Download Print deze pagina

Olympus E-520 Handleiding pagina 33

Advertenties

Een handleiding voor functies voor verschillende
onderwerpen
Deze paragraaf beschrijft de functies die onder verschillende lichtomstandigheden voor
de diverse onderwerpen geschikt zijn.
Landschapsfoto's nemen
Deze paragaaf beschrijft het maken van buitenopnamen van bossen, meren en stranden overdag.
De stand Fotograferen veranderen
De juiste manier van fotograferen is afhankelijk van wat u wilt
vastleggen, bijvoorbeeld de stilte van een stilstaande scène of
de dynamiek van een bewegende scène.
• Om de diepte van een bos vast te leggen, stelt u op
een groter deel van het beeld scherp. Gebruik de stand A
(diafragmavoorkeuze) en sluit het diafragma zo ver mogelijk
(d.w.z. verhoog de diafragmawaarde).
• Om het moment vast te leggen (te "bevriezen") waarop
golven tegen de rotsen slaan, gebruikt u de stand S
(sluitertijdvoorkeuze) en kiest u een snelle sluitertijd.
Om een ruisende waterval of een stromende rivier vast
te leggen, fotografeert u met een lange sluitertijd.
Belichtingscorrectie kan zelfs bij verschillende standen voor het fotograferen worden gebruikt.
Controleer het beeld dat u hebt gefotografeerd en gebruik + of - om de belichtingstijd bij
te stellen om betere resultaten te behalen.
De witbalans aanpassen
De kleur van water op foto's ziet er anders uit afhankelijk van
of het een meer is dat dichtbij staande bomen reflecteert
of een zeekust die omgeven is door een koraalrif. Om het
subtiele kleurverschil vast te leggen, kunt u de instelling
van de witbalans veranderen. Verander de instellingen voor
verschillende situaties, bijvoorbeeld stand [55300 K] voor
zonnige dagen en stand [27500 K] voor buitenopnamen
in de schaduw op een zonnige dag.
Metingsmethode veranderen
Afhankelijk van de diepte van het water en de stand van de zon, kan
de helderheid van het water grote verschillen vertonen in de diverse
delen van dezelfde compositie. Ook de helderheid van bossen
is verschillend, afhankelijk van hoe de bomen elkaar overlappen.
Als u weet in welke bereiken u de correctie moet benadrukken
in de compositie van het beeld, dan kunt u de metingsmethode
veranderen. In de stand [e] (digitale ESP-meting) meet de camera
automatisch de helderheid binnen de compositie en bepaalt
de belichting. Om de belichting af te stemmen op een bepaald gebied
binnen de compositie, kiest u de stand [J] (lichtmeting met nadruk
op het centrum) of de stand [n] (spotmeting), u richt het
lichtmeetveld op dat gebied binnen de compositie en u meet
dan de belichting.
Kleurintensiteit veranderen
Het kan gebeuren dat u de gewenste kleur niet kunt reproduceren, zelfs niet met het gebruik
van witbalans of belichtingscorrectie. In dat geval kunt u de instelling [SATURATION]
veranderen om de gewenste kleur te krijgen. De instelling [SATURATION] heeft twee niveaus,
hoge en lage instellingen. Als de instelling hoog is, worden er felle kleuren gebruikt.
2
33
NL

Advertenties

loading