Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Communicatie; Master/Slave - Lennox CLIMATIC 50 Gebruikershandleiding

Rooftops en aircoolair
Verberg thumbnails Zie ook voor CLIMATIC 50:
Inhoudsopgave

Advertenties

COMMUNICATIE

MASTER/SLAVE

Functie
Via master-slave kunnen diverse units met elkaar verbonden zijn en samenwerken.
Omschrijving
Configuratie van het pLan-netwerk
Meer over het instellen van de adressen van de kaarten voor het pLan-netwerk vindt u hoofdstuk: Configureren van
pLan-adres van de BM50.
Voor het pLan moet elke unit een verschillend adres hebben:
Unit 1
Master-unit
Units 2 t/m 12
Master/slave-configuraties:
De master-slave-verhouding is op diverse wijzen te configureren. Dit gaat via de instellingen 3922 en 3923:
Hete/koud master/slave:
Alle units zijn stand-alone, maar:
Als de meester vraagt om koelen, mogen de slaves niet verwarmen.
Als de meester vraagt om verwarmen, mogen de slaves niet koelen.
"Token"-koppeling:
Hierbij is er een beperking aan het aantal compressoren dat in werking is.
Instelling 3922 bepaalt hoeveel compressoren tegelijk mogen werken, voor alle gekoppelde units samen.
Back-upmodus;
De unit met het hoogste pLan-adres dient als reserve voor het geval dat bij een andere unit een storing optreedt.
Als bij meerdere units storingen optreden, dan gelden de volgende prioriteiten:
1.
De unit stopt
2.
Fout in één sensor of voeler
3.
Fout in een of meer compressoren
4.
Fout in een extra verwarming
5.
Fout i.v.m. temperatuurlimiet
6.
Fout filter
Als de ruimtetemperatuur te laag of te hoog wordt, code 013 of 023, dan start de reserve-unit op om te compenseren
voor het tekort aan vermogen van de andere units.
Roterende reserve-unit:
Als boven, behalve dat elke dinsdag om 9.00 uur een andere unit de reserve wordt, als er bij geen van de andere units
een storing is.
Master DC50
Functie configureerbaar met setpoint 3924:
Door deze functie te activeren is één, en niet meer dan één, DC50 aan te sluiten voor maximaal 12 units.
De DC50 moet aangesloten zijn op de master-unit (pLan-adres 1).
De functies tussen de master BM50 en zijn DC50 zijn standaard.
De master-BM50 geeft gegevens door aan de slaven, namelijk zijn start-stop-status, het gebied en de setpoints voor
temperatuur en minimale hoeveelheid verse lucht.
De slave-BM50's geven aan de master een samenvatting door van hun alarmen. Alarm 902 op de master duidt op
een fout op slave-unit 2 (903 voor 3, enz.)
Deze functie gaat niet samen met de reservefunctie.
CLIMATIC™50 – IOM – Rooftops/Aircoolair
Slave-units
CL50-ROOFTOPS-IOM-1107-D
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave