Pagina 2
XEROX®, The Document Company®, the digital X®, en Phaser® zijn gedeponeerde handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Adobe®, Acrobat® Reader®, and PostScript® zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Pagina 3
NHOUD NLEIDING Hoofdstuk 1: Speciale functies ..........1.2 Printeronderdelen ..........1.4 Voorkant ............1.4 Achterkant ............. 1.5 Kennismaken met het bedieningspaneel ....1.6 On Line/Error en Tonerbesparende LED’s ... 1.6 Cancel knop ........... 1.7 W PRINTER INSTALLEREN Hoofdstuk 2: Uitpakken ............2.2 Een geschikte plaats voor de printer kiezen ..
Pagina 4
Afdrukken naar de achterste uitvoerlade (Voorkant omhoog) ......... 3.6 Papier laden ............3.7 Afdrukken via papierlade 2 ....... 3.8 Afdrukken via papierlade 1 ....... 3.8 De handmatige invoermodus gebruiken .... 3.12 Afdrukken op enveloppen ........3.14 Afdrukken op etiketten ........3.17 Afdrukken op transparanten .........
Pagina 6
FDRUKKEN VANUIT Hoofdstuk 8: DOS- TOEPASSINGEN Over het Remote Control Panel ......8.2 Het Remote Control Panel installeren ...... 8.2 De afdrukinstellingen selecteren ......8.3 Het Remote Control Panel starten ..... 8.3 De tabbladen van het Remote Control Panel gebruiken ............8.4 PECIFICATIES Hoofdstuk 9: Specificaties van de printer ........
Pagina 7
Belangrijke voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinformatie Houd u bij gebruik van dit apparaat altijd aan de onderstaande basisinstructies om de kans op brand, elektrische schokken en persoonlijke ongelukken zo klein mogelijk te houden: Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt. Gebruik altijd uw gezond verstand bij het gebruik van elektrische apparaten.
Pagina 8
Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, mag u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het naar een gekwalificeerd onderhoudstechnicus, wanneer herstellingen nodig zijn. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren.
Pagina 9
Milieu- en veiligheidsoverweging Laserveiligheidsverklaring De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825.
Pagina 10
Wel raden we u aan om het apparaat in een goed geventileerde ruimte te installeren. Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen met een Xerox-verkoper in uw buurt. Recyclage Recycleer de verpakkingsmaterialen van dit product, of voer ze af op een milieuvriendelijke wijze.
Pagina 12
NLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer! In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Speciale functies • Printeronderdelen • Kennismaken met het bedieningspaneel...
Pagina 13
Speciale functies Uw nieuwe printer beschikt over bijzondere functies die de afdrukkwaliteit verhogen. U kunt: Met uitstekende kwaliteit en hoge snelheid afdrukken • U kunt afdrukken met een beeldkwaliteit van 1200 dpi. Zie pagina 4.16 voor meer informatie. • Uw printer drukt tot 22 pagina’s per minuut (Letter-formaat), tot 20 pagina’s per minuut (A4-formaat).
Pagina 14
Drukt af onder verschillende besturingssystemen • U kunt afdrukken onder Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP. • Uw printer is compatibel met Linux. • Uw printer heeft zowel een parallelle als USB-interface. NLEIDING...
Pagina 17
Kennismaken met het bedieningspaneel On Line/Error( ) en Tonerbesparende( ) LED’s Technische gegevens groen oplicht, is de printer gereed om af te drukken. rood oplicht, ondervindt de printer een probleem, zoals vastgelopen papier, geen papier, open deksel, of ontbrekende tonercassette. Zie "Probleemoplossing bij foutberichten"...
Pagina 18
Technische gegevens Als de geïnstalleerde tonercassette leeg is, knippert het orange. U dient de lege tonercassette te vervangen door een nieuwe. Zie voor vervangen van de tonercassette "Tonercassette installeren" op pagina 2.4. Als u een tonercassette hebt geïnstalleerd die niet geschikt is voor de printer, knippert de LED afwisselend rood en orange.
Pagina 20
W PRINTER INSTALLEREN In dit hoofdstuk krijgt u stapsgewijze informatie over het installeren van uw printer. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Uitpakken • Tonercassette installeren • Papier laden • Printerkabel aansluiten • De printer aanzetten • Een testpagina afdrukken •...
Pagina 21
Uitpakken Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: Tonercassette Netsnoer Installatiehandleiding Cd-rom USB-kabel • Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier. • De onderdelen kunnen verschillen van land tot land. •...
Pagina 22
Een geschikte plaats voor de printer kiezen Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Voorzie extra ruimte voor het openen van kleppen en papierlade(n). Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of koudebron zoals een kachel, CV-radiator, airconditioning of luchtverfrisser.
Pagina 23
Tonercassette installeren Pak de voorklep vast en trek ze naar u toe om ze te openen. : Omdat de printer erg licht is, kan hij bewegen PMERKING tijdens het gebruik; bijvoorbeeld, wanneer u de papierlade opent/sluit of wanneer u de tonercassette plaatst/verwijdert. Zorg dat de printer niet wordt verplaatst.
Pagina 24
Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld. ET OP • Om beschadiging te vermijden, mag u de tonercassette niet langer dan enkele minuten blootstellen aan licht. Leg een vel papier over de cassette als u deze langer dan enkele minuten uitgepakt laat liggen.
Pagina 25
Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. : Als u tekst afdrukt met een dekking van 5%, zal u PMERKING met een tonercassette met standaardcapaciteit ongeveer 3.500 bladzijden kunnen afdrukken, en met een tonercassette met hoge capaciteit ongeveer 5.000 bladzijden.
Pagina 26
Papier laden In papierlade 2 kunt u ongeveer 250 vellen papier laden. Trek de papierlade uit de printer. Bereid een stapel papier voor door het papier wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
Pagina 27
U kunt ook voorbedrukt papier laden. Laad het papier met de bedrukte kant naar boven en de ontkrulde kant naar de printer gericht. Bij invoerproblemen draait u het papier 180 graden. Zorg dat alle vier hoeken plat in de papierlade liggen. : Als u het papierformaat in de papierlade wilt PMERKING veranderen, zie "Het papierformaat in de papierlade wijzigen"...
Pagina 28
Het papierformaat in de papierlade wijzigen Om langere papierformaten te laden, moet u de papiergeleiders aanpassen om de papierlade te verlengen. Door de vergrendeling van de geleider in te drukken en los te laten, kunt u de papierlengtegeleider volledig uitschuiven, zodat de volledige lengte van de papierlade kan worden gebruikt.
Pagina 29
Als u papier gebruikt dat kleiner is dan het formaat Letter, past u de voorste papierlengtegeleider aan. Stel met de geleider de papierbreedte in zoals weergegeven, schuif de geleider tot net tegen de rand van de stapel. • Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo strak tegen het afdrukmateriaal aan zit dat het bol gaat staan.
Pagina 30
Printerkabel aansluiten Om lokaal vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u de printer met behulp van een printerkabel op uw computer aansluiten. U kunt hiervoor zowel een parallelle kabel als de meegeleverde USB (Universal Serial Bus)-kabel gebruiken. Aansluiten via een USB kabel : Om uw printer via de USB poort op uw computer PMERKING aan te sluiten, heeft u een goedgekeurde USB kabel nodig.
Pagina 31
Aansluiten via een parallelle kabel : Voor het aansluiten van de printer op de parallelle PMERKING poort van uw computer heeft u een goedgekeurde parallelle kabel nodig. U moet een kabel kopen die in overeenstemming is met IEEE1284. Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan. Steek de parallelle printerkabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Pagina 32
De printer aanzetten Sluit het netsnoer aan op de aansluiting aan de achterkant van de printer. Sluit het andere uiteinde aan op een goed geaard AC-stopcontact en schakel de printer in met de Aan/Uit-schakelaar. Naar stopcontact ET OP • De smeltzone aan de achterzijde van uw computer wordt heet wanneer de printer aanstaat.
Pagina 33
Een testpagina afdrukken Om te controleren of de printer goed werkt, kunt u een testpagina afdrukken. Houd de knop ca. 2 seconden lang ingedrukt om een testpagina af te drukken. Vervolgens wordt een testpagina afgedrukt met de eigenschappen en mogelijkheden van de printer. 2.14 W PRINTER INSTALLEREN...
Pagina 34
De printersoftware installeren De meegeleverde cd-rom bevat printersoftware voor Windows en Linux, DOS RCP en een on-linehandleiding. Als u afdrukt vanuit Windows: U kunt de volgende printersoftware installeren met behulp van de cd-rom. • Printerstuurprogramma voor Windows. Gebruik dit stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te kunnen benutten.
Pagina 35
Functies van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Selectie van de papierinvoer • Papierformaat, afdrukstand en mediatype • Aantal exemplaren De onderstaande tabel geeft een overzicht van de eigenschappen die door de stuurprogramma’s van uw printer worden ondersteund.
Pagina 36
•Statusmonitor: Installeert de software voor de Statuscontrole. •Gebruikersdocumentatie bekijken: Biedt u de mogelijkheid om de Xerox Phaser 3150 Installatie- en gebruikershandleiding te raadplegen en toegang te krijgen tot de website waar u Adobe Acrobat Reader kunt downloaden. Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kunt u de gebruikershandleiding voortaan steeds in PDF-formaat bekijken.
Pagina 37
Ga naar het menu Start en selecteer Programma’s. Selecteer Xerox Phaser 3150 en selecteer vervolgens de onderdelen die u wilt verwijderen. Als u de installatie van het Remote Control Panel (extern bedieningspaneel) ongedaan wilt maken, schakelt u het selectievakje Remote Control Panel Uninstall in.
Pagina 38
Raadpleeg de gebruikersdocumentatie Plaats de cd-rom in de cd-romlezer van uw computer. De installatie start automatisch. Als het stuurprogramma op de cd-rom niet automatisch opstart: Selecteer Uitvoeren in het menu Start, tik X:\Setup.exe in het vak Openen (waarbij X de letter is van het cd-romstation) en klik op OK.
Pagina 40
EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL Dit hoofdstuk moet u wegwijs maken in de soorten papier die u met uw printer kunt gebruiken, en leert u papier correct te laden in de verschillende papierlades voor de beste afdrukkwaliteit. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
Pagina 41
Papier en andere media kiezen U kunt afdrukken op verscheidene afdrukmaterialen, zoals gewoon papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Zie "Papierspecificaties" op pagina 9.3 voor meer informatie. Voor de best mogelijke printkwaliteit gebruikt u uitsluitend hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit. Houd bij de keuze van het afdrukmateriaal rekening met het volgende: •...
Pagina 42
Formaten en capaciteiten Invoerbron/capaciteit Formaat Papierlade 2 Papierlade 1 Normaal papier Letter (216 x 279 mm) Legal (216 x 356 mm) Executive (184 x 267 mm) Oficio (216 x 343 mm) Folio (216 x 330 mm) A4 (210 x 297 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) ISO B5 (176 x 250 mm) A5 (148 x 210 mm)
Pagina 43
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende materialen de volgende richtlijnen in gedachte: • Als u tracht af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit veroorzaken.
Pagina 44
De uitvoerlocatie selecteren De printer heeft twee uitvoerlocaties; de achterste uitvoerlade en de bovenste uitvoerlade. Bovenste uitvoerlade Achterste uitvoerlade Om de bovenste uitvoerlade te gebruiken, zorgt u dat de achterste uitvoerlade gesloten is. Om de achterste uitvoerlade te gebruiken, moet u deze openen. •...
Pagina 45
Afdrukken naar de achterste uitvoerlade (Voorkant omhoog) De printer stuurt de afdrukken steeds naar de achterste uitvoerlade wanneer deze open is. Het papier rolt uit de printer met de hoofding naar boven. U zult ieder vel uit de uitvoerlade moeten halen. Afdrukken van Papierlade 1 naar de achterste uitvoerlade zorgt voor een doorgaande papierstroom.
Pagina 46
Hou de lade gesloten als u de achterste uitvoerlade niet gebruikt. De pagina’s vormen stapels in de bovenste uitvoerlade. Papier laden Als u papier op de juiste wijze plaatst, voorkomt u papierstoringen en kunt u probleemloos afdrukken. Verwijder de papierlade niet tijdens een afdruktaak. Als u dit wel doet, kan dit een papierstoring veroorzaken.
Pagina 47
Afdrukken via papierlade 2 Papierlade 2 kan tot 250 vellen papier bevatten. Zie "Formaten en capaciteiten" op pagina 3.3 voor aannemelijk papierformaat en capaciteiten van elke papierlade. Papierlade 2 Laad een stapel papier in de papierlade en start het afdrukken. Informatie over hoe u papier moet laden in de papierlade vindt u onder "Papier laden"...
Pagina 48
• Plaats slechts één formaat tegelijk in papierlade 1. • Voeg geen papier toe als papierlade 1 nog papier bevat, zo vermijdt u dat het papier vastloopt. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmaterialen. • De afdrukmaterialen moeten met de hoofding naar boven en met de bovenkant eerst in papierlade 1 worden geladen.
Pagina 49
Bereid een stapel papier voor door het papier wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van. Plaats papier centraal in de papierlade met de afdrukzijde naar benden. Controleer of het papier niet boven de papiergrensmarkering links in de papierlade uitkomt.
Pagina 50
Schuif de geleider voor de papierbreedte tot tegen de stapel afdrukmateriaal zonder deze te buigen. : Uw printer kan niet elk papierformaat dat in PMERKING papierlade 1 is geladen automatisch detecteren. Door het juiste papierformaat in papierlade 1 te laden, kunt u het papier eerder op formaat dan op papierinvoer selecteren, wanneer u afdrukt vanuit de softwaretoepassing.
Pagina 51
De handmatige invoermodus gebruiken Als u tijdens het wijzigen van de afdrukinstellingen Lade1(Handmatig) selecteert in de optie Bron, kunt u handmatig een vel in papierlade 1 plaatsen. Handmatige invoer is nuttig als u de afdrukkwaliteit van elke afgedrukte pagina wilt controleren.
Pagina 52
Open de achterste uitvoerlade. Wanneer u een document afdrukt, selecteert u in het programma bij Bron Lade1(Handmatig), en vervolgens het juiste papierformaat en type. Druk op de knop op de printer om het invoeren te starten. Het afdrukken is gestart. Als u meerdere pagina’s wilt afdrukken, laadt u het volgende vel terwijl de eerste pagina wordt afgedrukt, en drukt u op de knop...
Pagina 53
Afdrukken op enveloppen Richtlijnen • Gebruik alleen enveloppen die zijn aanbevolen voor laserprinters. Voor u enveloppen in papierlade 1 plaatst, dient u te controleren of ze niet beschadigd zijn en niet aan elkaar kleven. • Plaats geen enveloppen met postzegels in de lade. •...
Pagina 54
Buig of waaier de stapel enveloppen aan de hoek uit om ze van elkaar te scheiden, alvorens ze te laden. Laad de enveloppen in papierlade 1 met de klep naar beneden. De zone voor de postzegel bevindt zich aan de linkerkant, en de zijde van de enveloppe met de zone voor de postzegel gaat het eerst de papierlade in.
Pagina 55
Wanneer u op enveloppen afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.7. Na het afdrukken, sluit u papierlade 1 evenals de achterste uitvoerlade. 3.16 EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL...
Pagina 56
Afdrukken op etiketten Richtlijnen • Gebruik alleen etiketten die zijn aanbevolen voor laserprinters. • Ga na of de kleefstof van de etiketten gedurende 0,1 seconde kan worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur van 205 °C. • Controleer of er tussen de labels geen kleefstof blootligt. Blootliggende delen kunnen ertoe leiden dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen.
Pagina 57
Pas de geleider aan aan de breedte van het vel met etiketten. Wanneer u op etiketten afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.7. Na het afdrukken, sluit u papierlade 1 evenals de achterste uitvoerlade.
Pagina 58
Afdrukken op transparanten Richtlijnen • Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor laserprinters. • Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben. • Houd de transparanten vast bij de randen en raak de te bedrukken kant niet aan. Oliën die op de transparant zijn aangebracht, kunnen afbreuk doen aan de printkwaliteit.
Pagina 59
Pas de geleider aan aan de breedte van de transparanten. Wanneer u op transparanten afdrukt, selecteert u in de softwaretoepassing de geschikte papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Voor details, zie pagina 4.7. Na het afdrukken, sluit u papierlade 1 evenals de achterste uitvoerlade.
Pagina 60
Afdrukken op kaarten of aangepaste materialen U kunt met uw printer afdrukken op kaarten, 89 x 148 mm (index) kaarten en andere aangepaste materialen. De minimumafmetingen zijn 76 x 127 mm en de maximumafmetingen 216 x 356 mm. Richtlijnen • Voer het papier altijd met de korte zijde eerst in papierlade . Als u een liggende afdruk wilt maken, selecteert u dit via uw software.
Pagina 61
Pas de geleider aan aan de breedte van de materiaalstapel. Wanneer u afdrukt, selecteert u de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier in de softwaretoepassing. Voor details, zie pagina 4.7. : Indien het formaat van uw afdrukmateriaal niet PMERKING Formaat op het tabblad Papier van de vermeld wordt in het vak voorkeurinstellingen van het printerstuurprogramma, klik dan op...
Pagina 62
Afdrukken op voorbedrukt papier Voorbedrukt papier is papier dat al een bepaalde opdruk heeft voordat het door de printer wordt gestuurd (bijvoorbeeld papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina). Richtlijnen • Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeertemperatuur van de printer (205 °C).
Pagina 63
Wanneer u afdrukt, selecteert u de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier in de softwaretoepassing. Voor details, zie pagina 4.7. 3.24 EBRUIK VAN AFDRUKMATERIAAL...
Pagina 64
FDRUKTAKEN In dit hoofdstuk krijgt u uitleg over afdrukopties en gangbare afdruktaken. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Document afdrukken • Instellen van Voorkeurinstellingen voor Papier • Meer pagina’s per vel afdrukken (N op een vel) • Een document verkleind of vergroot afdrukken •...
Pagina 65
Document afdrukken De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgen om vanuit een Windowsprogramma af te drukken. De precieze stappen voor het afdrukken van een document kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de precieze afdrukprocedure.
Pagina 66
Nu ziet u het venster Xerox Phaser 3150 PCL 6 Voorkeurinstellingen dat u toegang geeft tot alle informatie die u nodig hebt voor het gebruik van uw printer. Het tabblad Indeling wordt eerst weergegeven. Hier ziet u een afdrukvoorbeeld met de door u gekozen instellingen.
Pagina 67
2. In Windows 98/Me/NT 4.0/2000 klikt u achtereenvolgens op Instellingen en Printers. Printers en faxen . Voor Windows XP selecteert u Xerox Phaser 3150 PCL 6 printer. 3. Selecteer de 4. Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de printer en selecteer: •...
Pagina 68
Selecteer Printers (Windows 98/Me/NT 4.0/2000) of Printers en faxen (Windows XP) om het venster Printers te openen en dubbelklik vervolgens op het pictogram Xerox Phaser 3150 PCL 6. In het menu Document selecteert u Afdrukken annuleren (Windows 98/Me) of Annuleren (Windows NT 4.0/2000/XP).
Pagina 69
Klik op Opslaan. Om een opgeslagen instelling te gebruiken, selecteert u het item gewoon uit de vervolgkeuzelijst Favorieten. Om een favoriet te verwijderen, selecteert u het item in de lijst en klikt u op Verwijderen. U kunt ook de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma herstellen door Automatisch in de lijst te selecteren.
Pagina 70
Instellen van Voorkeurinstellingen voor Papier Gebruik de volgende opties om de elementaire papierhanteringsbehoeften in te stellen, nadat u het venster voorkeurinstellingen van de printer hebt geopend. Ga naar pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de voorkeurinstellingen van de printer. Klik op het tabblad Papier om toegang te krijgen tot verschillende voorkeurinstellingen voor papier.
Pagina 71
Eigenschap Technische gegevens Zorg dat Bron wordt ingesteld op de Bron betreffende papierlade. Gebruik Lade 1(Handinvoer) wanneer u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken. U kunt in papierlade 1 slechts één vel tegelijk invoeren. Zie pagina 3.12 voor meer informatie. Als de papierinvoer is ingesteld op Automatisch selecteren pikt de printer het afdrukmateriaal automatisch in deze volgorde op: Papierlade 1, papierlade 2.
Pagina 72
Meer pagina’s per vel afdrukken (N op een vel) U kunt selecteren hoeveel pagina’s u wilt afdrukken op één vel papier. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt, worden de pagina’s verkleind en op het blad gerangschikt. Het maximum is 16 pagina’s per vel.
Pagina 73
Een document verkleind of vergroot afdrukken U kunt uw afdruktaak aanpassen aan een pagina. Als u de afdrukinstellingen van het programma wilt wijzigen, opent u het venster Voorkeurinstellingen van de printer. Zie pagina 4.2 voor meer informatie. Op het tabblad Papier selecteert u Verkleinen/vergroten in de vervolgkeuzelijst Soort.
Pagina 74
Uw document aan een bepaald papierformaat aanpassen Deze printereigenschap stelt u in staat uw afdruktaak aan te passen aan om het even welk geselecteerd papierformaat, ongeacht het formaat van het digitale document. Dit kan nuttig zijn wanneer u de details van een klein document wilt bekijken. Als u de afdrukinstellingen van het programma wilt wijzigen, opent u het venster Voorkeurinstellingen van de printer.
Pagina 75
Posters afdrukken Deze eigenschap stelt u in staat om een document van één pagina af te drukken over 4, 9 of 16 vellen papier, om deze met tape aan elkaar vast te maken en zo een document te vormen van posterformaat. Als u de afdrukinstellingen van het programma wilt wijzigen, opent u het venster Voorkeurinstellingen van de printer.
Pagina 76
Bepaal een overlapping in millimeters om de uiteindelijke poster makkelijker te kunnen reconstrueren. 3,8 mm 3,8 mm Klik op het tabblad Papier en selecteer de papierinvoer, het papierformaat en het soort papier. Klik op OK en druk het document af. Maak de poster af door de vellen aan elkaar te plakken.
Pagina 77
Klik op het tabblad Watermerk en selecteer het gewenste watermerk in Huidige watermerken. Het geselecteerde watermerk wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld. Afdrukvoorbeeld Klik op OK en start het afdrukken. Nieuw watermerk maken Als u de afdrukinstellingen van het programma wilt wijzigen, opent u het venster Voorkeurinstellingen van de printer.
Pagina 78
Klik op Toevoegen om een nieuw watermerk aan de lijst toe te voegen. Als u klaar bent met bewerken, klikt u op OK en start u de afdruk. Om het afdrukken van het watermerk te annuleren, selecteert u <Geen watermerk> in Huidige watermerken. Een watermerk bewerken Als u de afdrukinstellingen van het programma wilt wijzigen, opent u het venster Voorkeurinstellingen van de...
Pagina 79
Instellen van Voorkeursintellingen voor Afbeeldingen Gebruik de volgende Abeeldingsopties om de afdrukkwaliteit af te stemmen op uw specifieke afdrukbehoeften. Ga naar pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de voorkeurinstellingen van de printer. Klik op het tabblad Beeldopties om de onderstaande voorkeursintellingen weer te geven.
Pagina 80
Eigenschap Technische gegevens Deze optie bepaalt wat het stuurprogramma de printer vertelt over de voorstelling van de tekst in uw document. Pas deze opties eventueel aan uw document aan. • Downloaden als contour: Als deze optie is geselecteerd, downloadt het stuurprogramma de lettertypen als contouren.
Pagina 81
Uitvoeropties gebruiken U kunt opties selecteren voor het uitvoeren van uw document. Ga naar pagina 4.2 voor meer informatie over de toegang tot de voorkeurinstellingen van de printer. Klik op het tabblad Afleveropties. Optie Technische gegevens U kunt de volgorde van de af te drukken pagina’s bepalen door de afdrukvolgorde te selecteren uit de vervolgkeuzelijst.
Pagina 82
• Configuratiepagina: Uw printer drukt matiepagina’s een pagina met configuratiegegevens af • Lijst van PCL-lettertypen: Uw printer drukt een lijst met lettertypen af. • Office-demopagina: Uw printer drukt een testpagina af. Webkoppelin- U hebt rechtstreeks toegang tot de website van Xerox. 4.19 FDRUKTAKEN...
Pagina 83
: Raadpleeg pagina 2.18 PMERKING Statusmonitor te verwijderen. De probleemoplossingsgids openen Dubbelklik op het pictogram Statusmonitor in de Windowstaakbalk. Dubbelklik op dit pictogram. Of selecteer vanuit het menu Start, Programma’s , Xerox Phaser 3150 , en vervolgens Probleemoplossingsgids. 4.20 FDRUKTAKEN...
Pagina 84
De programma-instelling van de statuscontrole wijzigen Het volgende venster gaat open wanneer u met uw rechtermuisknop op het pictogram Statusmonitor in de Windows taakbalk klikt en Optie selecteert. • Weergeven wanneer zich een fout voordoet tijdens het afdrukken. Het dialoogvenster Statusmonitor verschijnt waneer er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
Pagina 85
Een lokaal gedeelde printer instellen U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer die in het netwerk "hostcomputer" wordt genoemd. De printer kan dan met andere gebruikers op het netwerk worden gedeeld via de verbinding netwerkprinter in Windows 98/Me/XP/NT 4.0/2000. In Windows 98/Me Als hostcomputer instellen Start Windows.
Pagina 86
In het menu Printer selecteert u Eigenschappen. Op het tabblad Details selecteert u de printerpoort en klikt u op OK. Onder Windows NT 4.0/2000/XP Als hostcomputer instellen Start Windows. Voor Windows NT 4.0/2000: Klik op de knop Start in Windows, en klik achtereenvolgens op Instellingen en Printers.
Pagina 87
Dubbelklik op het pictogram van uw printer. In het menu Printer selecteert u Eigenschappen. Klik op Poort toevoegen op het tabblad Poorten. Selecteer Lokale poort en klik op Nieuwe poort. Vul het veld Geef een poortnaam op in, en voer de sharenaam in.
Pagina 88
NDERHOUD VAN UW PRINTER Dit hoofdstuk geeft suggesties voor hoogwaardig en spaarzaam afdrukken en tips voor het onderhouden van de tonercassette en de printer. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Onderhoud tonercassette • De printer reinigen • Configuratiepagina Afdrukken...
Pagina 89
Onderhoud tonercassette Opslag van de tonercassette Om maximaal rendement te halen uit de tonercassette, neemt u de volgende richtlijnen in acht. • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul tonercassettes niet bij. De printergarantie dekt geen schade die is veroorzaakt door het gebruik van een nagevulde cassette.
Pagina 90
Toner opnieuw verdelen Wanneer de toner bijna leeg is, veroorzaakt dit mogelijk vage of lichte vlekken op een bedrukt vel. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. De volgende procedures stellen u in staat de huidige afdruktaak te voltooien alvorens de tonercassette te vervangen.
Pagina 91
Schud de tonercassette vijf of zes keer voorzichtig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. : Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, gebruik PMERKING dan een droge doek om het af te vegen en was het in koud water. Was het niet met warm water, want dan zal de toner zich vastzetten in de stof.
Pagina 92
Tonercassette vervangen Als de afdruk licht blijft na het verdelen van de inkt in de toner (zie pagina 5.3) of het LED knippert oranje, vervangt u best de tonercassette. Verwijder de oude cassette en installeer een nieuwe tonercassette. Zie "Tonercassette installeren" op pagina 2.4 voor meer informatie.
Pagina 93
Open de voorklep. Trek aan de tonercassette en neem ze uit de printer. Met een droge niet-pluizende doek verwijdert u alle stof en gemorste toner uit de omgeving rond de tonercassette en uit het tonercassettevak. : Om schade aan de tonercassette te voorkomen, PMERKING moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Pagina 94
Zet de tonercassette terug en sluit de klep. Controleer of de klep goed dicht is. Als ze niet goed is gesloten, kunnen er storingen optreden tijdens het afdrukken. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de printer in. Een reinigingspagina afdrukken Als u wazige, vage of uitgelopen afdrukken vaststelt, kunt u met het afdrukken van een reinigingspagina de trommel in de tonercassette reinigen.
Pagina 95
Configuratiepagina Afdrukken Vanop het bedieningspaneel van de printer kunt u een configuratiepagina afdrukken. Gebruik de configuratiepagina om de huidige printerinstellingen te bekijken of problemen met de printer op te lossen. Om de configuratiepagina af te drukken: Zorg dat de printer ingeschakeld is in gereedmodus en dat de papierlade papier bevat.
Pagina 96
ROBLEMEN OPLOSSEN Dit hoofdstuk biedt nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het gebruik van uw printer een fout optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Problemen oplossen Checklist • Algemene afdrukproblemen oplossen • Vastgelopen afdrukpapier verwijderen •...
Pagina 97
Problemen oplossen Checklist Als de printer niet naar behoren functioneert, overloopt u de onderstaande checklist. Als een printer niet voldoet aan een item van de checklist, volgt u de betreffende suggesties om het probleem op te lossen. Controleer Oplossing Druk een testpagina af om •...
Pagina 98
De printer ontvangt geen Controleer de stekker en het netsnoer, de niet af. stroom. aan-/uitschakelaar en het stopcontact. De printer is niet Xerox Phaser 3150 PCL 6 Selecteer geselecteerd als de als uw standaardprinter. standaardprinter. Controleer de printer op • De klep van de printer is niet gesloten.
Pagina 99
Instellingen en Printers. Klik met de spoolinginstelling rechtermuisknop op het printerpictogram verkeerd. Xerox Phaser 3150 PCL 6, selecteer Eigenschappen, klik op het tabblad Details en selecteer vervolgens de knop Wachtrij-instellingen. Selecteer de gewenste wachtrij-instelling. De helft van de...
Pagina 100
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Te veel papier in de Verwijder het overschot. afdrukpapier papierlade. Gebruik papierlade 1 als u op speciale blijft vastlopen. materialen wilt afdrukken. Er wordt een verkeerde Gebruik alleen papier dat voldoet aan de papiersoort gebruikt. vereisten van de printer. Zie pagina 9.3 voor meer informatie.
Pagina 101
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er worden De tonercassette is leeg Verdeel eventueel de nog aanwezige toner pagina’s of beschadigd. over de cassette. Zie pagina 5.3 voor meer afgedrukt, maar informatie. ze zijn blanco. Indien nodig, vervangt u de tonercassette. Het document bevat Controleer of het bestand blanco pagina’s misschien blanco bevat.
Pagina 102
In het papieruitvoergebied Schuif papierlade 2 eruit om toegang te krijgen tot het vastgelopen papier. Verwijder alle verkeerd ingevoerde papier door het met de zichtbare hoek uit de printer te trekken. Zorg dat alle vellen mooi recht in de papierlade zijn geladen. : Als u het vastgelopen papier niet kunt zien, of er is PMERKING weerstand wanneer u eraan trekt, neem dan de papierlade uit de...
Pagina 103
Schuif de papierlade weer in de printer. Open en sluit de voorklep om door te gaan met afdrukken. In papierlade 1 Open papierlade 1. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de lade. Open en sluit de voorklep. U kunt het afdrukken nu hervatten.
Pagina 104
Rond de tonercassette Open en sluit de voorklep, en het vastgelopen papier loopt automatisch uit de printer. Zoniet gaat u verder met stap 2. Open de voorklep en verwijder de tonercassette. : Om schade aan de tonercassette te AARSCHUWING voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Pagina 105
Zorg ervoor dat er geen ander papier in de printer zit. Installeer de tonercassette opnieuw, en sluit vervolgens de voorklep. U kunt het afdrukken nu hervatten. In het papieruitvoergebied Als een groot deel van het papier zichtbaar is, trekt u het papier recht naar buiten.
Pagina 106
Als A5-papier regelmatig vastloopt, kunt u het volgende doen: Open de invoerlade en leg het papier erin zoals hieronder wordt getoond. Open het venster Xerox Phaser 3150 PCL 6 Voorkeurinstellingen, stel het papierformaat in op A5 (148x210 mm) op het tabblad Papier.
Pagina 107
Stel in het vak Richting van het tabblad Indeling de optie Draaien in op 90º. Selecteer 90 graden. Klik hier. Klik op OK om het afdrukken te starten. Tips om papierstoringen te vermijden De meeste papierstoringen zijn te vermijden als u de juiste soort papier selecteert.
Pagina 108
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Vuil of stof in de printer of onjuist geladen papier kan een nadelig effect hebben op de afdrukkwaliteit. Zie de onderstaande tabel om het probleem op te lossen. Probleem Oplossing Lichte of vage Als de pagina een verticale witte streep of vaag gebied bevat: afdrukken •...
Pagina 109
Probleem Oplossing Verticale lijnen Als de afdrukken zwarte, verticale strepen vertonen: • Er zit waarschijnlijk een kras op de lichtgevoelige drum in de AaBbCc tonercassette. Plaats een nieuwe tonercassette. AaBbCc Als er witte verticale strepen op de pagina verschijnen: AaBbCc •...
Pagina 110
Probleem Oplossing Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door een teveel aan toner op de afdruk. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken met een andere partij papier. Maak de verpakking van een nieuw pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken. Daarmee voorkomt u dat het papier te veel vocht opneemt.
Pagina 111
Probleem Oplossing Vouwen of kreuken • Doe het papier op de juiste manier in het apparaat. • Controleer papiersoort en -kwaliteit. Zie "Papierspecificaties" op pagina 9.3 voor meer informatie. • Open de achterklep en probeer naar de achterste uitvoerlade af te drukken (voorkant omhoog). •...
Pagina 112
Probleem Oplossing Openingen in Openingen in tekens zijn witte plekjes in tekens op plaatsen die tekens zwart horen te zijn: • Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeer dan een ander soort. Omwille van de samenstelling van transparanten zijn zulke openingen in beperkte mate normaal. •...
Pagina 113
Probleemoplossing bij foutberichten In geval er zich een fout in de printer voordoet, signaleert het bedieningspaneel dit door middel van de indicatielampjes. Zoek het lichtpatroon hieronder dat overeenstemt met het lichtpatroon van de printer en volg de voorgestelde oplossingen om de fout te verhelpen. Legende van de LED-status symbool voor "LED uit"...
Pagina 114
LED- Mogelijke problemen en oplossingen patroon • U hebt op de knop gedrukt, terwijl de printer gegevens ontving. • In de modus Handmatige Invoer ligt er geen papier in papierlade 1. Plaats papier in papierlade 1. • Als de printer gegevens ontvangt, knippert de traag groen.
Pagina 115
Gebruikelijke Linux-problemen Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Ik kan de instellingen niet U moet over de toegangsrechten van de beheerder wijzigen in het configura- beschikken om de algemene instellingen te kunnen wijzigen. tiehulpprogramma. Ik gebruik het Misschien hebt u de GTK-bibliotheken niet geïnstalleerd. KDE-bureaublad, maar het Gewoonlijk worden deze met de meeste Linux-versies configuratiehulp-...
Pagina 116
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing De instelling "n op een vel" De functie N op een vel wordt verkregen via naverwerking van (meerdere pagina’s per de PostScript-gegevens die naar het afdruksysteem worden vel) werkt niet juist voor gestuurd. Dergelijke post-processing kan echter alleen sommige van mijn adequaat worden gerealiseerd, indien de PostScript-gegevens documenten.
Pagina 117
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Hoe geef ik het IP-adres Als u het CUPS-afdruksysteem niet gebruikt, kan dit worden van mijn SMB-server op? opgegeven in het dialoogvenster "Add printer" van het configuratiehulpprogramma. Helaas laat CUPS momenteel niet toe om het IP-adres van SMB-printers te specificeren, zodat u de systeemelementen met Samba moet zoeken om te kunnen afdrukken.
Pagina 118
W PRINTER GEBRUIKEN INUX U kunt uw printer gebruiken in een Linux-omgeving. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Het printerstuurprogramma installeren • Het configuratiehulpprogramma • LLPR-eigenschappen wijzigen...
Pagina 119
Het printerstuurprogramma installeren Systeemeisen Ondersteunde besturingssystemen • Redhat 6.2/7.0/7.1 en hogere versies • Linux Mandrake 7.1/8.0 en hogere versies • SuSE 6.4/7.0/7.1 en hogere versies • Debian 2.2 en hogere versies • Caldera OpenLinux 2.3/2.4 en hogere versies • Turbo Linux 6.0 en hogere versies •...
Pagina 120
Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van uw computer. Het installatieprogramma op de cd-rom start automatisch. : Als het installatieprogramma op de cd-rom niet PMERKING automatisch wordt uitgevoerd, klikt u onderaan in het venster op het pictogram . Als het venster Terminal verschijnt, typt u: cd /mnt/cdrom (de cd-rom-map) [root@local /root]# [root@local cdrom]#...
Pagina 121
De installatie van het printerstuurprogramma begint. Als de installatie voltooid is, klikt u op Start. Het venster Linux Printer Configuration wordt geopend. Klik bovenaan in het venster op het werkbalkpictogram Add Printer. : Afhankelijk van het gebruikte afdruksysteem is het PMERKING mogelijk dat het venster Administrator Login verschijnt.
Pagina 122
Klik op het tabblad Connection en controleer of de printerpoort juist is ingesteld. Als dit niet het geval is, wijzigt u de apparaatinstelling. Via het tabblad Settings en het tabblad Queue kunt u de huidige instellingen van de printer weergeven. Indien nodig kunt u de instellingen wijzigen.
Pagina 123
De printerverbindingsmethode wijzigen Als u tijdens het gebruik van de printer de printerverbindingsmethode wijzigt van USB naar parallel of omgekeerd, moet u uw Linux-printer opnieuw configureren door de printer toe te voegen aan uw systeem. Volg de onderstaande stappen: Sluit de printer aan op uw computer. Zet zowel de computer als de printer aan.
Pagina 124
De installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken Selecteer Other en vervolgens Configuration Tool via het pictogram Startup Menu onderaan op het bureaublad. U kunt het venster Linux Printer Configuration ook openen door "linux-config" in het scherm Terminal te typen. In het venster Linux Printer Configuration selecteert u de opdracht Uninstall in het menu File.
Pagina 125
Klik op OK om het ongedaan maken van de installatie te starten. Wanneer de installatie volledig is ongedaan gemaakt, klikt u op Finished. Het configuratiehulpprogramma Het configuratiehulpprogramma geeft toegang tot beheertaken, zoals het toevoegen en verwijderen van printers en het wijzigen van hun globale instellingen.
Pagina 126
In het tabblad Info wordt algemene informatie over uw printer weergegeven. Als u toegang hebt tot het internet, kunt u klikken op Go to the Web page for this printer om de webpagina te openen. Klik op het tabblad Jobs om de taakwachtrij voor de geselecteerde printer te controleren en beheren.
Pagina 127
LLPR-eigenschappen wijzigen U kunt de eigenschappen van de printer precies instellen via het venster LLPR Properties. Om dit venster te openen: Selecteer de opdracht Print vanuit de toepassing die u gebruikt. Wanneer het venster Linux LPR wordt geopend, klikt u op Properties.
Pagina 128
Het venster LLPR Properties wordt geopend. De volgende zes tabbladen bevinden zich bovenaan in het venster: • General - Hier kunt u het papierformaat, het soort papier, de papierinvoer en de afdrukstand van de documenten wijzigen. U kunt hier ook de functie Dubbelzijdig afdrukken inschakelen, scheidingspagina’s toevoegen aan het begin en einde, en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Pagina 130
FDRUKKEN VANUIT DOS- TOEPASSINGEN Omdat uw printer in de eerste plaats een Windowsprinter is, kunt u ook vanuit een DOS-softwareprogramma afdrukken met behulp van het Remote Control Panel dat op de meegeleverde cd-rom staat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
Pagina 131
Over het Remote Control Panel DOS-gebruikers hebben toegang tot diverse printereigenschappen via specifieke DOS-printerprogramma's; veel softwarefabrikanten ontwikkelen echter geen printerstuurprogramma's voor hun softwareprogramma's. Uw printer voorziet een software-besturingspaneel voor betere printerbesturing, wanneer DOS-printerstuurprogramma's niet beschikbaar zijn of wanneer bepaalde afdrukinstellingen niet beschikbaar zijn via DOS-softwareprogramma's.
Pagina 132
Het Remote Control Panel starten Ga naar het menu Start en selecteer Programma’s. Selecteer Xerox Phaser 3150 en vervolgens Remote Control Panel. Het venster Remote Control Panel geeft u toegang tot alle informatie die u nodig hebt wanneer u uw printer gebruikt.
Pagina 133
De tabbladen van het Remote Control Panel gebruiken Via het Remote Control Panel hebt u toegang tot de volgende eigenschappen: Tabblad Bezig met afdrukken In dit tabblad kunt u de algemene instellingen voor het afdrukken configureren. • Papierformaat stelt het papierformaat in. •...
Pagina 134
Tabblad Configureren U kunt diverse printereigenschappen configureren. • Emulatie selecteert de emulatie voor het afdrukken van documenten. De standaardinstelling is Auto. • Energie besparen bepaalt hoelang de printer wacht na het voltooien van een afdruktaak om over te schakelen naar een verlaagde energietoestand.
Pagina 135
Tabblad Afdruktaak U kunt opties instellen om de kwaliteit van uw afdruktaak te verhogen. • Tonerdichtheid bepaalt de tonerdichtheid van de pagina. De standaardinstelling is Middel. • Papiersoort geeft de printer informatie over het soort papier dat voor een afdruktaak moet worden gebruikt. Voor het beste resultaat stelt u de optie in voor het soort papier dat u in de papierlade van de printer hebt geladen.
Pagina 136
Tabblad Test Via dit tabblad kunt u een in het geheugen opgeslagen pagina afdrukken om de prestaties van uw printer te testen. • Zelftest drukt een configuratiepagina af. Een lijst met de standaardinstellingen van de gebruiker en het aantal afdrukken die in het printergeheugen beschikbaar zijn. •...
Pagina 137
Tabblad PCL In dit tabblad kunt u de algemene instellingen voor de PCL-emulatie configureren. • Letterbeeld stelt u in staat het gewenste letterbeeld te selecteren. Deze instelling wordt genegeerd, wanneer de softwaretoepassing een lettertype specificeert. • Tekenset bepaalt de tekenset. Een tekenset is een set alfabetische en numerieke tekens, leestekens en speciale symbolen die bij het afdrukken met een geselecteerd lettertype worden gebruikt.
Pagina 138
Tabblad EPSON/IBM In dit tabblad kunt u diverse instellingen voor de EPSON/IBM-emulatie instellen. • Lettertype stelt u in staat het gewenste lettertype te selecteren. • Internationale tekenset stelt u in staat een tekenset te selecteren van de gewenste taal. • Tekentabel selecteert de tekensets. •...
Pagina 139
8.10 DOS- FDRUKKEN VANUIT TOEPASSINGEN...
Pagina 140
PECIFICATIES In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Specificaties van de printer • Papierspecificaties...
Pagina 141
Red Hat, Caldera, Debian, Mandrake, Slackware, SuSE en Turbo Linux Afdruksnelheid wordt bepaald door het gebruikte besturingssysteem, computersnelheid, toepassingssoftware, verbindingsmethode, mediatype, mediaformaat en taakcomplexiteit. Geluidsdrukniveau, ISO 7779 Surf naar www.xerox.com/office/3150support om de laatste versie van de software te downloaden. PECIFICATIES...
Pagina 142
Dit kan het gevolg zijn van een verkeerde behandeling, een te hoge of te lage temperatuur of vochtigheid, of andere factoren waarover Xerox geen controle heeft. • Voordat u grote hoeveelheden papier koopt, controleert u of het papier de in deze handleiding vermelde vereisten vervult.
Pagina 143
Ondersteunde papierformaten Papierlade 2 Gewicht Afmetingen Capaciteit Letter 216 x 279 mm 210 x 297 mm 148 x 210 mm Executive 184 x 267 mm 250 vellen 60 tot 90 g/m bankpost van Legal 216 x 356 mm bankpost 75 g/m B5 (JIS) 182 x 257 mm B5 (ISO)
Pagina 144
Richtlijnen voor het gebruik van papier U krijgt de beste resultaten als u normaal papier van 75 g/m gebruikt. Controleer of het papier van goede kwaliteit is en geen scheuren, vlekken, stof, kreukels, vouwen of omgekrulde randen bevat. Als u niet zeker weet welk type papier u hebt geplaatst (bijv. bankpost of gerecycled papier), controleert u het etiket op de verpakking.
Pagina 145
Papierspecificaties Onderwerp Specificaties Zuurgraad 5,5 - 8,0 pH Krompasser 0,094 - 0,18 mm Kromming Vlak binnen 5 mm Gesneden met scherpe messen zonder Snijranden zichtbare rafels. Mag niet verschroeien, smelten, besmeuren of gevaarlijke emissies Fixeervereisten afgeven bij opwarming tot 205 °C gedurende 0,1 seconde.
Pagina 146
Bewaaromgeving van printer en papier De omgeving waarin het papier wordt bewaard is van directe invloed op de invoer van het papier door de printer. Stel de printer op en bewaar het papier bij kampertemperatuur in een omgeving die niet te droog en niet te vochtig is. Papier neemt namelijk snel vocht op en staat het ook snel weer af.
Pagina 147
Enveloppen De constructie van enveloppen is cruciaal. De vouwlijnen van enveloppen kunnen erg verschillen, niet alleen tussen fabrikanten onderling, maar ook in één doos van dezelfde fabrikant. Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u enveloppen kiest: •...
Pagina 148
Enveloppen met dubbelzijdige naden Enveloppen met dubbelzijdige naden hebben verticale in plaats van diagonale naden aan beide uiteinden van de enveloppe. Deze enveloppen kunnen sneller kreuken. Zorg dat de naad helemaal tot aan de hoek van de enveloppe doorloopt zoals hieronder weergegeven.
Pagina 149
Etiketten ET OP • Gebruik alleen etiketten die zijn aanbevolen voor lasterprinters om te vermijden dat de printer wordt beschadigd. • Gebruik voor het afdrukken van etiketten steeds papierlade 1 en gebruik altijd de achterste uitvoerlade om ernstige papierstoringen te vermijden. •...
Pagina 150
NDEX aansluiten fout, oplossen 6.18 netsnoer 2.13 functies parallel 2.12 printer 1.2 USB 2.11 printerstuurprogramma 2.16 aanzetten, printer 2.13 achterste uitvoerlade, gebruik 3.6 afdrukken aanpassen aan geselecteerd help, gebruik 4.6 papier 4.11 configuratiepagina 4.19 lijst met PCL-lettertypen 4.19 meerdere pagina’s op één vel 4.9 installatie ongedaan maken posters 4.12 Linux 7.7...
Pagina 151
onderdelen 1.4 software 2.15 2.16 2.17 inleiding 2.15 installatie ongedaan maken 2.18 installeren 2.17 systeemeisen 2.16 papier specificatie formaten en capaciteiten 3.3 papier 9.3 kiezen 3.2 printer 9.2 laden 2.7 statuscontrole, gebruik 4.20 specificaties 9.3 systeemeisen papierformaat, instellen 4.7 voor Linux 7.2 papierinvoer, instellen 4.8 voor Windows 2.16 Papierlade 1, gebruik 2.7...