Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoe De Monitor Prioriteiten Toekent Aan De Alarmen; Hoorbare En Visuele Indicatoren Voor Alarmen Met Gemiddelde En Lage Prioriteit - natus Camino ICP Monitor Gebruikershandleiding

Intracraniële druk- en temperatuurmonitor
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoe de monitor prioriteiten toekent aan de alarmen

De Camino ICP Monitor wijst een gemiddelde of lage prioriteit toe aan elke fout waardoor een
fysiologisch of technisch alarm kan worden ingeschakeld. Deze prioriteiten worden bepaald door
twee factoren:
Het potentiële gevaar voor de patiënt
Hoe snel de patiënt gevolgen ondervindt wanneer de gebruiker niet reageert op de oorzaak
van het alarm.
Klinische
Potentieel gevaar als alarm
prioriteit
wordt genegeerd
Gemiddeld
Omkeerbaar letsel
Laag
Omkeerbaar letsel
Hoorbare en visuele indicatoren voor alarmen met gemiddelde
en lage prioriteit
De Camino ICP Monitor activeert hoorbare en visuele indicatoren om de gebruiker te waarschuwen,
afhankelijk van de klinische prioriteit van de fout waardoor het alarm wordt geactiveerd:
Klinische
Hoorbare indicatoren
prioriteit
• Laat een alarm horen dat
bestaat uit drie korte tonen,
met een tussentijd van 180
milliseconden tussen elke
toon en 3 seconden tussen
Gemiddeld
elke herhaling.
• De geluidsdruk van elke
alarmtoon bedraagt 70 dB.
• Een alarm weerklinkt dat
bestaat uit één korte toon
die om de 16 seconden
Alarm
wordt herhaald.
• De geluidsdruk van de
afzonderlijke alarmtoon
bedraagt 69 dB.
Voor specifieke informatie over de audio/visuele indicators die bij de verschillende alarmen van
gemiddelde of lage prioriteit horen, zie Reageren op fysiologisch alarm (bovengrens ICP-alarm)
en Reageren op technische alarmen in hoofdstuk 5.
Tijdsduur voor mogelijke
schade ontstaat
Onmiddellijk
Met vertraging
Visuele indicatoren
• Er verschijnt een bericht op de
statusbalk dat de fout weergeeft.
• Als zich een systeemstoring
voordoet, verschijnt een afzonderlijk
berichtenvenster met een foutcode
en een beschrijving van de fout.
• De randen om deze specifieke
symbolen (bijv. alarm, batterij) op het
touchscreen zijn geel en knipperen.
• In sommige foutsituaties zullen de
patiëntwaarden geel knipperen.
• Er verschijnt een bericht op de
statusbalk dat de fout weergeeft.
• De patiëntwaarden verschijnen in het
geel (niet knipperend).
• Bij problemen met de batterij geeft
het batterijsymbool aan dat de batterij
leeg is.
73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave