9.8
S
PECIFICATIES
Enveloppen
De constructie van enveloppen is cruciaal. De vouwlijnen van
enveloppen kunnen erg verschillen, niet alleen tussen
fabrikanten onderling, maar ook in één doos van dezelfde
fabrikant. Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd rekening
met de volgende richtlijnen wanneer u enveloppen kiest:
• Gewicht: Het gewicht van enveloppepapier mag 90 g/m
overschrijden, anders bestaat het risico van papierstoringen.
• Ontwerp: Voordat u afdrukt, moeten de enveloppen plat
liggen met een krul van minder dan 6 mm en mogen ze geen
lucht bevatten.
• Toestand: Gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld
of beschadigd zijn.
• Temperatuur: Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de
warmte en druk van de printer.
• Formaat: Gebruik alleen enveloppen waarvan het formaat
binnen de volgende bereiken ligt:
Papierlade 1
NB:
• Gebruik alleen papierlade 1 om enveloppen af te drukken.
• Afdrukmateriaal dat korter is dan 127 mm kan gemakkelijker
vastlopen. Dit kan worden veroorzaakt door papier dat is
beïnvloed door omgevingsfactoren. Om een optimaal resultaat te
garanderen, dient u het papier op de juiste wijze te bewaren en
te behandelen. Zie "Bewaaromgeving van printer en papier" op
pagina 9.7.
Minimaal
76 x 127 mm
2
Maximaal
216 x 356 mm
niet