8. Instelling d.m.v. bedieningspaneel
Het bedieningspaneel van de pomp, zie afb. 19 of 20, bevat de
volgende toetsen en signaallampjes:
•
Toetsen,
en
, voor instellen van de gewenste waarde.
•
Lichtbalk, geel, voor indicatie van gewenste waarde.
•
Signaallampjes, groen (bedrijf) en rood (storing).
Lichtbalken
Signaallampjes
Afb. 19 Bedieningspaneel, éénfase pompen, 0,37 - 1,1 kW
Lichtbalken
Signaallampjes
Afb. 20 Bedieningspaneel, driefase pompen, 0,75 - 22 kW
8.1 Instelling van bedrijfsmodus
Beschikbare instellingen:
•
Normaal
•
Stop
•
Min.
•
Max.
In- en uitschakelen van de pomp
Schakel de pomp in door continu
gewenste waarde wordt aangegeven. Dit is de regelmodus Nor-
maal.
Schakel de pomp uit door continu
de lichtbalk niet meer oplicht en het groene signaallampje knip-
pert.
Instelling op Min.
Houd
continu ingedrukt om de min. curve van de pomp te ver-
anderen (onderste lichtveld knippert). Als het onderste lichtveld
brandt, houd dan
3 seconden ingedrukt tot het lichtveld begint
te knipperen.
Om terug te keren naar ongeregeld of geregeld bedrijf, druk
continu in tot de gewenste waarde wordt aangegeven.
H
Afb. 21 Min. pompcurve bedrijf
434
Toetsen
Toetsen
ingedrukt te houden totdat de
ingedrukt te houden totdat
Q
Instellen op Max.
Druk continu op
om te wijzigen naar de max. curve van de
pomp (bovenste lichtbalk knippert). Wanneer de bovenste licht-
balk aan is, druk dan 3 seconden op
knipperen.
Om terug te keren naar ongeregeld of geregeld bedrijf, druk con-
tinu
in tot de gewenste waarde wordt aangegeven.
H
Q
Afb. 22 Max. pompcurve bedrijf
8.2 Instelling van de gewenste waarde
Stel de gewenste waarde in door op de toets
De lichtbalken op het bedieningspaneel zullen de ingestelde
gewenste waarde aangeven. Zie voorbeelden in paragraaf 8.2.1
en 8.2.2.
8.2.1 Pomp in regelmodus geregeld (drukregeling)
Voorbeeld:
Afbeelding 23 toont dat de lichtbalken 5 en 6 geactiveerd zijn, wat
een gewenste waarde van 3 bar aangeeft. Het instelbereik is
gelijk aan het meetbereik van de opnemer (zie het typeplaatje
van de opnemer).
[bar]
6
3
0
Afb. 23 Gewenste waarde ingesteld op 3 bar, drukregeling
8.2.2 Pomp in regelmodus ongeregeld
Voorbeeld:
In regelmodus ongeregeld wordt de pompcapaciteit ingesteld bin-
nen het bereik vanaf min. tot max. curve, afb. 24.
H
Afb. 24 Instelling van pompcapaciteit, regelmodus ongeregeld
tot de lichtbalk begint te
of
te drukken.
Q