Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatie; Geleidelijke Start; Zeer Efficiënte Ventilatoren En/Of Overbrenging Met Variabel Toerental - Lennox CLIMATIC 50 Gebruikershandleiding

Rooftops en aircoolair
Verberg thumbnails Zie ook voor CLIMATIC 50:
Inhoudsopgave

Advertenties

VENTILATIE

ON / OFF (starten en stoppen)
Functie
In het algemeen geldt dat de unit in werking is als de toevoerventilator draait.
De setpoints kunnen echter zodanig zijn dat de ventilator stopt in de dode zone van de temperatuurregeling.
Omschrijving
Om de unit te laten werken is het nodig dat instelling 3111 op `On' staat en de logische ingang ID7 op de J5-connector
van de BM50 gesloten is.
Instelling 3111 is beschikbaar op de DC/DM50 met aan-/uit-functionaliteit.
Voor elke tijdsperiode (ook zone genoemd) kan in de Climatic™50 een begin- en een eindtijdstip worden ingesteld.
Hierdoor kan de unit gedurende een deel van de dag uitgeschakeld zijn.
Als de ruimtetemperatuur zich in de dode zone bevindt, kan de ventilator draaien of stilstaan. Dit is per zone in de
Climatic™50 instelbaar.
3111
Hoofdschakelaar, aan of uit.
3351
Aan/uit, per afzonderlijke zone
3352
Aan/uit in de dode zone van de temperatuurregeling, instelling per zone.

GELEIDELIJKE START

Functie
Het is mogelijk de units, nadat de stroom was uitgevallen, weer geleidelijk op te laten starten, zodat niet door een
gelijktijdige start van alle units overbelasting ontstaat.
Omschrijving
De units hoeven niet onderling verbonden te zijn; het is voldoende als ze ieder een ander pLan-adres hebben. Zie
hiervoor de adresconfiguratie van de BM50.
Elke unit start dan, nadat de elektrische spanning weer hersteld is, pas na een bepaalde wachttijd. Deze wachttijd
bedraagt, in seconden, 10 keer het adresnummer van de unit.
Voorbeeld:
De unit met adres 3 start dus 30 (3 x 10) seconden na terugkeer van de spanning.
ZEER EFFICIËNTE VENTILATOREN en/of OVERBRENGING MET VARIABEL
TOERENTAL
Functie
Het variabele toerental van de ventilator maakt het volgende mogelijk:
Geleidelijk starten en stoppen (voor het opblazen van flexibele luchtslangen)
Een lagere ventilatorsnelheid in de dode zone van de temperatuurregeling, om slechts de benodigde hoeveelheid frisse
lucht toe te voeren.
Omschrijving
Het toerental van de toevoerventilator wordt in eerste instantie bepaald door instelling 3422.
Dit toerental komt overeen met de nominale luchtstroom van de installatie. Deze instelling kan alleen ter plaatse worden
gewijzigd.
Geleidelijke start/stop
Als instelling 3423 geactiveerd is, geldt:
Bij het starten van de ventilator wordt het toerental 30 seconden lang bepaald door instelling 3421. In de loop van
de 30 seconden daarna neemt het toerental geleidelijk toe, tot de snelheid die is ingesteld in 3422.
Bij het stoppen van de ventilator gaat de ventilator geleidelijk langzamer draaien, om na 1 minuut helemaal te
stoppen.
CLIMATIC™50 – IOM – Rooftops/Aircoolair
CL50-ROOFTOPS-IOM-1107-D
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave