9
Klik op het tabblad Connection en controleer of de
printerpoort juist is ingesteld. Als dit niet het geval is, wijzigt
u de apparaatinstelling.
10
Via het tabblad Settings en het tabblad Queue kunt u de
huidige instellingen van de printer weergeven. Indien nodig
kunt u de instellingen wijzigen.
O
: De opties kunnen verschillen afhankelijk van de
PMERKING
gebruikte printer. De velden Description en Location in het venster
Queue worden mogelijk niet weergegeven afhankelijk van het
gebruikte afdruksysteem.
11
Om af te sluiten, klikt u op OK.
12
Als het systeem meldt dat de nieuwe printer geconfigureerd
is, klikt u op OK.
13
Het venster Linux Printer Configuration verschijnt opnieuw.
De informatie over uw printer wordt weergegeven op het
tabblad Info. Indien nodig kunt u de configuratie van de
printer wijzigen. Voor meer informatie over het wijzigen van
de configuratie van de printer verwijzen we naar "Het
configuratiehulpprogramma" op pagina 7.8.
U
W PRINTER GEBRUIKEN IN
7
7.5
L
INUX