Indicaties in de zoeker Indicatie op de monitor
Geen indicatie
Geen indicatie
Onderhoud van de camera
Reinigen en opbergen van de camera
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
• Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek
in een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog
hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem
schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Monitor en zoeker:
• Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens, spiegel en scherpstelscherm:
• Verwijder stof van lens, spiegel en scherpstelscherm met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje.
Wrijf de lens met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
• Haal de batterij en het kaartje uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet
te gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
• Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen stof op het
beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het beeldopneemelement
te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie wordt geactiveerd als u de
cameraschakelaar op ON zet en als u Live view start of stopt. De stofreductiefunctie
werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het beeldopneemelement en het
beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie elke keer dat de camera aangezet
wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop gehouden worden voor een effectieve
stofreductie. Het SSWF-indicatielampje knippert terwijl de stofreductie uitgevoerd wordt.
g"SSWF-indicator" (blz. 14)
x
Opmerkingen
12
• Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën behandeld
reinigingsdoekje.
• Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera
te beschermen tegen roest.
• Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens optreden.
• Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt. Maak een
proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat u belangrijke foto's
116
maakt.
NL
Mogelijke oorzaak
Er heeft zich een
probleem met de printer
en/of de camera
voorgedaan.
PRINT ERROR
Het is mogelijk dat
foto's die met andere
camera's gemaakt zijn,
CANNOT PRINT
niet vanuit deze camera
geprint kunnen worden.
Oplossing
Schakel camera en
printer uit. Controleer
de printer en hef
eventuele storingen
op voordat u beide
apparaten weer
inschakelt.
Gebruik een computer
om de foto's te printen.