EXTRA VERWARMING (optie)
Functie
De units kunnen voorzien zijn van 3 types aanvullende verwarming:
Gas (BG, FG en BD, FD)
Warm waterblokken (BC, FC en BH, FH)
Elektrische verwarmingselementen (BC, FC en BH, FH)
Bij een bepaalde verwarmingsbehoefte (capaciteitsfactor) worden de extra verwarmingen gestart en gestopt in een
vooraf vastgestelde volgorde.
Omschrijving
Prioriteit van compressoren t.o.v. extra verwarmingselementen
De fabrieksinstelling van de Climatic™ houdt in dat als de unit als warmtepomp werkt, er eerst compressoren worden
gestart en daarna zo nodig extra verwarmingselementen.
Deze volgorde kan veranderd worden met instellingen voor de regeling van de ruimtetemperatuur en voor de
voorverwarming van de verse lucht.
3324
Prioriteitsomkering van compressoren naar extra verwarming, luchttemperatuurregeling, instelling per zone.
3332
Prioriteitsomkering van compressoren naar extra verwarming, verse luchtregeling, instelling per zone.
Externe sturing
De gebruiker kan desgewenst de werking van compressoren beperken via contacten of het instellen van setpoints.
Setpoints
Blokkeren van extra verwarming als instelling (3357) op 'No' staat.
Let op: Deze instelling (3357) is mogelijk afzonderlijk voor de zones A, B, C, Uno (ongebruikt) en GBS.
Contact
Uitschakeling van de gasmodule als de vrije contacten
Configureerbare in- en uitgangen (BE.50)).
3357
Inschakeling extra verwarming, per zone in te stellen.
ELEKTRISCHE VERWARMERS
De elektrische verwarmingen worden uitgeschakeld de buitentemperatuur hoger is dan de in 3721 ingestelde drempel.
De capaciteit van elektrische verwarmer die via een triac-regeling worden gevoed kan, worden beperkt. Instelling 3723
bepaalt het maximum.
Voor elektrische verwarmer die worden gevoed via een triac regeling en die zich voor de batterij bevinden, geldt: als de
mengtemperatuur lager is dan de instelling in 3722, dan gaan de elektrische verwarmer op 100% werken.
Voor elektrische verwarmer die worden gevoed via een triac-regeling en die zich achter de batterij bevinden, geldt: als de
blaastemperatuur lager is dan de instelling in 3722, dan gaan de elektrische verwarmer op 100% werken.
Voor elektrische verwarmer die worden gevoed via een triac-regeling en die zich achter de batterij bevinden, geldt: als de
blaastemperatuur lager is dan de instelling in 3722, dan gaan de elektrische verwarmer op 100% werken.
3721
Drempel voor buitentemperatuur voor inschakelen elektrische verwarming.
3722
Laagste temperatuur waarbij Triac-regeling van elektrische verwarmingselementen geldt.
3723
Drempel maximumcapaciteit, triac.
WARMWATER
Bescherming tegen bevriezen bij minimale waterstroom
Als de buitenluchttemperatuur lager is dan instelling 3331, gaat het ventiel open, tot een minimum dat is ingesteld in
3332.
Alarm door bevriezing
In het algemeen zal de klep 100% open gaan zodra ijsafzetting op het blok wordt waargenomen. Het kan echter ook
voorkomen dat de vorstbescherming werkt door de klep juist te sluiten. Dit kan het geval zijn vanwege een hydraulisch
netwerk, pompen of een systeem voor leidingverwarming (trace heating). Deze keuze wordt gemaakt in instelling 3733.
CLIMATIC™50 – IOM – Rooftops/Aircoolair
[Dis.
Cp/Ah] of
[Dis.
AuxH.] gesloten worden. (Zie
CL50-ROOFTOPS-IOM-1107-D
23