' aan de circuits 3822 Activering van de optionele winterregeling 3823 Unit met watercondensor 3824 Activering van afwisselend ontdooien (optie) voor de Flexy I modellen 85 en 100 3831 Keuze van het type van de extra verwarming [No]...
TIJDSCHEMA'S – KLOKINSTELLING KLOKINSTELLING Functie De Climatic™ is voorzien van een elektronische klok die kan werken met datums en tijden (weekprogramma, vastleggen van gebeurtenissen, …). Omschrijving Menu's 3121 tot 3125 geeft de mogelijk om de interne klok te veranderen. De dag van de week wordt berekend door de Climatic™. De omschakeling tussen zomer- en wintertijd gebeurt voor de Europese landen automatisch.
Pagina 12
Voor elke tijdsperiode (de zogenaamde zones), zijn de volgende instellingen mogelijk: INSTELLING PER ZONE (PERIODE) Code COMFORTDISPLAY ONDERHOUDSDISPLAY Buitentemperatuur Setpoint gemiddeld 3311 Setpoint dynamisch 3321 Instelling koeling 3322 Instelling verwarming 3323 Prioriteit van verwarming 3324 Naverwarming verse lucht Inschakelen 3331 Prioriteit van verwarming 3332 Verse lucht...
ANTICIPATIE Functie Hiermee kan een geanticipeerde start worden uitgevoerd in de morgen, afhankelijk van de buitentemperatuur. Omschrijving Deze functie werkt alleen voor zone A. Hiermee kan het Begintijd van dagperiode A toestel eerder van stand-by naar zone A gaan wanneer de buitentemperatuur onder een bepaalde waarde komt.
VENTILATIE ON / OFF (starten en stoppen) Functie In het algemeen geldt dat de unit in werking is als de toevoerventilator draait. De setpoints kunnen echter zodanig zijn dat de ventilator stopt in de dode zone van de temperatuurregeling. Omschrijving Om de unit te laten werken is het nodig dat instelling 3111 op `On' staat en de logische ingang ID7 op de J5-connector van de BM50 gesloten is.
Pagina 15
Verminderde ventilatorsnelheid in dode zone Als instelling 3424 geactiveerd is, geldt: Als de ruimtetemperatuur zich in de dode zone bevindt (geen verwarming, geen koeling), dan geldt als snelheid van de ventilator de instelling in 3421. De verseluchtklep staat 100% open. Als ondanks de geringe ventilatorsnelheid toch meer verse lucht binnenkomt dan nodig is, dan gaat de regelklep geleidelijk dicht.
THERMOSTAAT / HYGROSTAAT – instellingen TEMPERATUURINSTELLINGEN Functie Climatic™ is erop geprogrammeerd om zo economisch mogelijk een comfortabele temperatuur te handhaven. Omschrijving Koelingmodus: De ruimtetemperatuur blijft binnen een bepaalde band. Aan de onderkant zit de minimumtemperatuur, daaronder begint het verwarmen. Er is ook een maximum, als dit bereikt wordt, gaat de Drempelwaarde unit koelen.
NAVERWARMING VERSE LUCHT Functie De Climatic™ kan zorgen dat in de winter de ingeblazen lucht een aangename temperatuur houdt, door te compenseren voor de koude buitenlucht. Omschrijving Als deze functie geactiveerd is geldt: • Als de ruimtetemperatuur in de dode zone is, of er wordt verwarmd, dan blijft de temperatuur van de ingeblazen lucht minstens gelijk aan de vervangingsdrempel.
THERMOSTAAT / HYGROSTAAT – Regelprincipe Functie Stel de temperatuur of vochtigheid van de ruimte in en houd deze zo dicht mogelijk bij het setpoint, door het aantal compressortrappen te besturen op basis van de thermische belasting van het systeem. Omschrijving De regelaar CLIMATIC™50 berekent constant de benodigde capaciteit voor het bereiken van het temperatuursetpoint.
VERSELUCHTKLEP - vrije koeling Functie Zorgt voor de toevoer van de minimaal nodige hoeveelheid verse buitenlucht. Door vrije koeling is ook besparing op het elektriciteitsverbruik mogelijk. Omschrijving MINIMALE VERSE LUCHT Instelling van set Point De minimumopening van de verse luchtklep is instelbaar. 3312 Minimumopening van de klep voor de toevoer van verse lucht, % instelbaar per zone.
2132 Gemeten CO2-concentratie (ppm). 3354 Inschakeling CO2-functie, per afzonderlijke zone. 3515 Aansturing CO2-functie, [0-Min], [Min-Max]. 3513 CO2-gehalte (ppm), drempel tot waar de toevoer van verse lucht 0% blijft. 3514 CO2-gehalte (ppm), drempel vanaf waar de toevoer van verse lucht 100% is. 3512 Maximale opening van verse luchtklep.
COMPRESSOREN Functie Als er koel- of verwarmingsbehoefte is (capaciteitsfactor) worden de compressoren gestart en gestopt in een vooraf vastgestelde volgorde, om te vaak in- en uitschakelen te voorkomen en de belasting te verdelen over de compressoren. Omschrijving In- en uitschakelen van compressoren. De sturing houdt rekening met de vastgelegde draaitijden van de compressoren.
Pagina 22
3355 Inschakeling compressoren in koelbedrijf mogelijk, per zone in te stellen. 3356 Inschakeling compressoren in verwarmingsbedrijf mogelijk, per zone in te stellen. 3359 Begrenzing tot 50% van de compressoren, bij zones Uno (niet in gebruik) en GBS. 3611 Lage buitentemperatuurgrens voor begrenzing tot 50% van de compressoren, in koelbedrijf. 3612 Lage buitentemperatuurgrens voor het stoppen van alle compressoren, in koelbedrijf.
Dynamisch ontdooien Hierdoor start de unit de ontdooicyclus alleen indien nodig. Dit wordt bereikt door het temperatuurverschil tussen de batterij en de buitentemperatuur te meten. Het ontdooien begint nadat de Climatic 50 de hoogste gradiënt in de curve heeft gevonden.
EXTRA VERWARMING (optie) Functie De units kunnen voorzien zijn van 3 types aanvullende verwarming: Gas (BG, FG en BD, FD) Warm waterblokken (BC, FC en BH, FH) Elektrische verwarmingselementen (BC, FC en BH, FH) Bij een bepaalde verwarmingsbehoefte (capaciteitsfactor) worden de extra verwarmingen gestart en gestopt in een vooraf vastgestelde volgorde.
Pagina 25
3731 Inschakeldrempel voor buitentemperatuur, minimale waterhoeveelheid. 3732 Drempel voor openen klep, minimale waterhoeveelheid. 3733 Klepactie in geval van alarm door bevriezing. WARM WATER CIRCULATOR De Climatic kan een circuit aansturen voor de hydraulica circulatie van warm water. De wijze van activeren is afhankelijk van het soort circuit. 3741 Werkingswijze circulator.
• 6 digitale ingangen in te stellen met parameters 3851, 3852, 3853 en 3854 • 4 analoge ingangen (4-20 mA of Lennox NTC temperatuursensor), in te stellen met parameters 3861, 3862, 3863 en 3864. Omschrijving Het is mogelijk de volgende functies te configureren:...
Vrije aansluiting voor temperatuursensor. Lennox NTC-sensor. De gemeten waarde wordt weergegeven op de adressen 2161, 2162, 2163 of 2164. Vrije aansluiting voor sensor voor relatieve vochtigheid: Het signaal van 4-20 mA wordt lineair vertaald naar een waarde tussen 0 en 100%. De gemeten waarde wordt weergegeven op de adressen 2165, 2166, 2167 of 2168.
FOUTCODES "Airflow" (Luchthoeveelheid) Filter verstopt Filter ontbreekt Elektrische verwarmingselementen Te hoge inblaastemperatuur Te lage ruimtetemperatuur Gasbrander, 1 Gasbrander, 2 Te lage inblaastemperatuur Te hoge ruimtetemperatuur Bevochtiger Te lage vochtigheid in de ruimte Te hoge vochtigheid in de ruimte Pomp Klokkaart BE50 Temperatuursensor in de ruimte Vochtigheidssensor in de ruimte...
Onvoldoende luchtstroom Foutcode: 001 Omschrijving Het drukverschil tussen de inblaasventilator en de filters is gering, hoewel de ventilator al langer dan 3 minuten in werking is. ∆p < veiligheidsdrempel, meer dan 20 seconden lang 2131 ∆p. 3411 Veiligheidsdrempel Actie De unit wordt meteen uitgeschakeld. Signalering van de fout.
Filters verstopt of niet aanwezig Foutcodes: 004, 005 Omschrijving Het drukverschil tussen de inblaasventilator en de filters is gering, hoewel de ventilator al langer dan 3 minuten in werking is. Filters niet aanwezig: ∆p < veiligheidsdrempel voor meer dan 1 minuut Verstopte filters: ∆p >...
Temperatuur en vochtigheid, uiterste limieten Foutcodes: 013, 023, 032, 033 Omschrijving De temperatuur of de vochtigheid van de lucht, zoals gemeten door de sensor, bevindt zich buiten de aanvaardbare grenzen. Onderlimiet van de ruimtetemperatuur: Ruimtetemperatuur < veiligheidsdrempel Bovenlimiet van de ruimtetemperatuur: Ruimtetemperatuur > veiligheidsdrempel Onderlimiet van de vochtigheid in de ruimte: Vochtigheid <...
Blaastemperatuur, buiten de limieten Foutcodes: 012, 022 Omschrijving De temperatuur van de ingeblazen lucht, zoals gemeten door de sensor, is buiten het toegestane gebied, of de bevriezingsthermostaat van het warmwatersysteem is geactiveerd. Onderlimiet van inblaastemperatuur: Inblaastemperatuur < veiligheidsdrempel Bovenlimiet van inblaastemperatuur: Inblaastemperatuur > veiligheidsdrempel 2113 Toevoertemperatuur 3373...
Oververhitting van elektrische verwarmingselementen Foutcode: 011 Omschrijving Een veiligheidsthermostaat in het elektrische verwarmingselement heeft gereageerd, of de magneetschakelaar is niet geactiveerd. Actie Verwarmingselementen onmiddellijk uitgeschakeld. Signalering van de fout. De opgeslagen gegevens worden getoond. Reset Handmatig opnieuw instellen. Mogelijke oorzaken Probleem oplossing Luchtsysteem geblokkeerd of verstopt Controleer het systeem...
Storingen gasbrander Foutcodes: 014, 015 Omschrijving Er is een fout ontstaan bij de regelaar van de gasbrander. De regelaar stuurt de ventilator voor de rookgasafzuiging niet meer aan. Actie De gasbrander wordt onmiddellijk uitgeschakeld. Signalering van de fout. Als een DS50 op de unit is aangesloten, worden alle fouten daarin onthouden en zijn ze op te roepen. Is de DS50 niet aangesloten, dan zijn alleen de drie meest recente fouten op te roepen.
Fout i.v.m. externe bevochtiger Foutcode: 031 Omschrijving Een schakelaar buiten de unit rapporteert een storing die verband houdt met een bevochtiger. Actie De regelaar van de bevochtiger stopt onmiddellijk. Signalering van de fout. De opgeslagen gegevens worden getoond. Reset De regelaar van de bevochtiger start automatisch opnieuw bij het sluiten van de schakelaar. Mogelijke oorzaken Probleem oplossing Probleem met de externe bevochtiger...
Fout in de Real Time Clock. Foutcode: 070 Omschrijving De Real Time Clock kaart, die deel uitmaakt van de Climatic™, is defect. Actie Signalering van de fout. De opgeslagen gegevens worden getoond. Reset Automatische reset. Mogelijke oorzaken Probleem oplossing De batterij is leeg. Vervang de insteekkaart De insteekkaart zit niet goed in het slot Controleer de aansluiting...
Defecte voelers en sensoren Foutcodes: 081, 082, 083, 085, 086, 087, 088, 111, 121, 131, 141 Omschrijving Een of meer temperatuurvoelers of druksensors in het koelsystemen of elders zijn kortgesloten, hebben een onderbroken draad of zijn niet aangesloten. Actie Buitentemperatuur of inblaastemperatuur: De compressoren en extra verwarmingen worden uitgeschakeld;...
Inblaasventilator Foutcode: 091 Omschrijving De motorregeling van de ventilator van de airconditioning is niet meer actief. Actie De unit stopt onmiddellijk. Signalering van de fout. De opgeslagen gegevens worden getoond. Reset Handmatig opnieuw instellen. Mogelijke oorzaken Probleem oplossing Veiligheidsthermostaat tegen brand is actief Reset de thermostaat Thermische beveiliging v.d.
Condensorventilatoren Foutcodes: 092, 093, 094, 095 Omschrijving De motorregeling van de condensorventilator is niet meer actief. Actie De compressoren en ventilatoren in het circuit stoppen meteen. Signalering van de fout. Als een DS50 op de unit is aangesloten, worden alle fouten daarin onthouden en zijn ze op te roepen. Is de DS50 niet aangesloten, dan zijn alleen de drie meest recente fouten op te roepen.
Storingen watercondensor Foutcodes: 096, 097, 098 Omschrijving De wateruittrede temperatuur van de warmtewisselaar, zoals gemeten door de sensor, is buiten het aanvaardbare gebied, of de detector van de waterstroming is niet actief. Onderste temperatuurlimiet: wateruittrede temperatuur < veiligheidsdrempel Bovenste temperatuurlimiet: wateruittrede temperatuur > veiligheidsdrempel 2572 Temperatuur van circuit 1 2573...
Rookmelder Foutcode: 099 Omschrijving De stand-alone detectieschakelaar (DAD), die controleert op de aanwezigheid van rook in de unit, is geactiveerd. Actie De unit wordt meteen gestopt en de klep voor verse lucht wordt geopend. Signalering van de fout. De opgeslagen gegevens worden getoond. Reset Handmatig opnieuw instellen.
Compressoren stoppen wegens te lage druk (LP) Foutcodes: 117, 127, 137, 147 Omschrijving De lage drukschakelaar van het circuit is 2 minuten lang open geweest, terwijl één compressor in het circuit 2 minuten heeft gewerkt. De lage drukschakelaar van het circuit is 1 uur lang open geweest. Actie De compressoren in het circuit worden meteen gestopt.
Pagina 43
De compressoren stoppen als de hoge drukschakelaar (HP) of elektrische beveiliging aanspreekt. Foutcodes: 115, 125, 135, 147 Omschrijving Tijdens starten of bedrijf van een compressor: De hoge drukschakelaar van het circuit is open. De interne beveiliging van een compressor in het circuit heeft aangesproken. De persgasthermostaat van een compressor in het circuit heeft aangesproken.
COMMUNICATIE MASTER/SLAVE Functie Via master-slave kunnen diverse units met elkaar verbonden zijn en samenwerken. Omschrijving Configuratie van het pLan-netwerk Meer over het instellen van de adressen van de kaarten voor het pLan-netwerk vindt u hoofdstuk: Configureren van pLan-adres van de BM50. Voor het pLan moet elke unit een verschillend adres hebben: Unit 1 Master-unit...
Pagina 45
Referentietemperatuur, vochtigheid en CO2. De functie is te configureren met de instellingen 3922, 3925, 3926 en 3927 De temperatuur en vochtigheid van de ruimte (instelling 3925), de temperatuur en vochtigheid van de buitenlucht (instelling 3926) en/of het CO2-gehalte (instelling 3927) die voor de regeling moeten gelden zijn te berekenen uit: [Not Used Elke machine regelt op basis van zijn eigen sensors [M/S...
Omschrijving De Climatic™ 50 kan communiceren m.b.v. de volgende protocollen: Het Modbus-protocol voor koppeling met de KP06 (zie KP06-handleiding) of andere communicatieproducten van Lennox (3932 = Modbus). Het Modbus-protocol (3932 = Modbus) Het Lonworks-systeem (3932 = LonWorks) Het Bacnet-systeem (3932 = Bacnet)
Configureren van pLan-adres van de BM50 Functie Het kan nodig zijn het adres te wijzigen dat de BM50-kaart in het pLan-netwerk heeft. Dit geldt vooral bij een master- /slave installatie of een DM50. Het wijzigen kan met de volgende procedure: Omschrijving Stel het adres van display DS50 in op 0.
Toewijzing van displays aan de BM50 Functie Zorg dat er een goede verbinding is tussen de BM50 en zijn displays. Omschrijving Voor elke Climatic™50-kaart moet de volgende instelling worden aangebracht m.b.v. van de DS50. Maak de pLan-bus los van aansluitingen J10 en J11, en sluit de DS50 rechtstreeks aan op J10 van de BM50. Sds.1 U bereikt het configuratiegedeelte door de toetsen minstens...
DC50 COMFORT en DM50 MULTI-CUSTOMER DISPLAY Functie Deze display is op afstand aangesloten. Hij is bedoeld voor gebruikers zonder technische kennis. Deze display geeft toegang tot de algemene werkingsgegevens van de unit, maar zonder details te verstrekken. Hij is te gebruiken voor het veranderen van de tijdsperioden en de gewenste temperatuur (setpoint) voor elke periode. De display biedt ook de mogelijkheid een wijziging van 3 uur aan te brengen en de ongebruikte toestand te forceren, of een andere wijziging in de perioden, voor een maximum van 7 dagen.
Sdc.2 Het scherm Sdc.2 verschijnt. Als na 5 seconden de display nog niet correcte is, gaat u terug naar de configuratie door de toetsen tegelijk 5 seconden ingedrukt te houden totdat scherm Sdc.1 verschijnt. Druk op om de cursor op de regel met ‘Setting’ te brengen. Druk opnieuw op de toets om de cursor op de regel ‘I/O board address’...
Pagina 51
Sdc.4 Scherm Sdc.4 dient voor het wijzigen van de oversturings waarden. De momenteel ingestelde tijdsperiode wordt weergegeven op de 2e regel. Deze periode blijft 3 uur lang vast staan. Druk op om de cursor op de regel met ‘Csg. Amb.’ te brengen. Met de toets ...
Pagina 52
Sdc.7 Druk vanuit scherm Sdc.6 op de toets Prg. Scherm Sdc.7 toont de periode-instellingen. Breng de cursor op periode A Met de toets of stelt u de begintijd van periode A in. Bevestigen gaat met de toets . Breng de cursor op periode B. Met de toets of ...
Pagina 53
Start/stop Druk vanuit het hoofdscherm op de toets Het scherm Sdc.12 verschijnt. Sdc.3 Om de unit te stoppen: Zet met de toets of de waarde op ' Yes' en bevestig met de toets De unit stopt en scherm Sdc.13 verschijnt. Sdc.12 WAARSCHUWING: Door de unit uit te schakelen worden ook alle veiligheidsvoorzieningen uitgeschakeld.
TR), maar er zijn er maar twee in de fabriek geïnstalleerd: Engels en één andere taal. Geef daarom de gewenste taal bij de bestelling op. Een Lennox-technicus kan desgewenst een andere taal downloaden. Met de toets of kunt u kiezen voor Engels of de tweede geïnstalleerde taal.
Pagina 55
Navigatie in de schermen Hoofdmenu (0000) De vier cijfers tussen haken geven het nummer van het huidige menu aan. De twee cijfers daarachter stellen het pLan-nummer van de geselecteerde kaart voor. Rechts daarvan staat de periode (zone) en de huidige tijdscondities. Bladeren door de menu's Druk op of om de cursor naar boven of beneden te bewegen.
Pagina 56
Alarmen (1000) Als er een alarm is opgetreden op de unit, dan is de ‘Alarm’-toets rood gekleurd. S.10 Als er een probleem is het een filter, dan licht de ‘Prg’-toets geel op. Om de alarmhistorie op te vragen, brengt u de cursor met de toets of de regel ‘1 Alarm’...
Pagina 57
Speciale diagnostische schermen Door in menu 0000 of de datamenu's 2xxx op ‘Prg’ te drukken, kunt u de volgende schermen bereiken waarmee de werking van de unit te bekijken valt. Gebruik de toets of om van het ene scherm naar het andere te gaan. De schermen zijn beschikbaar als functies van de programmaconfiguratie.
Pagina 58
T.8 Dynamisch ontdooien (Optie) Circuit 1, ∆t momenteel; ∆t onthouden; ∆t i/∆t m verhouding Hetzelfde voor de circuits 2 tot 4 ∆t = verschil tussen circuittemperatuur en buitenluchttemperatuur. T.9 Snelheidsvariatie, inblaasventilator (Optie) Spanning (0-10 V) aangelegd op de snelheidsregelaar ‘ ’ Ventilator aan, ‘ ’ Snelheidsregelaar aan; arbeidsfactor; Vraag Waarde van ∆p binnen de unit T.10 Verse luchtklep T.10...
Pagina 59
T.15 T.15 Master/slave ‘ ’ Heet/koud-sturing ‘ ’ Hete master; ‘ ’ koude meester ‘ ’ Begrenzing van compressoren; aantal werkende compressoren ‘ ’ Back-up systeem Aantal reserve-units in stand-by T.16 T.16 Draaitijd Druk op ‘ ‘ om de cursor op de teller te brengen. Met de toets of kunt de teller op de gewenste waarde zetten.
DS50 MENUSTRUCTUUR Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 1000 Alarm 2000 Data 2100 General 2110 Temperaturen 2111 Buiten °C 2112 Room °C 2113 Toevoer °C 2114 Retour °C 2120 Luchtvochtigheid 2121 Buiten 2122 Room 2123 Buiten g/kg...
Pagina 61
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 2232 Sp Humi 2233 Capa Dehu 2234 Capa Humi 2240 2241 Sw g Off/On 2242 Sw y1 Off/On 2243 Sw y2 Off/On 2244 Sw w1 Off/On 2245 Sw w2 Off/On 2246 Sw b...
Pagina 62
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 2500 Compressor 2510 Circ.1-Cp.1 2511 Config. Lst_Conf 2512 State Lst_Stat 2513 Ontdooien T °C 2514 Sw State Off/On 2515 Sw Low P. Off/On 2516 Relais Off/On 2517 H.Pomp Off/On 2518 Sw ontkoppeld...
Pagina 63
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 2563 Ontdooien T °C 2564 Sw State Off/On 2565 Sw Low P. Off/On 2566 Relais Off/On 2567 H.Pomp Off/On 2568 Sw ontkoppeld Off/On 2569 Loop tijd 2570 Overig 2571 Laag Omg.
Pagina 64
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 2818 2820 Room 2820 Waarde °C 2821 Sensor °C 2822 Link °C 2823 °C 2824 Waarde 2825 Sensor 2826 Link 2827 3000 Instellingen 3100 General 3110 Order 3111 Aan/uit Off/On 3112...
Pagina 65
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 3364 Dehu. 3365 Humi. 3370 Veiligheid 3371 Kamer Laag °C 3372 Kamer Hoog °C 9.0 of 10.0 of 3373 Toe Lo.1 °C 7.0 of 8.0 of 3374 Toe.Lo.2 °C 5.0 of 6.0 of...
Pagina 66
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 3730 Heet W/ batterij 3731 Max limiet °C 3732 Opening 3733 A.Freeze Lst_Afre 3740 Pomp 3741 Mode Lst_Pump 3800 Config. 3810 Unit 3811 Range Lst_Rang 3812 Grote Lst_Size 3813 Hu.
Pagina 67
Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Menu Omschrijving Eenheid Min. Fabriek Max. 3935 Bms Unoc. Off/On 3936 Lage Snelheid Off/On 3940 Draadloos 3941 Ontkoppeld No/Yes 3942 3943 CLIMATIC™50 – IOM – Rooftops/ Aircoolair CL50-ROOFTOPS-IOM-1107-D...
GBS-adrestabellen ModBus, LonWorks MODBUS Logisch @ (hex.) @ (dec.) DS50 R/W L [On / Off] Unit 3111 R/W L [Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen 3112 [Enable] Stopzetten en draaien van de ventilator.[Off] de ventilator is uitgeschakeld, 3351 R/W L [On] de ventilator draait.
Pagina 72
@ (hex.) @ (dec.) DS50 R/W L niet van toepassing L [Alarm] Algemeen 1000 2315 L [On/Off] Ventilator, Inblaas L [On/Off] Ventilator, Afzuiging 2321 L [On/Off] Compressor, 1 2516 L [On/Off] Compressor, Warmtepomp, 1 2517 L [On/Off] Compressor, 2 2526 2527 L [On/Off] Compressor, Warmtepomp, 2 L [On/Off] Compressor, 3...
Pagina 73
@ (hex.) @ (dec.) DS50 [Inoccupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. 3323 10 = 1.0°c Instelling verwarming (Uno) [Humidity] Gewenste maximale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). 3341 1 = 1% – Setpoint voor ontvochtigen (BMS) [Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). – 3342 1 = 1% Setpoint voor bevochtiging...
Adrestabel voor GBS via LonWorks Type Index pCO Naam NV Type NV Richting Index pCO DS50 I_Sp_T_Cool_BMS Ingang [Bezetting][Room SP] Vereiste maximum 3322 kamertemperatuur in °C. Instelling koeling (BMS) O_Sp_T_Cool_BMS Uitgang I_Sp_T_Heat_BMS Ingang [Bezetting][Room SP] Vereiste minimum 3323 kamertemperatuur in °C. Instelling verwarming (BMS) O_Sp_T_Heat_BMS Uitgang...
Pagina 76
Type Index pCO Naam NV Type NV Richting Index pCO DS50 O_Od_CPac_3 Uitgang [On/Off] Compressor, Warmtepomp, 3 2537 O_Od_Comp_4 Uitgang [On/Off] Compressor, 4 2546 O_Od_CPac_4 Uitgang [On/Off] Compressor, Warmtepomp, 4 2547 O_Od_GasVerwarming_11 Uitgang [On/Off] Gas, Brander, 1 2615 O_Od_Gasverwarming_2 Uitgang [On/Off] Gas, Brander, 2 2616 O_Od_Gasverwarming_12...
Pagina 77
www.lennoxeurope.com CL50-CHILLERS-IOM-1107-D...