50
Stap 5: Het synchronisatieproces voltooien
Druk op Gereed wanneer u het synchronisatieproces hebt voltooid. Nadat de ICD-waarde op de
bedsidemonitor stabiel is, moet u controleren of de bedsidemonitor dezelfde ICD-waarde
weergeeft als de Camino ICP Monitor (± mmHg of 1% van de waarde op de monitor, de grootste
van de twee).
Natus Neuro beveelt aan om tijdens de behandeling van de patiënt de ICP-waarden tussen de
twee monitors te vergelijken, terwijl het klinische personeel:
•
ICP registreert
•
ICP behandelt
•
Volgens de richtlijnen van het ziekenhuis.
Als de Camino ICP Monitor geen vermogen meer heeft en wordt uitgeschakeld terwijl
deze is aangesloten op de bedsidemonitor, mag u de ICP-waarden op de bedsidemonitor niet
gebruiken voor patiëntmetingen; de ICP-waarden op de bedsidemonitor zijn dan ongeldig.
Opmerking
Nadat u het synchronisatieproces hebt voltooid, moet u altijd de metingen van de Camino ICP
Monitor gebruiken in plaats van die van de bedsidemonitor. Als beide monitors een verschillende
waarde weergeven, moet u de Camino ICP Monitor gebruiken voor de patiëntmetingen en de
procedures voor het synchroniseren van de twee monitors herhalen (zie hoofdstuk 4).
Over druk- en temperatuurmetingen op de bedsidemonitor
De Camino ICP Monitor is ontworpen voor het meten van de weefseldruk tussen -10 mmHg en
125 mmHg, en van de weefseltemperatuur tussen 30°C en 42°C. Als de druk- en temperatuurwaarden
buiten deze grenzen vallen wanneer de Camino ICP Monitor op de bedsidemonitor is aangesloten,
geeft de Natus Neuro-monitor een alarm met lage prioriteit weer vanwege een mogelijk probleem met
de nauwkeurigheid van de ICP- of temperatuurmeting. Afhankelijk van het alarmcriterium zal de Natus
Neuro-monitor ook de drukwaarde van -15 mmHg of een temperatuurwaarde van 15 °C aan de
bedsidemonitor doorgeven, om aan te geven dat de Natus Neuro-monitor geen nauwkeurige metingen
heeft kunnen uitvoeren.