5
4
Figuur 66
1. Hydraulische pompen
2. Spanpoelie
3. Koppelingspoelie
6. Verwijder de aandrijfriem van de pomp (Figuur 66).
7. Plaats een nieuwe riem rond de koppeling en de twee
poelies van de pomp.
8. Monteer de veer op de borstbout en ring, en bevestig
met de moer aan het maaidek (Figuur 66).
9. Breng de machine omlaag naar de inbedrijfpositie.
Raadpleeg de informatie over vooronderhoud in het
gedeelte Onderhoud.
10. Monteer de drijfriem van het maaidek.
6
1
2
3
G015402
4. Bevestiging van koppeling
5. Aandrijfriem van pomp
6. Borstbout, moer en ring
aan het maaidek
Onderhoud
bedieningsysteem
De rijhendelstanden afstellen
De rechterrijhendel afstellen
Als de rijhendels niet op één horizontale lijn staan, moet
u de rechterrijhendel afstellen.
Opmerking: Stel eerst de horizontale uitlijning af en
pas daarna de uitlijning voor/achter.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rechterrijhendel in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Duw de rechterrijhendel uit de vergrendelde
neutraalstand (Figuur 67).
4. Controleer of de hendel horizontaal is uitgelijnd met
de linkerrijhendel (Figuur 67).
1. Linkerrijhendel
2. Rechterrijhendel in
de vergrendelde
neutraalstand
5. Om de rechterrijhendel horizontaal te verstellen,
moet u de nok verstellen.
6. Maak het kussen los van de achterzijde van de
machine.
7. Draai de bout en moer los waarmee de nok is
bevestigd (Figuur 68).
8. Verstel de nok totdat deze is uitgelijnd met de
linkerrijhendel en draai de moer en de bout van de
nok vast.
51
Figuur 67
3. Controleer hier de
horizontale uitlijning
4. Rechterrijhendel