1
3
5
Figuur 44
Motoroliefilter vervangen
Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor
vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Plaats een doek onder het oliefilter om eventueel
gemorste olie op te nemen.
Belangrijk: Gemorste olie kan onder de motor
en in de koppeling lopen. Hierdoor kan de
koppeling beschadigd raken, kunnen de messen
langzaam tot stilstand komen als de koppeling
wordt uitgeschakeld en kan de koppeling gaan
slippen als deze is ingeschakeld. Veeg gemorste
olie weg.
3. Vervang het motoroliefilter (Figuur 45).
2
4
6
G008796
g015238
1
3
5
G012845
Opmerking: Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai nog
3/4 slag extra vast.
4. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie verversen.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type: NGK
®
BPR4ES of een equivalent type
elektrodenafstand: 0,76 mm
38
2
4
6
3/4
Figuur 45