blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde
hoeveelheid materiaal verwijdert.
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Figuur 80). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de vleugel (Figuur 78). Herhaal dit indien nodig
totdat het mes in balans is.
1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer het mes op de as (Figuur 81).
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Monteer de veerschijf en de mesbout. De conus
van de veerschijf moet worden gemonteerd op de
boutkop (Figuur 81). Draai de mesbout vast met een
torsie van 115–149 Nm.
Figuur 79
Figuur 80
2. Mesbalans
1. Vleugel van het mes
2. Mes
3. Veerschijf
De maaikwaliteit corrigeren
Als het ene maaidek korter maait dan het andere, kun
u dit als volgt corrigeren.
Opmerking: De bandenspanning is belangrijk bij deze
procedures. Controleer de bandenspanning.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Maak de bougiekabel(s) los van de bougie(s).
3. Zorg ervoor dat bandenspanning voor de
achterbanden 83–97 kPa (12–14 psi) bedraagt.
4. Controleer of de messen en spilassen niet zijn
verbogen. Raadpleeg Controle op kromme messen.
5. Zet de maaihoogtehendel in de stand van
7,6 cm. Raadpleeg Maaihoogte instellen in de
gebruiksaanwijzing.
6. Voer de onderstaande stappen in de juiste volgorde
uit.
Horizontale maaidekhoogte controleren
1. Breng de banden op de juiste spanning.
2. Controleer of de bladen niet zijn verbogen.
Raadpleeg Controle op kromme messen.
3. Plaats de messen naast elkaar. Meet bij de punten
B en C. Meet de afstand tussen een horizontaal
59
Figuur 81
4. Mesbout
5. Conus op boutkop