4
Belichting
Programmagestuurd fotograferen
Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie
van diafragmawaarde en sluitertijd.
Zet de functieknop op P.
• Als de ontspanknop half is ingedrukt, worden de sluitertijd
en diafragmawaarde weergegeven op de zoeker.
Als de ontspanknop wordt losgelaten, worden
de sluitertijd en diafragmawaarde weergegeven
op het superbedieningspaneel.
4
2008. 08.16
Normal
Superbedieningspaneel
Programma-aanpassing (%)
Door in de stand P de regelaar te verdraaien, kunt u de combinatie
van diafragma en sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft.
g"Lijndiagram van het programma (P-stand)" (blz. 122)
• Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Om de programma-
aanpassing te annuleren, verdraait u de regelaar tot de
fotografeerstandindicatie % in de zoeker en op het
superbedieningspaneel verandert in P, of u schakelt de camera uit.
• Bij gebruik van een flitser is er geen programma-aanpassing mogelijk.
TIPS
De sluitertijd en diafragmawaarde knipperen:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten.
Voor meer informatie, zie "Waarschuwingsindicatie belichting" (gblz. 122).
42
NL
Diafragmawaarde
250
F5.6
AF
OFF
arge
Stand Fotograferen
Sluitertijd
Zoeker
AF-teken
Programma-
aanpassing