Aanpassen voor individuele lenzen
U kunt de afstelling voor iedere lens doorvoeren en de afstelling in de camera registreren. U
kunt voor maximaal 40 lenzen afstellingen registreren. Wanneer u automatisch scherpstelt
met een lens waarvan de afstelling is geregistreerd, wordt het scherpstelpunt altijd
verschoven met de afstelling.
Blijf afstellen, opnames maken en de resultaten controleren om het scherpstelpunt
handmatig in te stellen. Als u gebruik maakt van een zoomlens, maakt u de afstelling voor
de groothoekstand (W) en de telestand (T).
1.
Selecteer [Per lens afstellen].
2.
Druk op de knop <
>.
409