Temperatuurinvoer controleren
Neem de volgende richtlijnen in acht:
Richtlijnen
Onderhoudsinterval
Apparatuur
Opmerking
Controleer vóór deze test of de Camino ICP Monitor is uitgeschakeld en of alle kabels
zijn ontkoppeld.
1.
Steek de stekker van de Camino ICP Monitor in een stopcontact.
2.
Sluit aan de rechterzijde van de monitor een glasvezel katheterkabel aan op de ICP- en
temperatuuraansluitingen:
3.
Gebruik een functionele glasvezelkatheter en sluit de connector van de druktransducer
stevig aan op de glasvezel katheterkabel.
4.
Verbind de draden van de digitale multimeter (DMM) met pins 1 (1 volt) en 3 (GND) van de
temperatuurconnector van de glasvezel katheterkabel.
5.
Schakel de monitor in. Controleer of de DMM 1,0000 ± 0,002 VDC aangeeft.
6.
Schakel de monitor uit en verwijder de DMM-draden uit de temperatuurconnector.
7.
Sluit twee 10kΩ-weerstanden en een 10kΩ-potentiometer aan op de connector van de
temperatuurtransducer. Verbind de DMM-draden met pinnen 2 (Vin) en 3 (GND).
Vereisten
Een keer per drie maanden is aanbevolen.
• Digitale multimeter (DMM), 1 mV (resolutie)
• Natus Camino-glasvezel katheterkabel
• Natus Camino-glasvezelkatheter (onderdeelnr.
110-4BT, metingen van ICP of temperatuur)
• PMIO-kabel
• Weerstanden (10kΩ x2)
• Potentiometer (10kΩ x1, 10 turn)
115