Pagina 3
NHOUD NLEIDING Hoofdstuk 1: Bijzondere eigenschappen ........1.2 Onderdelen van de printer ........1.4 Voorkant ............1.4 Binnenkant ............ 1.5 Achterkant ............. 1.5 Uitleg van het bedieningspaneel ......1.6 Lampjes voor Online, Foutmeldingen en Tonerspaarstand ..........1.6 Cancel toets ........... 1.7 RINTER INSTALLEREN Hoofdstuk 2: Uitpakken ............
Pagina 4
FDRUKMATERIAAL KIEZEN Hoofdstuk 3: Papier en andere afdrukmaterialen kiezen ....3.2 Papierformaten en capaciteit ......3.3 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal . 3.4 Uitvoer kiezen ............. 3.5 Afdrukken via de bovenuitvoer (Voorkant omlaag) .......... 3.5 Afdrukken via de achteruitvoer (Voorkant omhoog) .........
Pagina 5
Uitvoerinstellingen ..........4.26 Printer in een netwerk opnemen ......4.28 Windows 9x/Me ..........4.28 Windows NT/2000/XP ........4.29 RINTER ONDERHOUDEN Hoofdstuk 5: Onderhoud tonercassette ........5.2 Toner opnieuw verdelen ........5.3 Tonercassette vervangen ......... 5.4 Printer reinigen ........... 5.5 Buitenzijde reinigen ........5.5 Binnenzijde reinigen ........
Pagina 6
PPENDIX Hoofdstuk 7: De printer onder Linux gebruiken ......7.2 Stuurprogramma van de printer installeren ..7.2 Aansluitmethode van de printer wijzigen .... 7.6 Configuration Tool gebruiken ......7.8 LLPR eigenschappen wijzigen ......7.10 Afdrukken vanuit DOS toepassingen ...... 7.12 Over het programma RCP bedieningspaneel ..
Pagina 7
Veiligheid en milieu Verklaring inzake veiligheid laser De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I(1) laser producten en buiten de VS als Klasse I laser product volgens de eisen van IEC 825/EN69825. Klasse I laser producten worden als ongevaarlijk beschouwd.
Pagina 8
Veiligheid ozonproductie Tijdens normaal gebruik produceert de Phaser 3130 printerserie ozon. De hoeveelheid ozon is overigens zo gering dat het geen gevaar voor de gebruiker oplevert. Wel raden we u aan om de printer in een goed geventileerde ruimte te installeren.
Pagina 9
Xerox Corporation. OPGELET: Veranderingen of wijzigingen aan deze apparatuur, die niet specifiek werden goedgekeurd door Xerox Europe, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gemachtigd is om de apparatuur te bedienen. Bij deze apparatuur moeten gepantserde kabels worden gebruikt; anders voldoet de uitrusting niet meer aan de EMC Richtlijn (89/336/EEC).
Pagina 10
OPGELET: Iedere ongeoorloofde verandering, inclusief de toevoeging van nieuwe functies of de aansluiting van externe apparaten, kan gevolgen hebben voor de certificatie van het product. Gelieve met uw XEROX-vertegenwoordiger contact op te nemen voor meer informatie hierover. Waarschuwingsmarkeringen Alle instructies die op de producten zijn aangebracht of die worden meegeleverd, moeten worden gerespecteerd.
Pagina 11
Dit product mag niet in een ingebouwde installatie worden geplaatst, tenzij daarbij de nodige aandacht aan de koeling is besteed. Gelieve in ieder geval contact op te nemen met uw XEROX-vertegenwoordiger indien u hierover advies wilt. Steek nooit voorwerpen in de koelopeningen van het product.
Pagina 14
NLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe printer! In dit hoofdstuk vindt u informatie over: • Bijzondere eigenschappen • Onderdelen van de printer • Uitleg van het bedieningspaneel...
Pagina 15
Bijzondere eigenschappen Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere eigenschappen, waardoor u mooiere afdrukken kunt maken, wat u een voorsprong geeft op uw concurrenten. U kunt: Afdrukken met een uitstekende kwaliteit en hoge snelheid • U kunt afdrukken maken met 1200 dots per inch (dpi). Zie pagina 4.16.
Pagina 16
Geschikt voor verschillende omgevingen • U kunt afdrukken onder Windows 95/98/Me/NT 4.0/ en 2000/XP. • Uw printer is compatibel met Linux. • De printer wordt standaard geleverd met een parallelle- en een USB interface. NLEIDING...
Pagina 17
Onderdelen van de printer Voorkant Uitvoersteun Bovenuitvoer (Voorkant omlaag) Bedieningspaneel Voorklep Geleider handinvoer Lade Aan/uitschakelaar Handinvoer Indicator papierniveau NLEIDING...
Pagina 18
Binnenkant Toner cassette Voorklep Achterkant Achteruitvoer (Voorkant omhoog) Aansluiting netsnoer Parallelle poort USB poort NLEIDING...
Pagina 19
Uitleg van het bedieningspaneel Lampjes voor Online( ), Foutmeldingen en Tonerspaarstand( Lampje Beschrijving Als het lampje groen oplicht, is de printer gereed voor gebruik. Als het lampje rood oplicht, is sprake van een storing. Er kan bijvoorbeeld papier zijn vastgelopen, de klep kan openstaan of de tonercassette is leeg.
Pagina 20
Lampje Beschrijving Als de lampjes knipperen, is sprake van een probleem. Zie “Foutmeldingen oplossen” op pagina 6.18. Cancel( ) toets Functie Beschrijving Demopagina Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de afdrukken toets gedurende 2 seconden ingedrukt tot alle lampjes langzaam knipperen.
Pagina 22
RINTER INSTALLEREN In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer kunt installeren. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Uitpakken • Tonercassette plaatsen • Papier laden • Printerkabel aansluiten • De printer aanzetten • Demopagina afdrukken •...
Pagina 23
Uitpakken Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: Tonercassette Netsnoer USB Kabel Cd-rom Installatiehandleiding Opmerkingen: • Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier. • De onderdelen kunnen van land tot land verschillen. •...
Pagina 24
Een geschikte plaats voor de printer kiezen Kies voor de printer een vlakke, stabiele plaats met voldoende ruimte voor de luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u de kleppen en laden gemakkelijk kunt openen. De printer moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is. Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of koudebron zoals een kachel, CV-radiator, airco of luchtverfrisser.
Pagina 25
Tonercassette plaatsen Pak de voorklep vast en open hem door de klep naar u toe te trekken. NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
Pagina 26
Kijk waar zich in de printer de twee bevestigingspunten voor de cassette bevinden. Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht zit. Als deze niet goed gesloten is, kunnen tijdens het afdrukken fouten optreden.
Pagina 27
Papier laden In de papierlade kunt u ongeveer 250 vel papier laden. Trek de lade uit de printer. NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
Pagina 28
Leg het papier met de te bedrukken kant naar omlaag gericht in de lade. Controleer of het papier in alle hoeken vlak ligt. Controleer of het papier niet boven de maximummarkering in de lade uitkomt. Teveel papier in de lade kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
Pagina 29
Formaat van het papier in de lade wijzigen Stel de achterste papiergeleider in op de juiste papierlengte (zie illustratie). Plaats de zijgeleider links tegen het papier aan (zie illustratie). Opmerkingen: • Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo dicht tegen het afdrukmateriaal aanligt dat dit bol komt te staan.
Pagina 30
Printerkabel aansluiten Om vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u uw printer met behulp van een printerkabel op uw printer aansluiten. U kunt hiervoor zowel een parallelle kabel als een USB (Universal Serial Bus) kabel gebruiken. Aansluiten via een parallelle kabel NB: Voor het aansluiten van de printer op de parallelle poort van uw computer heeft u een goedgekeurde parallelle kabel nodig.
Pagina 31
Aansluiten via een USB kabel NB: Om uw printer via de USB poort op uw computer aan te sluiten, heeft u een goedgekeurde USB kabel nodig. Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan. Steek de USB kabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Pagina 32
De printer aanzetten Sluit het netsnoer aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer. Steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact en zet met de aan-/uitschakelaar de printer aan. Naar stopcontact LET OP: • Het fixeergedeelte achterin de binnenzijde van de printer wordt heet zodra u de printer aanzet.
Pagina 33
Om een configuratieblad af te drukken houdt u de toets ongeveer 6 seconden ingedrukt. Op de demopagina en het configuratieblad kunt u zien hoe de printer op dit moment is ingesteld. XEROX Xerox Phaser 3130 Personal Laser Printer Great Performance Great Value Demopagina Configuratieblad 2.12...
Pagina 34
Printersoftware installeren De meegeleverde cd-rom bevat de stuurprogramma’s voor gebruik in een Windows-, Macintosh- en Linux-omgeving, de online handleiding en het programma Acrobat Reader waarmee u de handleiding op uw scherm kunt bekijken. Afdrukken vanuit een Windows-omgeving Vanaf de cd-rom kunt u de volgende printersoftware installeren: •...
Pagina 35
Eigenschappen van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Invoer selecteren • Papierformaat, ori ëntatie (afdrukrichting) en papiertype • Aantal exemplaren Onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de mogelijkheden die door de stuurprogramma’s worden ondersteund: Printerdriver Functie...
Pagina 36
Printersoftware onder Windows installeren Systeemeisen Controleer het volgende: • Uw PC dient over tenminste 32 MB (Windows 9x/Me), 64 MB (Windows 2000/NT), 128 MB (Windows XP) RAM-geheugen te beschikken. • Er moet tenminste 200 MB schijfruimte vrij zijn op uw PC. •...
Pagina 37
Als de installatie niet is gelukt, is het nodig de software opnieuw te installeren. Selecteer vanuit het Start menu Programma’s. Selecteer Xerox Phaser 3130 PCL 6 en vervolgens Onderhoud Xerox Phaser 3130 PCL 6 stuurprogramma. Het venster Onderhoud Xerox Phaser 3130 PCL 6 stuurprogramma wordt nu getoond.
Pagina 38
Klik op Verwijderen en daarna op Volgende. Als om een bevestiging gevraagd wordt, klikt u op OK. Het stuurprogramma van de Xerox Phaser 3130 en alle onderdelen worden nu van uw computer verwijderd. Nadat de programma’s verwijderd zijn, klikt u op Voltooien.
Pagina 39
Klik op Volgende. Het USB stuurprogramma wordt nu ge ï nstalleerd. Als het stuurprogramma ge ï nstalleerd is, klikt u op Voltooien. Als het venster wordt getoond waarin u een taal kunt selecteren, kiest u de door u gewenste taal. NB: Als de printersoftware al geïnstalleerd is, verschijnt dit scherm niet.
Pagina 40
Afdrukmateriaal kiezen In dit hoofdstuk vindt u informatie over de verschillende papiersoorten die u voor deze printer kunt gebruiken en hoe u de papierlade op de juiste manier vult. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Papier en andere afdrukmaterialen kiezen •...
Pagina 41
Papier en andere afdrukmaterialen kiezen U kunt op een grote verscheidenheid aan papiersoorten afdrukken: normaal papier, enveloppen, etiketten, transparanten enz. (zie “Papierspecificaties” op pagina 7.22). U verkrijgt de beste afdrukresultaten wanneer u kopieerpapier van goede kwaliteit gebruikt. Bij het kiezen van afdrukmateriaal moet u met het volgende rekening houden: •...
Pagina 42
Papierformaten en capaciteit Invoer/Capaciteit Afmetingen Lade Handinvoer Normaal papier Letter (215 x 279 mm) Legal (216 x 355 mm) Executive (184 x 267 mm) Folio (216 x 330 mm) A4 (210 x 297 mm) B5 (182 x 257 mm) A5 (148 x 210 mm) A6 (105 x 148 mm) Enveloppen No.
Pagina 43
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende materialen de volgende richtlijnen in gedachten: • Afdrukken op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier kan resulteren in vastlopen van het papier en een lage afdrukkwaliteit.
Pagina 44
Uitvoer kiezen De printer heeft twee uitvoermogelijkheden: de achteruitvoer en de bovenuitvoer. ❷ Bovenuitvoer ❷ Achteruitvoer Wanneer u de bovenuitvoer wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de achteruitvoer gesloten is. Om de achteruitvoer te gebruiken, moet u deze eerst openen. Opmerkingen: •...
Pagina 45
Afdrukken via de achteruitvoer (Voorkant omhoog) Wanneer de achteruitvoer is geopend, voert de printer de afgedrukte vellen altijd via deze uitvoer uit. Het papier verlaat de printer met de voorkant omhoog en de laatste pagina bovenop. Bij afdrukken op materiaal uit de handinvoer en uitvoer via de achteruitvoer beschikt u over een vlakke papierbaan.
Pagina 46
Als u de afgedrukte pagina’s niet aan de achterzijde wilt uitvoeren, sluit u de achterklep. De pagina’s worden dan via de bovenuitvoer uitgevoerd. Papier laden Op de juiste manier laden van papier helpt vastlopen voorkomen en is de basis voor probleemloos printen. Verwijder de papierlade nooit terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Pagina 47
Afdrukken via de handinvoer Als u als Invoer kiest voor Handmatig, kunt u het afdrukmateriaal vel voor vel via de handinvoer invoeren. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer u na iedere pagina de afdrukkwaliteit wilt controleren. Als bij het afdrukken via de papierlade het papier steeds vastloopt, voer het papier dan een voor een via de handinvoer Leg het afdrukmateriaal met de te bedrukken kant naar boven in de handinvoer.
Pagina 48
Wanneer u via de handinvoer afdrukt, kunt u een afdruktaak niet met de toets annuleren. Om een afdruktaak die u via de Handinvoer afdrukt te annuleren, doet u het volgende: Zet de printer uit. Dubbelklik op het pictogram rechts onderin het scherm. Dubbelklik op dit pictogram voor de wachtrij met afdruktaken.
Pagina 49
Op enveloppen afdrukken Richtlijnen • Gebruik alleen enveloppen die voor laserprinters zijn bedoeld. Controleer voordat u enveloppen in de handinvoer doet of ze niet beschadigd zijn en zorg ervoor dat ze niet aan elkaar vastzitten. • Gebruik geen enveloppen waar al een postzegel op zit. •...
Pagina 50
Wanneer u op enveloppen wilt afdrukken, moet u in uw programma bij Invoer voor Handmatig kiezen, en vervolgens het juiste papierformaat en papiertype selecteren. Voor meer informatie, zie pagina 4.6. Om het afdrukken te starten, drukt u op de toets NB: Wees voorzichtig bij het openen van de achteruitvoer.
Pagina 51
Etiketten afdrukken Richtlijnen • Gebruik alleen etiketten die voor laserprinters zijn bedoeld. • Controleer of de lijm van de etiketten 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van de printer 200 °C. • Controleer of er tussen de etiketten misschien gedeelten met lijm zichtbaar zijn.
Pagina 52
Voordat u de etiketten afdrukt, moet u in uw programma de juiste Invoer (Handmatig), materiaaltype/ papiersoort en formaat instellen. Voor meer informatie, zie pagina 4.6. NB: Wees voorzichtig bij het openen van de achteruitvoer. De binnenkant van de printer kan nog warm zijn. Om de invoer van de etiketten te starten, drukt u op de toets .
Pagina 53
Stel de geleider in op de breedte van de transparanten. Voordat u de transparanten afdrukt, moet u in uw programma de juiste Invoer (Handmatig) papiersoort/ materiaaltype en formaat instellen. Zie voor details pagina 4.6. NB: Wees voorzichtig bij het openen van de achteruitvoer. De binnenkant van de printer kan nog warm zijn.
Pagina 54
Op kaarten of ander afdruk- materiaal met een afwijkend formaat afdrukken U kunt met deze printer ook op briefkaarten, indexkaarten en ander afdrukmateriaal met een afwijkend formaat afdrukken. De minimumafmetingen zijn 76 x 127 mm en het maximumformaat 216 x 356 mm. Richtlijnen •...
Pagina 55
Selecteer de Invoer (Handmatig), Type en Formaat in uw programma (zie pagina 4.6). NB: Als het formaat van uw afdrukmateriaal niet voorkomt op het tabblad Papier in het keuzevenster Formaat onder Eigenschappen in het printerstuurprogramma, selecteer dan Aangepast en stel het papierformaat handmatig in. Zie pagina 4.6.
Pagina 56
Leg het voorbedrukte papier in de gewenste invoer, zoals aangegeven in onderstaande illustraties. Stel de geleiders in op de breedte van de stapel papier. Laden met de bedrukte kant omlaag en de onderkant naar de printer. Laden met de bedrukte kant omhoog en de bovenkant naar de printer.
Pagina 58
Afdruktaken In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken behandeld. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Een document afdrukken • Tabblad Papier • Tonerspaarstand • Document vergroten of verkleinen • Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen • Meer pagina’s per vel afdrukken •...
Pagina 59
Een document afdrukken De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgende om vanuit een Windows programma af te drukken. Deze exacte procedure kan per programma verschillen. Deze vindt u in de handleiding van het betreffende programma. Open het document dat u wilt afdrukken. Ga naar het menu Bestand en selecteer Afdrukken.
Pagina 60
Vervolgens wordt het venster Eigenschappen van de Xerox Phaser 3130 PCL 6 getoond. Dit venster geeft toegang tot alle informatie die u voor uw printer nodig heeft. Het eerst tabblad dat wordt getoond is het tabblad Layout. De afbeelding toont de voorbeeld pagina van de huidige instellingen.
Pagina 61
Instellingen en daarna Printers. Werkt u met Windows XP, select eer dan Printers en faxapparaten. Selecteer de printer Xerox Phaser 3130 PCL 6. Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de printer en selecteer daarna: • bij Windows 9x/Me Eigenschappen.
Pagina 62
Een afdruktaak afbreken via de map Printers Selecteer vanuit het Windows Start menu Instellingen. Open het venster Printers door Printers te selecteren en dubbelklik op het pictogram van de Xerox Phaser 3130 PCL 6. Selecteer vanuit het menu Document menu Afdrukken annuleren (Windows 9x/Me) of Annuleren (Windows NT 4.0/...
Pagina 63
Tabblad Papier Via de volgende opties kunt u in het venster Eigenschappen van de printer de papierinstellingen aanpassen. Op pagina 4.3 leest u hoe u toegang krijgt tot het venster Eigenschappen van de printer. Klik op tabblad Papier. U ziet nu de diverse papier- eigenschappen van de printer.
Pagina 64
Eigenschap Beschrijving Controleer of bij Invoer de juiste invoer ➂ is gekozen. Selecteer Handmatig wanneer u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken. Daarbij kunt u slechts één vel tegelijk invoeren. Zie pagina 3.8. Als bij Invoer Automatisch is geselecteerd, kiest de printer eerst voor de Handinvoer en daarna voor de papierlade.
Pagina 65
Tonerspaarstand In de tonerspaarstand gebruikt de printer minder toner op iedere pagina. Hierdoor wordt de gebruiksduur van uw tonercassette verlengd en de kosten per pagina verlaagd. Dit gaat echter wel enigszins ten koste van de afdrukkwaliteit. U kunt op twee manieren de Tonerspaarstand inschakelen: Vanaf het bedieningspaneel Druk op het bedieningspaneel op de toets .
Pagina 66
Vanuit uw toepassingsprogramma Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 4.3. Klik op tabblad Grafisch en selecteer Tonerspaarstand. U kunt kiezen uit: • Automatisch: Als u deze optie selecteert, geldt de instelling die u via het bedieningspaneel van de printer heeft gekozen.
Pagina 67
Document vergroten of verkleinen U kunt uw tekst of afbeelding groter of kleiner afdrukken. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 4.3. In tabblad Papier selecteert u Verkleinen/vergroten in de keuzelijst Type.
Pagina 68
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen Me deze functie past de printer de afdruktaak zodanig aan het gekozen papierformaat aan dat het hierop past. Daarbij maakt het niet uit wat de digitale afmetingen van het document zijn. Dit kan nuttig zijn wanneer u de details van een kleine tekst of afbeelding wilt bekijken.
Pagina 69
Meer pagina’s per vel afdrukken Desgewenst kunt u een aantal pagina’s op één vel afdrukken. Daarbij worden de pagina’s verkleind over het blad verdeeld. Het maximum is 16 pagina’s per vel. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Pagina 70
Selecteer desgewenst de Afdrukvolgorde waarin de pagina’s moeten worden afgedrukt. Rechts, dan Omlaag, dan Links, dan Omlaag, dan omlaag rechts omlaag links Klik op tabblad Papier en selecteer de gewenste invoer, het formaat en het type papier. Klik op OK en druk het document af. 4.13 FDRUKTAKEN...
Pagina 71
Posters afdrukken U kunt een document dat uit 1 pagina bestaat desgewenst verdeeld over 4, 9 of 16 vellen papier afdrukken. Vervolgens kunt u deze vellen aan elkaar plakken, zodat een document op posterformaat ontstaat. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Pagina 72
Indien de layout die u wenst, niet in de lijst is opgenomen, kunt u de optie Aangepast in de Grootte uitrollijst selecteren. In dat geval kunt u in de optie Vergrot. factor het gewenste percentage kiezen. Om de poster eenvoudiger aan elkaar te kunnen plakken, kunt u een overlap (in mm of inch) ingeven.
Pagina 73
Tabblad Grafisch Via het tabblad Grafisch kunt u de instellingen van de printer wijzigen die te maken hebben met de afdrukkwaliteit. Op pagina 4.3 kunt u lezen hoe u toegang krijgt tot het scherm Eigenschappen van de printer. Klik op tabblad Grafisch, waarna de onderstaande eigenschappen worden getoond.
Pagina 74
Eigenschap Beschrijving Het kan voorkomen dat tekens of ➁ afbeeldingen enigszins gerafeld of ongelijk worden afgedrukt. In dat geval kunt u de Afbeelding- afdrukkwaliteit van de tekst of afbeelding modus verbeteren door de optie Afbeeldingmodus te selecteren. Zowel de optie Tekstverbetering als de optie Afbeeldingen zijn alleen beschikbaar indien u 1200 dpi klasse(best) in de Resolutie optie selecteert.
Pagina 75
Eigenschap Beschrijving Door op TrueType opties te drukken, krijgt u ➃ toegang tot het scherm waarin u een aantal extra instellingen kunt wijzigen. TrueType opties TrueType opties Deze optie bepaalt wat het stuurprogramma aan de printer doorgeeft over de weergave van tekst in uw document.
Pagina 76
Watermerken afdrukken Met de optie Watermerk kunt u over een bestaande tekst heen een diagonale tekst afdrukken, bijvoorbeeld in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK”. U kunt de tekst alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. Bij uw printer worden een aantal watermerken standaard meegeleverd.
Pagina 77
Een nieuw watermerk maken Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 4.3. Klik op tabblad Extra en vervolgens in het Watermerk- gedeelte op de knop Wijzigen. Het venster Watermerken wordt geopend.
Pagina 78
Een watermerk bewerken Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer. Zie pagina 4.3. Klik op tabblad Extra en vervolgens in het Watermerk- gedeelte op de knop Wijzigen. Het venster Watermerken wordt geopend.
Pagina 79
Overlays afdrukken Wat is een overlay? Een overlay is een tekst of afbeelding die met een speciaal bestandsformaat op de harde schijf van uw computer is opgeslagen en die u met ieder gewenst document kunt Dear ABC afdrukken. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
Pagina 80
In het venster Overlays klikt u op Nieuwe overlay maken. In het venster Nieuwe overlay maken geeft u in het invoerveld Bestandsnaam een naam van maximaal 8 posities in. Selecteer eventueel het pad naar de bestemming (standaard is dit C:\Mijn documenten). Indien u het bestand als een “alleen-lezen”...
Pagina 81
Een pagina-overlay gebruiken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: Maak of open het document dat u wilt afdrukken. Wanneer u de afdrukinstellingen vanuit uw programma wijzigt, gaat u naar het scherm Eigenschappen van de printer.
Pagina 82
Klik eventueel op Overlay bevestigen voor afdruk. Als dit vakje is aangekruist, wordt iedere keer dat u een document afdrukt een bevestiging gevraagd of u bij het document de overlay wilt afdrukken. Als u in dat geval Ja antwoordt, wordt de geselecteerde overlay bij uw document afgedrukt.
Pagina 83
Uitvoerinstellingen U kunt een aantal uitvoerinstellingen wijzigen. Informatie over het openen van het venster Eigenschappen van de printer vindt u op pagina 4.2. Klik op tabblad Extra om de functie Uitvoeropties te openen. ➀ ➁ Menukeuze Beschrijving Via de keuzelijst bij Afdrukvolgorde kunt u ➀...
Pagina 84
Menukeuze Beschrijving Wanneer deze optie is geselecteerd, ➁ gebruikt de printer de lettertypes die in zijn geheugen zijn opgeslagen om uw document Printerfonts af te drukken in plaats van de lettertypes te gebruiken downloaden die in uw document worden gebruikt. Indien u in uw document echter lettertypes gebruikt die erg verschillen van de lettertypes die in het werkgeheugen van de...
Pagina 85
Printer in een netwerk opnemen U kunt de printer rechtstreeks op een daarvoor binnen het netwerk geselecteerde computer (de “hostcomputer”) aansluiten. Via een Windows 9x, Me, 2000, XP of NT 4.0 netwerkprinteraansluiting kunnen alle gebruikers binnen het netwerk van de printer gebruik maken. Windows 9x/Me Hostcomputer configureren Start Windows.
Pagina 86
Windows NT/2000/XP Hostcomputer configureren Start Windows. Selecteer vanuit het Start menu Instellingen en vervolgens Printers. (Windows NT/2000) Selecteer vanuit het Start menu Printers en faxapparaten. (Windows XP) Dubbelklik op het pictogram van uw printer. Selecteer in het Printer menu Delen. Kruis het vakje Gedeeld aan.
Pagina 87
Vul het invoerveld Geef een poortnaam op in en geef de naam in waaronder de printer wordt gedeeld. Klik op OK en vervolgens op Sluiten. Klik op OK. (Windows NT) Klik op Toepassen en daarna op OK. (Windows 2000/XP) 4.30 FDRUKTAKEN...
Pagina 88
Printer onderhouden In dit hoofdstuk kunt u lezen wat de beste manier is om de tonercassette en uw printer te onderhouden. U vindt informatie over de volgende onderwerpen: • Onderhoud tonercassette • Printer reinigen • Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen...
Pagina 89
Onderhoud tonercassette Bewaren tonercassette Houd u voor de beste resultaten aan de volgende richtlijnen: • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul tonercassettes niet bij. Schade aan de printer die het gevolg is van een bijgevulde cassette, valt niet onder de garantie.
Pagina 90
Toner opnieuw verdelen Wanneer de toner op begint te raken, worden gedeelten van uw document vaag of lichter afgedrukt. U kunt proberen de afdrukkwaliteit tijdelijk te verbeteren door de resterende toner over de cassette te herverdelen, bijvoorbeeld om een afdruktaak af te maken voordat u de tonercassette vervangt. Dit doet u als volgt: Open de voorklep door deze naar u toe te trekken.
Pagina 91
Verdeel de nog aanwezige toner over de cassette door de cassette voorzichtig een keer of vijf, zes heen en weer te schudden. NB: Als er toner op uw kleding komt, veegt u deze af met een droge doek en reinigt u de kleding met koud water. Heet water hecht de toner aan de stof! Zet de tonercassette terug in de printer.
Pagina 92
Printer reinigen Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang de printer goed schoon te houden door onderstaande instructies op te volgen. Doe dit iedere keer als u de tonercassette vervangt of als de afdrukkwaliteit achteruit gaat. NB: Vermijd tijdens het reinigen van de binnenkant van de printer dat u de transferrol aanraakt (deze bevindt zich onder de tonercassette).
Pagina 93
Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in het gedeelte van de tonercassette en de tonercassette-opening. NB: Om schade aan de tonercassette te voorkomen, mag u de cassette niet langer dan een paar minuten aan daglicht bloot- stellen.
Pagina 94
Schoonmaakblad afdrukken Door een schoonmaakblad af te drukken, wordt de drum in de tonercassette gereinigd. Doe dit als er vlekken of vegen op uw afdrukken verschijnen. Hierbij wordt een vel met tonerresten geproduceerd, dat u kunt weggooien. Controleer of de printer aan staat en klaar is voor gebruik, en of er papier in de lade zit.
Pagina 95
60,000 Fixeereenheid (fuser) 60,000 Voor de aanschaf van verbruiksartikelen en nieuwe onderdelen kunt u terecht bij een Xerox dealer of de leverancier van de printer. Wij adviseren nadrukkelijk om genoemde onderdelen door een ervaren technicus te laten vervangen. RINTER ONDERHOUDEN...
Pagina 96
Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Checklist voor het oplossen van problemen • Algemene afdrukproblemen oplossen • Vastgelopen papier verwijderen •...
Pagina 97
Checklist voor het oplossen van problemen Als de printer niet goed werkt, kunt u de volgende checklist raadplegen en de daarbij vermelde oplossing(en) proberen. Controle Oplossing Controleer de stekker, het Probeer eventueel of de printer het wel doet als u de netsnoer en de aan-/ stekker in een ander stopcontact doet.
Pagina 98
De printer is niet als Selecteer in Windows in de map Printers standaardprinter de Xerox Phaser 3130 PCL 6 als geselecteerd. standaard-printer. Controleer het • Is de klep van de printer dicht? volgende: • Is in de printer papier vastgelopen? •...
Pagina 99
Instellingen en Printers. Klik met de niet juist. rechter muisknop op het pictogram van de Xerox Phaser 3130 PCL 6 en selecteer Eigenschappen. Klik op tabblad Details en selecteer de knop Spool instellingen. Selecteer de gewenste spool-instelling.
Pagina 100
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het papier Er zit teveel papier in Verwijder het teveel aan papier uit de loopt steeds de invoer. lade. Gebruik voor het afdrukken van vast. speciaal afdrukmateriaal de handinvoer. De gebruikte Gebruik alleen papier dat aan de in deze papiersoort wordt niet handleiding vermelde specificaties ondersteund.
Pagina 101
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er worden De tonercassette is Verdeel de nog aanwezige toner over de alleen lege leeg of beschadigd. cassette. Zie pagina 5.3. Vervang zo pagina’s nodig de tonercassette. afgedrukt. Het bestand bevat Controleer in het bestand of het blanco blanco pagina’s.
Pagina 102
Vastgelopen papier verwijderen Het kan voorkomen dat het papier tijdens een afdruktaak vastloopt. Dit kan de volgende oorzaken hebben: • De lade is te vol of het papier is niet goed geladen. • De lade is er tijdens het afdrukken uitgetrokken. •...
Pagina 103
Open de achteruitvoer. Maak het papier los en trek het voorzichtig naar buiten. NB: Wees voorzichtig wanneer u de achterklep opent. De binnenzijde van de printer kan nog warm zijn. Sluit de achteruitvoer. Doe de voorklep open en weer dicht. Het afdrukken kan worden hervat.
Pagina 104
Het papier is vastgelopen in het invoergedeelte Schuif de lade naar buiten zodat u het vastgelopen papier kunt verwijderen. Trek het vastgelopen papier aan de zichtbare rand naar buiten. Controleer of het papier recht in de lade zit. Schuif de lade terug in de printer. Doe de voorklep open en weer dicht.
Pagina 105
Het papier is vastgelopen bij de tonercassette Doe de voorklep open. Haal de tonercassette eruit. Duw de tonercassette omlaag en haal hem uit de printer. Trek voorzichtig het papier naar u toe. Controleer of er geen papier in de printer is achtergebleven. Zet de tonercassette terug en doe de voorklep dicht.
Pagina 106
Als A5-papier regelmatig vastloopt, kunt u het volgende doen: Open de lade en laad het papier zoals aangegeven in onderstaande illustratie. Open het venster Eigenschappen van de Xerox Phaser 3130 PCL 6 en stel in tabblad Papier het papierformaat in op A5 (148x210 mm).
Pagina 107
Tips om ervoor te zorgen dat het papier niet vastloopt De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste soort papier te kiezen. Als het papier toch vastloopt, volgt u de stappen zoals genoemd bij “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 6.7. •...
Pagina 108
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Probleem Oplossing Lichte of vage Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdrukken afdruk ziet: • Misschien is de tonercassette bijna leeg. Door de resterende toner over de cassette te verdelen, kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken (zie “Toner opnieuw verdelen”...
Pagina 109
Probleem Oplossing Verticale strepen Als de afdrukken een zwarte, verticale streep vertonen: • Er zit waarschijnlijk een kras op de lichtgevoelige drum in de tonercassette. Plaats een nieuwe tonercassette. Grijze achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond) kunt u dit wellicht oplossen met de volgende procedure: •...
Pagina 110
Probleem Oplossing Schaduwvlekken Schaduwvlekken door een teveel aan toner. • Misschien is het papier te vochtig. Druk opnieuw af op een vel uit een nieuw pak papier. Maak de verpakking van een nieuw pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken. Daarmee voorkomt u dat het papier teveel vocht opneemt.
Pagina 111
Probleem Oplossing • Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Zowel hoge Gekruld of golvend temperaturen als een hoge luchtvochtigheid kunnen papier ertoe leiden dat het papier gaat omkrullen. Zie “Papierspecificaties” op pagina 7.22. • Draai de stapel papier in de invoer om. U kunt ook proberen het probleem op te lossen door het papier in de invoer 180°...
Pagina 112
Probleem Oplossing Tonerverlies Reinig de binnenzijde van de printer. • Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Zie “Papierspecificaties” op pagina 7.22. • Plaats een nieuwe tonercassette. • Als het probleem daarmee niet is opgelost, moet de printer waarschijnlijk gerepareerd worden. Neem daarvoor contact op met een service center.
Pagina 113
Foutmeldingen oplossen Als er in de printer een fout optreedt, geven de lampjes op het bedieningspaneel aan om wat voor fout het gaat. In onderstaand overzicht kunt u nagaan welke fout het patroon van de lampjes aangeeft en hoe u de fout kunt oplossen. Symbolen lampjes symbool voor “lampje uit”...
Pagina 114
Algemene Windows problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Tijdens installatie Sluit alle programma’s af. Verwijder alle software uit de verschijnt de melding groep Opstarten en start Windows opnieuw op. Installeer “Bestand in gebruik”. de printersoftware opnieuw. De melding “Fout bij het •...
Pagina 115
/etc/printcap.local worden toegevoegd aan het nieuwe bestand omdat de standaard wachtrij in LPRng als eerste wachtrij in /etc/printcap is gedefinieerd. Om die reden kan de Xerox printersoftware de standaardprinter niet wijzigen wanneer een aantal wachtrijen via printtool anders zijn gedefinieerd.
Pagina 116
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Bij enkele documenten is Het afdrukken van meer pagina’s per vel wordt bereikt het niet mogelijk meer door de PostScriptgegevens die naar het afdruksysteem pagina’s per vel af te zijn verstuurd na te bewerken. Dit is echter alleen mogelijk drukken.
Pagina 117
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossingen Waar kan ik het IP-adres Als u het CUPS afdruksysteem niet gebruikt, kunt u dit van mijn SMB server opgeven in het dialoogvenster “Add Printer” van de ingeven? Configuration Tool. Het is op dit moment binnen CUPS niet mogelijk het IP-adres van SMB printers te specificeren.
Pagina 118
Algemene DOS problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Wanneer de printer in een Wijzig op het tabblad Configureren van het programma EPSON Dot Printer RCP Bedieningspaneel de emulatie. Meer informatie over omgeving wordt gebruikt, het selecteren van printerinstellingen via het RCP wordt soms niet de juiste bedieningspaneel vindt u op pagina 7.14.
Pagina 120
Appendix cIn dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen: • De printer onder Linux gebruiken • Afdrukken vanuit DOS toepassingen • Printerspecificaties • Papierspecificaties...
Pagina 121
De printer onder Linux gebruiken Stuurprogramma van de printer installeren Systeemeisen Ondersteunde besturingssystemen • Redhat 6.2/7.0/7.1 en hoger • Linux Mandrake 7.1/8.0 en hoger • SuSE 6.4/7.0/7.1 en hoger • Debian 2.2 en hoger • Caldera OpenLinux 2.3/2.4 en hoger •...
Pagina 122
NB: Als de cd-rom niet automatisch start, klik dan op het pictogram onderin het venster. Als het Terminal scherm wordt getoond, typt u in: cd /mnt/cdrom (de cd-rom directory) [root@local/root]# ./setup.sh [root@local cdrom]# Selecteer het type installatie (Recommended of Expert) en klik op Continue.
Pagina 123
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart. Wanneer de installatie voltooid is, klikt u op Start. Het Linux Printer Configuration scherm wordt geopend. Klik in de taakbalk bovenin het venster op het pictogram Add Printer. NB: Afhankelijk van het gebruikte afdruksysteem, kan het venster Administrator Login worden geopend.
Pagina 124
Klik op tabblad Connection en controleer of de juiste printerpoort is ingesteld. Is dit niet het geval, wijzig dan de instelling. Met de tabbladen Settings en Queue kunt u de huidige instellingen van de printer bekijken en zonodig aanpassen. NB: De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gebruikte printer.
Pagina 125
Aansluitmethode van de printer wijzigen Als u de wijze waarop de printer op de computer is aangesloten wilt wijzigen van USB in parallel of omgekeerd, moet u uw Xerox printer opnieuw configureren door de printer aan uw systeem toe te voegen. Dit doet u via de volgende stappen: Zorg ervoor dat uw printer op uw computer is aangesloten.
Pagina 126
Printerstuurprogramma verwijderen Vanuit het Startup Menu pictogram onderin uw bureaublad selecteert u Linux Printer en vervolgens Configuration Tool. U kunt het venster Linux Printer Configuration ook openen door in het Terminal scherm “linux-config” in te typen. In het venster Linux Printer Configuration selecteert u vanuit het menu File het commando Uninstall.
Pagina 127
Klik op OK om het de-installatieproces te starten. Als dit proces voltooid is, klikt u op Finished. Configuration Tool gebruiken Met de Configuration Tool kunt u beheertaken zoals het toevoegen en verwijderen van printers uitvoeren en de algemene printerinstellingen wijzigen. Als “regular user” kunt u via de Configuration Tool nagaan welke afdruktaken er in de wachtrij staan, de printereigenschappen bekijken en de voorkeursinstellingen wijzigen.
Pagina 128
Tabblad Info bevat algemene informatie over de printer. Als u gebruiker van internet bent, kunt u door op Go to the Web page for this printer te klikken naar de Xerox website gaan. Klik op tabblad Jobs om de wachtrij voor de geselecteerde printer te bekijken en te beheren.
Pagina 129
LLPR eigenschappen wijzigen Door het venster LLPR Properties te openen, kunt u de eigenschappen van de printer aan uw wensen aanpassen. Het venster LLPR Properties opent u als volgt: Selecteer vanuit het programma dat u gebruikt het commando Print. Wanneer het Linux LPR venster wordt getoond, klikt u op Properties.
Pagina 130
Het venster LLPR Properties wordt geopend. Bovenin dit venster ziet u de volgende zes tabbladen: • General - Hier kunt u het papierformaat, de papiersoort, de papierinvoer en de afdrukrichting van de documenten instellen, dubbelzijdig afdrukken inschakelen, begin- en eindregels toevoegen en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Pagina 131
Afdrukken vanuit DOS toepassingen Hoewel uw printer in principe een Windows printer is, kunt u er ook vanuit DOS programma’s mee afdrukken. Daarvoor gebruikt u het programma RCP bedieningspaneel (Remote Control Panel) dat op de meegeleverde cd-rom staat. Over het programma RCP bedieningspaneel DOS gebruikers hebben via speciale DOS printerstuurprogram- ma’s toegang tot vele printeropties.
Pagina 132
Klik op Volgende. Als de installatie is afgerond, klikt u op Voltooien. Programma Remote Control Panel verwijderen Via het pictogram Verwijderen in de Xerox Phaser 3130 programmagroep, kunt u een bepaald onderdeel of alle onderdelen van het Windows Phaser 3130 afdruksysteem selecteren en verwijderen.
Pagina 133
RCP bedieningspaneel openen Selecteer van het Start menu Programma’s. Selecteer nu Xerox Phaser 3130 en daarna Remote Control Panel. Via het venster Remote Control Panel krijgt u toegang tot alle informatie die u voor het gebruik van uw printer nodig heeft.
Pagina 134
Via het RCP bedieningspaneel kunt u de volgende instellingen wijzigen: AFDRUKKEN In dit tabblad kunt u de algemene afdrukinstellingen configureren. • Papierformaat gebruikt u voor het instellen van het papierformaat. • Afdrukrichting bepaalt in welke richting het document op de pagina wordt afgedrukt.
Pagina 135
CONFIGUREREN U kunt diverse functies van de printer configureren. • Emulatie geeft aan welke emulatie voor het afdrukken van een document wordt gekozen. De standaardinstelling is Auto. • Energie besparen bepaalt de wachttijd voordat de printer na een afdruktaak te hebben voltooid teruggaat naar de standby-stand.
Pagina 136
• Hoogte/luchtdrukcorrectie: wanneer de printer zich op grote hoogte bevindt (bijvoorbeeld in de bergen) moet u voor een optimale afdrukkwaliteit deze optie aankruisen. • Tekst donkerder maken: hiermee kunt u alle tekst in uw document donkerder dan normaal afdrukken. AFDRUKTAAK U kunt diverse opties instellen waarmee u de kwaliteit van uw afdruktaak kunt verbeteren.
Pagina 137
TEST Met dit tabblad kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt. • Zelftest drukt een configuratieblad af. Hierop vindt u informatie over de standaardinstellingen en de beschikbare hoeveelheid geheugen. • Demopagina drukt een demonstratiepagina af met een overzicht van de mogelijkheden en specificaties van de printer.
Pagina 138
Met dit tabblad kunt u diverse PCL emulatie-instellingen wijzigen. • Lettertype: hiermee kunt u het gewenste letterbeeld selecteren. Wanneer in uw toepassing een lettertype is geselecteerd, wordt deze instelling genegeerd. • Tekenset bepaalt welke tekenset wordt gebruikt. De tekenset bevat alle numerieke en alfanumerieke tekens, leestekens en speciale tekens die bij het geselecteerde lettertype horen.
Pagina 139
EPSON/IBM U kunt diverse instellingen voor de EPSON emulatie wijzigen. • Lettertype: hier kunt u het gewenste lettertype selecteren. • Internationale tekenset voor het selecteren van een tekenset van de gewenste taal. • Tekentabel: hier kunt u de tekenset selecteren. •...
Pagina 140
Printerspecificaties Onderwerp Specificaties en beschrijving 16 pagina’s per minuut (A4), 17 pagina’s Afdruksnelheid per minuut (Letter) Resolutie 1200 x 600 dpi Tijdsduur eerste Minder dan 12 seconden afdruk Opwarmtijd 30 seconden AC 110 ~ 127 V (VS, Canada) / Aansluitwaarden 220 ~ 240 V (andere landen), 50 / 60 Hz Gemiddeld 330 W tijdens gebruik / Energiegebruik...
Pagina 141
Dit kan het gevolg zijn van een onjuiste behandeling van het papier, een te hoge of lage temperatuur of luchtvochtig- heid of andere factoren waarop Xerox geen invloed heeft. • Voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft, adviseren wij u eerst na te gaan of deze aan de in deze handleiding genoemde specificaties voldoet.
Pagina 142
Ondersteunde papiersoorten Papier Afmetingen Gewicht Capaciteit Letter 216 X 279 mm • 250 vel 75 grams 210 X 297 mm bankpost 60 tot 90 Executive 191 X 267 mm papier in de grams lade Legal 216 X 356 mm bankpost •...
Pagina 143
Richtlijnen voor gebruik van het papier U krijgt de beste resultaten wanneer u normaal 75 grams papier gebruikt. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en geen scheuren, vlekken, stof, kreukels, vouwen of omgekrulde randen bevat. Als u niet zeker bent over het papier dat u wilt gebruiken (bijvoorbeeld of het bankpost of gerecycleerd papier is), controleer dan het etiket op de verpakking.
Pagina 144
Papierspecificaties Onderwerp Specificaties pH-waarde 5,5 t/m 8,0 pH Caliper 0,094 t/m 0,18 mm Kromming Vlak binnen 5 mm Gesneden met scherpe bladen, zonder Snijranden zichtbare rafels. Moet gedurende 0,1 seconde bestand Fixeervereisten zijn tegen een temperatuur van 200 °C. Vezel Lange vezel Vochtgehalte 4 % - 6 % per gewicht...
Pagina 145
Richtlijnen voor de printeromgeving en het opslaan van papier De omgeving waarin het papier wordt bewaard is van directe invloed op de invoer van het papier door de printer. De beste temperatuur voor zowel de printer als het papier is kamertemperatuur en een omgeving die niet te droog of te vochtig is.
Pagina 146
NDEX Aangepast formaat 4.11 Installeren Aansluiten software 2.15 netsnoer 2.11 USB stuurprogramma 2.17 parallelle kabel 2.9 Instellen USB kabel 2.10 aantal exemplaren 4.6 Aansluiten via een parallelle kabel 2.9 afbeeldingmodus 4.17 Aansluiten via een USB kabel 2.10 formaat 4.6 Afdrukken invoer 4.7 aangepast formaat 4.11 papiertype 4.7...
Pagina 147
Papierlade vullen 2.6 Uitvoer, kiezen 3.5 Papierstoringen oplossen 6.7 USB kabel 2.10 Parallelle kabel 2.9 Plaatsen tonercassette 2.4 Vastgelopen papier verwijderen 6.7 Printer, reinigen 5.5 Vergroten 4.10 Printerkabel, aansluiten 2.9 Verkleinen 4.10 Problemen afdrukkwaliteit 6.13 DOS 6.23 Linux 6.20 Watermerk Windows 6.19 afdrukken 4.19 maken 4.20...