3.10
G
EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL
3
Bereid een stapel papier voor door het papier wat te buigen
of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een
vlakke ondergrond een rechte stapel van.
4
Plaats papier centraal in de papierlade met de afdrukzijde
naar benden. Controleer of het papier niet boven de
papiergrensmarkering links in de papierlade uitkomt. Te
veel papier in de papierlade kan ervoor zorgen dat het
papier vastloopt.
Als u vanaf papierlade 1 op voorbedrukt papier wilt
afdrukken, moet de bedrukte zijde naar beneden en met
ontkrulde kant tegen de printer liggen. Bij invoerproblemen
draait u het papier 180 graden.
O
: Plaats nooit te veel afdrukmateriaal. Het
PMERKING
afdrukmateriaal trekt krom als u een stapel laadt die niet hoog
genoeg is of die te ver in de lade is geduwd.