Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Welch Allyn Hillrom H3+ Gebruikershandleiding pagina 12

Digitale holter-recorder
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorzorg(en):
De H3+-recorder is niet waterdicht. Zorg ervoor dat deze wordt beschermd tegen water of andere
vloeistoffen.
Om mogelijke schade aan het apparaat te voorkomen, gebruik geen scherpe of harde voorwerpen om
toetsen in te drukken, gebruik alleen vingertoppen.
Het apparaat of patiëntkabels mogen niet worden ondergedompeld, gereinigd in een autoclaaf of gereinigd met
stoom aangezien dit de apparatuur kan beschadigen of gebruiksduur kan verkorten. Het gebruik van niet-
toegestane reinigings-/ontsmettingsmiddelen, het niet naleven van de aanbevolen procedures, of contact met niet-
toegestane materialen kan leiden tot een groter risico op letsel aan de gebruikers, patiënten en omstanders, of
schade aan het apparaat. Het apparaat of patiëntkabels mogen niet gesteriliseerd worden met ethyleenoxidegas
(EtO).
Neem de buitenkant van het apparaat en de patiëntkabel af met een steriliserend desinfectiemiddel zonder
alcohol en droog af met een schone doek.
Geleidende onderdelen van de patiëntkabel, elektroden en bijbehorende aansluitingen van toegepaste
onderdelen van het CF-type waaronder de nulleider van de patiëntkabel en elektrodes, mogen niet in contact
komen met geleidende onderdelen, zoals de aarding.
Het apparaat of patiëntkabels moeten na elk gebruik worden gereinigd. Inspecteer de kabel en verbinding op
schade of overmatige slijtage vóór elk gebruik. Vervang de kabel als schade of overmatige slijtage is
opgemerkt.
Trek niet aan de patiëntkabels of rek ze niet uit, dit kan leiden tot een mechanische en/of elektrische storing.
Patiëntkabels moeten worden weggeborgen nadat ze in een losse lus werden gerold.
Het apparaat werkt alleen met apparaten die zijn uitgerust met de relevante optie.
Het apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Beschadigde
apparatuur of apparatuur waarvan men denkt dat die niet goed werkt, mag niet meer worden gebruikt en
moet gecontroleerd/gerepareerd worden door bevoegd onderhoudspersoneel voordat het verder kan
worden gebruikt.
Het is niet raadzaam het apparaat te gebruiken in de aanwezigheid van beeldvormingsapparatuur zoals
kernspintomografie (MRI) en computertomografie (CT) apparaten, etc.
Wanneer nodig, verwijder het apparaat, zijn onderdelen en accessoires (bv. batterijen, kabels, elektrodes),
en/of verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Het is bekend dat de inhoud van AAA-batterijen lekt wanneer ze in ongebruikte apparaten worden weggeborgen.
Verwijder de batterij uit het apparaat wanneer het gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Om mogelijke schade aan het apparaat te voorkomen, moeten de onderstaande omgevingsfactoren worden
nageleefd:
Gebruikstemperatuur:
Bewaartemperatuur:
Relatieve vochtigheid:
Omgevingsluchtdruk:
10° tot +45° C
-20° tot +65° C
5 tot 95%, niet-condenserend
700 tot 1060 millibars
VEILIGHEIDS INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave