WAARSCHUWING
Automatisch dagrijlicht ver-
vangt niet de persoonlijke
beoordeling van de lichtom-
standigheden
Gevaar voor een ongeval
Het automatische dagrijlicht
uitschakelen bij slechte licht-
omstandigheden.
WAARSCHUWING
Inschakelen van het dagrij-
licht in het donker.
Gevaar voor ongevallen
Dagrijlicht niet in het donker
gebruiken.
Het dagrijlicht kan in ver-
gelijking met het dimlicht
beter worden waargenomen
door het tegemoetkomend ver-
keer. Daardoor verbetert de
zichtbaarheid overdag.
De omschakeling tussen
dagrijlicht en dimlicht, incl.
stadslicht voor kan automatisch
gebeuren.
Contact inschakelen (
Menu
Instellingen
pen, vervolgens
ginstellingen
Menupunt
Verlichting
lecteren en
Automat. dag-
inschakelen.
rijlicht
64).
oproe-
Voertui-
selecteren.
se-
wordt weergegeven.
Als bij geactiveerde dagrij-
verlichting de omgevings-
lichtsterkte onder een be-
paalde waarde daalt, wordt
automatisch het dimlicht in-
geschakeld (bijv. in tunnels).
Als wordt vastgesteld dat er
voldoende omgevingslicht
is, wordt de dagrijverlichting
weer ingeschakeld.
brandt.
Alarmknipperlichten
Contact inschakelen (
De alarmknipperlichten
belasten de accu. De
waarschuwingsknipperlichten
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.
De toets 1 bedienen om de
alarmknipperlichten in te
schakelen.
Het contact kan worden uit-
geschakeld.
75
64).