Fotograferen met handmatig scherpstellen
Tijdens het live bekijken kunt u handmatig scherpstellen terwijl u de scherpstelling op
de LCD-monitor controleert.
1
Stel de AF-stand in op [S-AF+MF] of [MF]. g"Autofocusstand selecteren" (blz. 51)
2
Stel scherp door de scherpstelring te draaien.
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt of op de AEL / AFL-knop hebt gedrukt, kunt u in
de [S-AF+MF]-stand de scherpstelring draaien om scherp te stellen voordat u een foto maakt.
• De vergrote weergave is erg handig om handmatig scherp te stellen. g"Het werken met
vergrote weergave" (blz. 41)
Het informatiedisplay omschakelen
Telkens als u op INFO drukt, verschijnt er andere informatie op de LCD-monitor.
3
Informatiedisplay aan
250
250 F5.6
250
250
250 F5.6
Informatiedisplay aan +
weergave met lijnen
(gblz. 92)
Een foto maken terwijl u het effect vergelijkt
U kunt de belichtingscorrectie of de witbalans controleren op een scherm met vier beelden.
1
Druk herhaaldelijk op de INFO-knop om het
vergelijkingsscherm weer te geven.
g"Het informatiedisplay omschakelen" (blz. 40)
• De vergelijkingsscherm voor de belichtingscorrectie verschijnt.
Druk op a om over te schakelen naar het vergelijkingsscherm
voor de witbalans. Druk op ac om van scherm
te veranderen.
2
Gebruik bd of de regelaar om de waarde te selecteren
en druk vervolgens op de i-knop.
• U kunt een foto maken met de ingestelde waarde.
x
Opmerkingen
• Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M (handmatig).
• Deze functie kan niet worden gebruikt in de g-stand.
40
NL
Informatiedisplay
aan+ Histogram
F5.6
L N
N
3 8
3 8
F5.6
3 8
3 8
Informatiedisplay uit
250 F5.6
250
F5.6
3 8
3 8
Vergrote weergave
(gblz. 41)
250
250 F5.6
F5.6
3 8
3 8
0.0
0.0
+0.3
+0.3
+0.7
+0.7
+1.0
+1.0
F
WB/
GO
Vergelijkingsscherm
(gblz. 40)
0.0
0.0
+0.3
+0.3
+0.7
+0.7
+1.0
+1.0
F
WB/
GO