188
TECHNIEK IN DETAIL
Tractiecontrole DTC
In de rijmodus RAIN: Maxi-
male stabiliteit op een nat
wegdek. Op een droog weg-
dek is de acceleratie mogelijk
minder goed.
In de rijmodi ECO en ROAD:
Hoge stabiliteit op droge rij-
baan. De ingreep van de DTC
volgt later dan in de rijmodus
RAIN. Een doordraaiend ach-
terwiel wordt indien mogelijk
altijd vermeden.
In de rijmodi ECO, RAIN en
ROAD wordt voorkomen dat
het voorwiel loskomt van de
grond.
In de rijmodus DYNAMIC
volgt de ingreep van de DTC
later dan in de rijmodi ECO
en ROAD. Hoge prestaties op
droge rijbaan. Bij een slecht
wegdek kan er geen optimale
stabiliteit worden gegaran-
deerd.
Omschakelen
Rijmodi kunnen gewijzigd wor-
den als het voertuig stilstaat
en het contact ingeschakeld is.
Onder de volgende voorwaar-
den is een wijziging ook tijdens
het rijden mogelijk:
Geen aandrijfkoppel op het
achterwiel.
Geen remdruk in het remsys-
teem.
Voor een wijziging tijdens het
rijden moeten de volgende
stappen doorlopen worden:
Gashendel terugdraaien.
Remhendel niet bedienen.
Cruise control deactiveren.
De gewenste rijmodus wordt
eerst voorgeselecteerd. De om-
schakeling vindt pas plaats, als
de betreffende systemen zich
in de benodigde toestand be-
vinden.
Pas na de omschakeling van
de rijmodus wordt het selectie-
menu op het display gesloten.
ECO-modus
De ShiftCam-technologie biedt
een combinatie uit optimale dy-
namiek en maximale efficiëntie.
Terwijl de vollastnokken de vol-
ledige kleplichthoogte voor een
maximale vulling van de ver-
brandingsruimte en een hoog
vermogen beschikbaar stellen,
openen de deellastnokken de
inlaatkleppen aanzienlijk minder
en verschillend ver. De ladings-
wisselingsverliezen nemen af
als gevolg van ontsmoring, de
wrijving wordt verkleind, het
mengsel wordt sterker in wer-