Inhoudsopgave
Advertenties
Opmerkingen over persoonlijke instellingen
Kijk voor de wijze van instellingen op de vorige bladzijde.
Flitsstanden (Flash)
Hier kunt u regelen welke flitsstanden in de opnamestand actief zijn. Er moet minimaal een flitsstand
actief blijven. Meer over de flitsstanden op blz. 28.
Handmatige scherpstelling en zelfontspanner (Macro)
Met deze Custom-optie regelt u welke scherpstel- en zelfontspannerstanden beschikbaar zijn in de
opnamestand. Een moet er minimaal actief blijven.
U kunt drie vaste afstandsinstellingen toevoegen: 4 m, 2 m en 1 m. Indien zo'n stand in de opname-
stand wordt geselecteerd wordt de scherpstelling vast ingesteld op die afstand. Kijk voor informatie
over de scherpstel- en zelfontspannerstand op blz. 30.
AF AE AWB
Met deze optie kunt u voor de opnamestand verschillende functies aan de stuureenheid toewijzen.
Belichtingscorrectie
Druk in de opnamestand op de op-toets van de
stuureenheid om de belichtingscorrectie te activeren.
Gebruik de links/rechts-toetsen om de belichtingscor-
rectiewaarde in te stellen. De verandering is zichtbaar in
het live-beeld.
Druk op de op-toets om de instelling te voltooien; u kunt
de stuureenheid nu gebruiken om andere functies te
regelen. Bij instelling op een andere waarde dan 0.0 ver-
schijnt de correctiewaarde op de monitor. Meer informa-
tie over belichtingscorrectie op blz. 39.
78
setup-menu
Waarde belichtingscorrectie
Advertenties
Inhoudsopgave
