Beschikbare diafragmawaarden
[1,8], [2,0], [2,4], [2,8], [3,4], [4,0], [4,8],
[5,6], [6,7], [8,0]
OPMERKINGEN
• Als u een numerieke waarde (diafragma
of sluitertijd) instelt, gaat het
weergegeven nummer knipperen indien
het diafragma of de sluitertijd voor de
opnameomstandigheden niet geschikt
is. Selecteer in dat geval een andere
waarde.
• [
SHUTTER-PRIO.AE/
SLUITERTIJDVOORKEUZE AE]
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een
helderder beeld krijgen, maar kan de
beeldkwaliteit minder zijn, en werkt de
automatische scherpstelling mogelijk
niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
• [
APERTURE-PRIO.AE/
DIAFRAGMAVOORKEUZE AE]
De feitelijke reeks beschikbare waarden
waaruit een keuze mogelijk is, zal
afhangen van de aanvankelijke
zoomstand.
Minivideolamp
U kunt de minivideolamp aanzetten om
op donkere plaatsen video-opnamen of
foto's te maken.
1
Indien de joystickaanduiding
niet op het scherm wordt
weergegeven, druk dan op
om deze op te roepen.
Indien
niet op de
joystickaanduiding wordt
weergegeven, druk (
joystick dan naar [NEXT/
VOLGENDE] om dit symbool op te
roepen.
2
Druk (
) op de joystick naar
•
verschijnt op het scherm.
• Druk (
) op de joystick nogmaals
in als u de minivideolamp wilt
uitzetten.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling om geen gebruik
te maken van de minivideolamp terwijl de
optionele groothoekconverter of
teleconverter aangesloten is; de schaduw
hiervan kan op het beeld verschijnen.
NL
(
24)
) op de
.
45