DYNAMISCHE TRACTIECON-
TROLE (DTC)
DTC-functie uit- en
inschakelen
Contact inschakelen (
Menu
Instellingen
oproepen en vervolgens
sist
menupunt
DTC
deactiveren om de Dy-
DTC
namische tractiecontrole DTC
eenmalig uit te schakelen tot
de volgende keer dat het con-
tact wordt ingeschakeld.
brandt.
activeren, om de Dyna-
DTC
mische tractiecontrole DTC in
te schakelen. Alternatief: Con-
tact uit- en weer inschakelen.
dooft, bij een niet afgeslo-
ten zelfdiagnose begint
het DTC-controle- en waar-
schuwingslampje te knipperen.
Zie voor meer informatie over
de Dynamische tractiecontrole
(DTC) het hoofdstuk Techniek
in detail (
ELEKTRONISCHE ONDER-
STELINSTELLING (D-ESA)
met Dynamic ESA
64).
,
As-
selecteren.
182).
SU
Dynamic ESA
instelmogelijkheden
De elektronische onderstelin-
stelling Dynamic ESA kan uw
motorfiets automatisch aanpas-
sen aan de belading.
Zie voor meer informatie over
Dynamic ESA het hoofdstuk
"Techniek in detail " (
Demping instellen
Contact inschakelen (
Menu
Instellingen
oproepen en vervolgens
sist
menupunt
Demping
ren.
Gewenste dempingsinstelling
selecteren.
De demping kan tijdens
het rijden worden inge-
steld.
De instelling van de dem-
ping blijft ook na het uit-
schakelen van het contact be-
houden.
Belading instellen
Motor starten (
Menu
Instellingen
oproepen en vervolgens
sist
menupunt
Belading
ren.
Gewenste beladingsinstelling
selecteren.
De instelling van de be-
lading blijft ook na het
77
186).
64).
,
As-
selecte-
159).
,
As-
selecte-