Scherpstellen en opnamefuncties
Autofocusstand selecteren
Deze camera beschikt over drie autofocusstanden: S-AF, C-AF, en MF.
U kunt foto's maken door de S-AF- of C-AF-functie met de
MF-functie te combineren.
Directe knop
Superbedieningspaneel
Menu
Instellingenvenster
• U kunt de instellingen in de zoeker controleren terwijl u de
AF-knop gebruikt om de instellingen in te geven.
Zoeker
S-AF (één keer scherpstellen)
Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp.
Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in. Deze
methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen.
Druk de ontspanknop half in.
• Zodra de camera heeft scherpgesteld, stopt het AF-teken
met knipperen.
• U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met
scherpstellen.
TIPS
Bij weinig licht kan de camera in een AF-stand soms
moeilijk automatisch scherpstellen:
j De ingebouwde flitser kan als AF-lichtbron fungeren. Dit maakt
scherpstellen in de stand AF eenvoudiger bij weinig licht.
g"AF ILLUMINAT." (blz. 87)
Als u snel wilt overschakelen van AF naar MF:
j Door [MF] aan de <-knop toe te wijzen kunt u met een druk op de <-knop naar de MF-functie
overschakelen.
g"; FUNCTION" (blz. 89)
Als u wilt kunnen fotograferen, ook indien er niet op het onderwerp is scherpgesteld:
j Zie "RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C" (gblz. 91).
AF j
i p: [AF MODE]
MENU [X] [AF MODE]
: S-AF
: C-AF
: MF
: S-AF+MF
: C-AF+MF
j
MENU knop
AF-knop
i-knop
AF MODE
S-AF
C-AF
MF
S-AF+MF
C-AF+MF
SELECT
GO
AF-teken
5
5
Zoeker
51
NL