Fotografeergidsen – Verbeter uw vaardigheid
in het fotograferen
Gidsen voor basisfuncties
Om uzelf vertrouwd te maken met de camera kunt u beginnen met het maken van foto's
van onderwerpen in uw omgeving zoals kinderen, bloemen, huisdieren. Als de foto's u niet
bevallen, probeer dan een paar van de onderstaande instellingen bij te stellen. U kunt al betere
foto's maken door uzelf vertrouwd te maken met deze basisfuncties van de camera.
Scherpstellen – De ontspanknop bedienen
Een foto kan onscherp worden als u op de voorgrond,
achtergrond of op andere onderwerpen in het beeld in plaats
van op het gewenste onderwerp hebt scherpgesteld. Om wazige
foto's te voorkomen, moet u scherpstellen op het onderwerp dat
u wilt fotograferen. De ontspanknop kan half ingedrukt (half
indrukken) en helemaal ingedrukt (helemaal indrukken) worden.
Zodra u goed weet hoe de ontspanknop werkt, kunt u zelfs
scherpstellen op bewegende onderwerpen.
Half
indrukken:
g"Fotograferen" (blz. 16),
"Focus lock – Als het scherpstellen niet lukt" (blz. 54)
Zelfs als op het onderwerp is scherpgesteld, kan het beeld
wazig worden als u de camera beweegt terwijl de ontspanknop
wordt ingedrukt. Dit wordt "cameratrilling" genoemd. Houd de
camera goed vast. De camera is vooral gevoelig voor beweging
als met live bekijken gefotografeerd wordt terwijl het onderwerp op de monitor bekeken wordt.
U kunt cameratrilling beperken met behulp van de beeldstabilisator.
g"Vasthouden van de camera" (blz. 17), "Beeldstabilisator" (blz. 58)
Naast het verkeerd scherpstellen en het bewegen van de camera kunnen onscherpe beelden
ook optreden als onderwerpen te snel bewegen. In dat geval gebruikt u een sluitertijd die
bij de beweging van het onderwerp past. U kunt de huidige sluitertijd en het diafragma op
de displays van de zoeker en monitor bevestigen door de ontspanknop half in te drukken.
g"Zoeker" (blz. 6), "Superbedieningspaneel" (blz. 7), "LCD-monitor (Live view)" (blz. 8)
Helderheid – Belichtingscorrectie
Aan de hand van de helderheid kiest de camera automatisch
een diafragmawaarde en sluitertijd. Dit wordt automatische
belichting genoemd. Maar in sommige gevallen kunt
u met automatische belichting alleen niet de gewenste foto
maken. In dat geval kunt u de instelling van de automatische
belichting verhogen of verlagen. Verhoog de belichtingswaarde
om de helderheid van een zomers strand of het wit van
sneeuw te verbeteren. Verlaag de belichtingswaarde als het
te fotograferen gebied kleiner en helderder is dan zijn omgeving.
Als u niet zeker weet hoeveel belichtingscorrectie nodig is, maak
dan een aantal foto's met verschillende instellingen en vergelijk de foto's.
g"Belichtingscorrectie" (blz. 47), "AE bracketing (belichting variëren)" (blz. 49)
Helemaal
indrukken:
2
2
31
NL