12. Controleren van de voedingsspanning
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u met werkzaamheden aan de pomp begint, dient u er zeker van te zijn dat de elektrici-
teitstoevoer is uitgeschakeld en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
1. Voedingsspanning
1
2
3
Pos.
Beschrijving
1
L
2
N
3
PE
2. Stroomverbruik
Meet het spanningsverschil
(RMS) tussen fase en neutraal.
Sluit de voltmeter aan op de
klemmen bij de aansluiting.
Meet de stroomsterkte (RMS)
terwijl de pomp draait bij een
constante opvoerhoogte (indien
mogelijk, bij de capaciteit waarbij
de motor het zwaarst wordt be-
last).
Voor maximale stroom, zie type-
plaatje.
Bij belasting van de motor dient de spanning
zich te bevinden binnen het bereik dat beschre-
ven staat in paragraaf
6.1
Grote variaties in de voedingsspanning zijn een
indicatie voor slechte voedingsspanning, en de
pomp dient te worden uitgeschakeld tot het de-
fect is opgelost.
Als de stroomsterkte hoger is dan de stroom bij
volledige belasting, zijn de volgende storingen
mogelijk:
•
Slecht contact in de bedrading, mogelijk bij
de kabelverbinding.
•
Te lage voedingsspanning, zie item 1.
Algemeen.
307