6. Elektrische aansluiting
6.1 Algemeen
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend
installateur te worden uitgevoerd, in
overeenstemming met de lokale regelgeving.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u met werkzaamheden aan de
pomp begint, dient u er zeker van te
zijn dat de voedingsspanning is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
‐
De pomp dient geaard te zijn.
‐
De pomp dient te zijn aangesloten via
een externe netschakelaar met een
contactopening van ten minste 3 mm
voor alle polen.
‐
Als de motorkabel beschadigd is, moet
om gevaar te voorkomen deze worden
vervangen door Grundfos, een door
Grundfos erkend servicebedrijf of een
vergelijkbaar gekwalificeerd persoon.
De voedingsspanning, nominale maximale stroom en
vermogensfactor (PF) staan vermeld op het
typeplaatje van de motor.
De vereiste spanning voor Grundfos
onderwatermotoren, gemeten aan de motorklemmen,
is - 10% / + 6% van de nominale spanning tijdens
continu bedrijf (inclusief variatie in voedingsspanning
en verlies in kabels).
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Als de pomp is aangesloten op een
elektrische installatie waarin een aard-
lekschakelaar (ELCB) wordt gebruikt
als extra beveiliging, moet de stroom-
onderbreker worden uitgeschakeld bij
aardingsfoutstroom met DC-inhoud
(pulserende DC).
De aardlekschakelaar moet worden aangegeven met
het volgende symbool:
Voedingsspanning
1 x 200-240 V - 10 %/+ 6 %, 50/60 Hz, PE.
Het stroomverbruik kan alleen worden gemeten met
een echt RMS-instrument. Als andere instrumenten
worden gebruikt, zal de gemeten waarde afwijken van
de werkelijke waarde.
Op SQ/SQE pompen kan doorgaans een lekstroom
van 2,5 mA bij 230 V, 50 Hz worden gemeten. De
lekstroom is evenredig met de voedingsspanning.
296
.
De SQE- en SQE-NE-pompen kunnen worden
aangesloten op een besturingskast van type CU 300
of CU 301.
De pomp mag nooit worden aangesloten
op een condensator of op een ander type
besturingskast dan de CU 300 of de CU
301.
De pomp mag nooit worden aangesloten
op een externe frequentieomvormer.