2. Als afstelling nodig is, gebruik dan een voelermaat
van 0,381 mm om de drie afstelsleuven af te stellen.
Draai de borgmoeren aan totdat de voelermaat licht
is vastgeklemd maar gemakkelijk binnen de spleet
kan bewegen (Figuur 60).
3. Herhaal deze procedure bij de overige gleuven.
4. Controleer nogmaals elke sleuf en stel de koppeling
iets bij totdat de voelermaat tussen de rotor en de
armatuur hiermee zeer licht contact maakt.
Figuur 60
1. Stelmoer
2. Sleuf
3. Voelermaat
Onderhoud koelsysteem
Luchtinlaatrooster reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder vóór elk gebruik aangekoekt gras, vuil of
andere verontreiniging van de cilinder en de koelribben
van de cilinderkop, het luchtinlaatrooster op het uiteinde
van het vliegwiel, de carburateur, de regelhendels en de
verbindingen. Dit zal mede zorgen voor een adequate
koeling en een correct motortoerental en zal de kans
verkleinen dat de motor oververhit raakt en technische
schade oploopt.
Het koelsysteem reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 100
bedrijfsuren—Controleer en reinig de
koelribben en uitlaatringen.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder het luchtinlaatrooster en de
ventilatorbehuizing (Figuur 61).
4. Verwijder vuil en gras van de machineonderdelen.
5. Verwijder de luchtinlaatroosters, de terugloopstarter
en de ventilatorbehuizing (Figuur 61).
1. Scherm en
luchtinlaatrooster
47
1
2
g015409
Figuur 61
2. Ventilatorbehuizing