VOORZICHTIG
De ISO-snelheid kan bij movie-opnamen niet worden uitgebreid tot L, H2 of H3
(gelijk aan respectievelijk ISO 50, ISO 409600 en ISO 819200).
Tijdens movie-opname moet u wijziging van de sluitertijd, diafragmawaarde of de
ISO-snelheid vermijden, omdat dit wijzigingen in de belichting kan vastleggen of
meer ruis kan veroorzaken bij hoge ISO-snelheden.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een sluitertijd
van circa 1/25 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter de sluitertijd,
hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal zien.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u opnames maakt bij tl- of ledverlichting, kan er
een flikkerend beeld worden opgenomen.
Opmerking
Belichtingscompensatie met ISO auto kan worden ingesteld in een bereik van ±3
stops wanneer [
(vasth.,
dr.)] (
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop <
snelheid te vergrendelen. Als u de ISO-snelheid hebt vergrendeld tijdens de movie-
opname, kunt u dit annuleren door op de knop <
snelheid blijft vergrendeld tot u op de knop <
Wanneer u op de knop <
maakt, kunt u op de indicator van het belichtingsniveau (
belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste keer dat u op de knop <
drukte.
6: Aangepaste bediening] is ingesteld op [
).
> drukt en vervolgens een nieuwe beeldcompositie
> drukken om de ISO-
> te drukken. (De ISO-
> drukt.)
278
: Bel.comp.
) het verschil in het
>