4.
Aan- en afbouw van de machine aan de achterste
driepuntshefinrichting van de trekker
Voordat de machine aan de trekker wordt bevestigd,
controleren of de aanbouwcategorie van de driepunts-
ophanging van de machine (cat. I of II) met die van de
trekker overeen komt.
• Bevestiging van de onderste aanspanpunten losmaken
(afb. 6)
• Aanspanpunten in de gewenste stand zetten
• Weer met de 4 bouten vast zetten
afb. 6
De doorsnede van de hefpennen komt overeen met cat. I.
Voor cat. II moeten opvulbussen worden gebruikt.
Om de machine veilig aan de trekker aan- of af te koppelen (zie ook punt
2.5.2.) adviseren wij u als volgt te werk te gaan:
• Koppelingsas op de vrije asstomp van de machine steken (bij een
koppelingsas met vrijloopkoppeling moet de vrijloop aan de machine-
zijde worden gemonteerd).
• De onderste hefarmen van de trekker in de onderste hefpunten
bevestigen.
•
Alle insteekpennen met de bijbehorende overslagpennen borgen.
22