De camera of uw hand beweegt als u op de ontspanknop drukt
• Druk voorzichtig op de ontspanknop of houd de camera stevig met beide handen vast.
• Gebruik de beeldstabilisatiefunctie. g"Beeldstabilisator" (blz. 58)
• U kunt voorkomen dat de camera beweegt terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt door de
zelfontspanner of anti-shock te gebruiken. g"Fotograferen met de zelfontspanner" (blz. 56),
"Anti-shock – trillingen voorkomen" (blz. 58)
Foto's maken met minder flits
In de stand autoflitsen gaat de flitser bij te weinig licht automatisch af en komen onscherpe
beelden vaker voor. Als het object te ver weg is, heeft de flitser geen invloed. Hier wordt
beschreven hoe u in dergelijke situaties foto's dient te maken zonder de flitser.
Stel de beeldstabilisatiefunctie in.
• Deze functie voorkomt cameratrilling, waardoor u de camera kunt vasthouden en foto's kunt nemen
bij weinig licht zonder flits. g"Beeldstabilisator" (blz. 58)
Zet g (motiefprogramma) op [q] (DIS MODE)
• Aangezien de ISO-gevoeligheid automatisch groter wordt, kunt u de camera in uw hand houden en
foto's maken in lichte situaties met de flitser uit.
Verhoog de ISO-waarde
• Verhoog de ISO-waarde. Het beeld kan korrelig worden.
g"ISO-waarde instellen" (blz. 50)
Het beeld is te korrelig
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de ISO-waarde verhoogt, kan er "beeldruis" optreden (puntjes met ongewenste kleuren of
onregelmatigheden in kleurvlakken), wat het beeld korrelig maakt. Deze camera is uitgerust met
een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met ruisonderdrukking. Door de ISO-
gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere beelden dan wanneer er een lagere
gevoeligheid wordt gebruikt.
g"ISO-waarde instellen" (blz. 50)
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semi-tegenlicht gemaakt is. Dit wordt veroorzaakt
door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd. Bedenk zoveel
mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt opgenomen.
Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is. Gebruik een
zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet helpt, gebruikt
u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g"Verwisselbare lenzen" (blz. 119)
Foto's maken met de juiste kleur
De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is
de lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren
kan bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar
afhankelijk van het onderwerp kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen van
de [WB]-instelling.
• Als het onderwerp zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt.
• Als het onderwerp wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen, bijvoorbeeld
12
wanneer het onderwerp zich vlakbij een raam bevindt.
• Als er geen witte partijen in het beeld voorkomen.
g"Witbalans selecteren" (blz. 62)
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
In normale gevallen lijken witte onderwerpen, zoals sneeuw, donkerder dan gebruikelijk als
de foto gemaakt is. Er bestaan diverse manieren om het wit vast te leggen.
110
NL