g015372
1. Schroeven van de
schakelaar
2. Nok
9. Nadat de nok is versteld, moet de schakelaar worden
gecontroleerd.
10. Controleer de opening tussen de rijhendel en de
schakelaar zoals getoond in Figuur 69. De opening
moet 3 mm bedragen terwijl de rechterrijhendel in
de ontgrendelde neutraalstand staat.
11. Draai indien nodig de schroeven los waarmee de
schakelaar is bevestigd en verstel de schakelaar
(Figuur 68 en Figuur 69).
Figuur 68
3. Moer en bout
1 2
g015373
1. Schakelaar
2. 3 mm
12. Draai de schroeven van de schakelaar vast.
De neutraalstand van de rijhendels
afstellen
Belangrijk: Controleer of de sporing van de maaier
juist is nadat u de rijhendels hebt versteld. De
sprong aanpassen en de uitlijning voor/achter van
de rijhendels is dezelfde procedure (Figuur 70).
Opmerking: Stel eerst de horizontale uitlijning af en
pas daarna de uitlijning voor/achter.
Als de rijhendels niet goed zij uitgelijnd of als de
rechterrijhendel niet gemakkelijk in de vergrendelde
neutraalstand glijdt, moeten de hendels worden afgesteld.
1. Controleer de uitlijning voor/achter nadat de
horizontale uitlijning is voltooid (Figuur 70).
52
3
2
Figuur 69
3. Rechterrijhendel in
de ontgrendelde
neutraalstand